Statistiek
Steekproefvariabiliteit en
betrouwbaarheidsintervallen
Descriptieve statistiek
We kennen verschillende meetniveaus: nominaal, ordinaal, interval en ratio
Voorbeelden:
In deze boxplot zie je dat het gemiddelde groter is als de mediaan. Het kwartiel boven
de mediaan is namelijk groter als het kwartiel onder de mediaan. Met een boxplot kun je
een continue variabele weergeven. Tussen het 1e en 3e kwartiel zit 50% van de
waarnemingen.
Statistiek 1
, Pearson correlatie: de mate waarin je met de x-waarde de y-waarde kan schatten. Dit is
een maat voor de spreiding. Hoe meer spreiding, hoe lager de Pearson
correlatiecoëfficiënt. Een Pearson correlatie coëfficiënt van 0 hoeft niet te betekenen dat
er geen verband is, er is alleen geen recht evenredig/ lineair verband. Dit zie je
bijvoorbeeld bij een parabool of exponentieel verband. De Pearson correlatie coëfficiënt
is altijd een getal tussen de -1 en 1.
Statistiek 2
, Het gaat dus niet om de helling, maar echt om de mate van spreiding.
We nemen bij onderzoek een representatieve steekproef van een populatie. Met het
gemiddelde van een steekproef proberen we het gemiddelde van de populatie te
schatten.
Statistiek 3
Steekproefvariabiliteit en
betrouwbaarheidsintervallen
Descriptieve statistiek
We kennen verschillende meetniveaus: nominaal, ordinaal, interval en ratio
Voorbeelden:
In deze boxplot zie je dat het gemiddelde groter is als de mediaan. Het kwartiel boven
de mediaan is namelijk groter als het kwartiel onder de mediaan. Met een boxplot kun je
een continue variabele weergeven. Tussen het 1e en 3e kwartiel zit 50% van de
waarnemingen.
Statistiek 1
, Pearson correlatie: de mate waarin je met de x-waarde de y-waarde kan schatten. Dit is
een maat voor de spreiding. Hoe meer spreiding, hoe lager de Pearson
correlatiecoëfficiënt. Een Pearson correlatie coëfficiënt van 0 hoeft niet te betekenen dat
er geen verband is, er is alleen geen recht evenredig/ lineair verband. Dit zie je
bijvoorbeeld bij een parabool of exponentieel verband. De Pearson correlatie coëfficiënt
is altijd een getal tussen de -1 en 1.
Statistiek 2
, Het gaat dus niet om de helling, maar echt om de mate van spreiding.
We nemen bij onderzoek een representatieve steekproef van een populatie. Met het
gemiddelde van een steekproef proberen we het gemiddelde van de populatie te
schatten.
Statistiek 3