100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting generieke onderdelen pedagogiek + professionele vorming APV

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
166
Subido en
29-04-2024
Escrito en
2017/2018

Samenvatting bevat: handboek voor leraren, lessen in orde, identiteitsontwikkeling & leerlingbegeleiding, coachen op contact (rollen van de leraar), losse artikelen

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
29 de abril de 2024
Número de páginas
166
Escrito en
2017/2018
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

GENERIEKE KENNISTOETS APV9 SAMENVATTING
HANDBOEK VOOR LERAREN
1.1 De werking van het geheugen
Leren gaat samen met het onthouden. Het geheugen is ‘de hardware’ van het leren.

Soorten geheugen:
 Het zintuiglijk geheugen = sensorisch geheugen
o Alles wat je ziet/hoort/ruikt/proeft/voelt komt allereerst bij het zintuiglijk geheugen.
o Dit duurt erg kort, maximaal enkele seconden
o Het doel is om de kort vastgehouden informatie wordt vergeleken met alle
aanwezige informatie
o Alleen informatie die wordt herkend, betekenis heeft, gaat naar korte
termijngeheugen. De rest verdwijnt weer.
o Essentieel geheugen vanwege de snelle hoeveelheid informatieverwerking
Je hersenen kunnen niet alle zintuiglijke informatie opslaan en verwerken en daarom moet er
selectief worden gekeken en geluisterd: alleen horen en zien waar aandacht aan wordt besteed 
filtering. Dit gebeurt op een onbewust niveau. Je hebt namelijk niet in de gaten dat je zintuiglijk
geheugen aan het werk is.

 Het korte termijngeheugen = werkgeheugen
o Hier wordt de informatie verwerkt: nieuwe informatie samenbrengen met al
bestaande informatie uit het lange termijngeheugen
o Beperkte capaciteit: maximaal 7 informatie-eenheden onder aandacht hebben
o De informatie zit maximaal 30 seconden in het korte termijngeheugen  belangrijk
bij aanbod nieuwe info dus ondersteunende informatieprocessen, bijvoorbeeld
plaatje bij een ingesproken tekstbericht
o Controleprocessen om informatie langer vast te houden: herhaling en codering
Herhaling: 1) Onderhoudsherhaling: gewoon repeteren, om info langer vast te houden in korte
termijngeheugen
2) Uitgewerkte herhaling: niet alleen repeteren maar ook koppelen aan bestaande
informatie uit het lange termijngeheugen. Begrijpen is meest effectieve manier om
informatie op te slaan
Mnemonische techniek = het gebruiken van ezelsbruggetjes/een systeem om het geheugen te
ondersteunen bij het opslaan van informatie.
- De loci-methode: bestaat uit visuele beelden ter vergemakkelijking bij het opslaan van info.
Je plaatst de informatie in een visuele straat en bij de oproeping van de informatie loop je
door deze straat.
- Mindmapping: goed om te onthouden en om onderlinge relaties/verbanden schematisch te
zien. Voordelen:
o Betere herkenning en herinnering van de informatie door uitgebreidere codering
o Info is bewerkt en aangepast aan eigen kennisstructuur, daarom beter begrepen
o Efficiënter want het gaat gepaard met een heel bewust selectieproces
o Er is nagedacht over volgorde en structuur. Dat komt de voorbereiding ten goede
o Door het samen te doen ontstaat als vanzelf een leerzame discussie

1

,Chunking = het hercoderen van een letterreeks tot een eenheid (hier: een woord). Of van een reeks
van woorden naar een zin.
 Het lange termijngeheugen
o Begrippen en woorden worden los van elkaar opgeslagen maar wel onderling
verbonden (die verbinding heet interferentie)
o Vingrhoets en Lannoo (1998): menselijk kennisreservoir is een uitgebreid netwerk
van mentale concepten die associatief met elkaar zijn verbonden. Hoe beter
verbonden, dus dicht bij elkaar, hoe sneller te herinneren
o Geen objectieve feiten maar bepaalde principes die herinnering kleuren:
 Egocentrisch tintje: verleden herinneren we met onszelf in de hoofdrol
 Sleutelbegrip: herinneringen gekoppeld aan een bepaalde woorden die de
kern van het verhaal geven. Hier komen beschrijvende details bij. Een
sleutelbegrip zorgt dus voor het terugbrengen van vele herinneringen.
 Persoonlijke lens
 Laatste versie geproduceerd: niet het origineel. De fouten moeten eruit
worden gehaald.

Kenmerken Korte termijngeheugen Lange termijngeheugen
Capaciteit Ca. 7 elementen Onbeperkt
Duur 18-30 seconden Ongelimiteerd
Vorm van opslag Spraakklanken Betekenissen
Vergeten Spontane verzwakking Interferentie - verbanden
Mentale operaties Selectie/herhaling Zoekprocessen

1.4 Wat zegt de leertheorie?
Zorgen dat leerlingen leren is waar het onderwijs uiteindelijk om draait. Hierop zijn vele
leertheorieën. Docenten dienen kennis te hebben over de verschillende theorieën bij het inrichten
van de leeromgeving.

Pavlov, Thorndike en Skinner als exponenten van het behaviorisme
Behaviorisme reactie op het psychologisch denken rond 1900  veel gericht op het bewustzijn. Veel
onderzoek op basis van observatie: proefpersonen werden getraind om via de onderzoeksmethode
van introspectie of systematische zelfobservatie verslag te doen van hun innerlijke ervaringen.

 Onderzoek binnen objectief waarneembare karakters
Men vond dat er te subjectief werd waargenomen en ze werden voorstander van gecontroleerde
laboratoriumexperimenten. Het bewustzijn was ook te subjectief als doel van onderzoek en werd
daarom verworpen. Hiervoor in de plaats gingen ze zich richten op het bestuderen van
waarneembaar bedrag, op een objectieve manier (vooral dieren: kunnen niets vertellen over hun
motieven achter hun gedrag waardoor onderzoek daadwerkelijk objectief blijft).
 Geloof in de maakbaarheid van mens en dier, afhankelijk van de omgeving waarin men
wordt grootgebracht.
Behavioristische leertheorieën:
1) Klassiek conditioneren (Pavlov): De procedure om een neutrale stimulus (doet je niets) te
koppelen aan een bepaalde respons (doet je wel iets)  de proef met honden.


2

, Dit komt ook voor bij angst: uiteindelijk is angst een aangeleerde reactie op een
geconditioneerde stimuli  stimulus-generalisatie
1) Wetmatigdheden binnen het klassiek conditioneren (Thorndike): Amerikaanse
behaviorist die vooral onderzoek deed met straatkatten. Vanuit het proces van
trial and error (gissen en missen) is het volgende ontdekt:
a. De wet van herhaling: Hoe vaker de kat succes heeft met een actie, hoe
eerder hij het verband zal leggen tussen zijn handeling en het resultaat.
b. De wet van effect: Het effect van respons bepaalt de sterkte tussen de
stimulus en de respons. Vrijkomende vismaaltijden zijn door katten
gewaardeerde effecten.
Het belonen van gewenst gedrag is effectiever dan het bestraffen van ongewenst gedrag.
2) Operant conditioneren (Skinner): Het spontane gedrag, niet gekoppeld aan een bepaalde
stimulus, is het uitgangspunt  de wet van effect van Thorndike.
Operant conditioneren vindt plaats door de reactie van de omgeving op het gedrag van het
individu. Dit gedrag kan dus door systematische prikkels worden versterkt/aangepast.
Bij de experimenten lag de aandacht op het belang van beloning van deelhandelingen. Deze
systematische opbouw heet shaping. Gedrag kan worden aangescherpt door positieve
versterking. De negatieve versterking, het bestraffen van fout gedrag, noemt hij
vermijdingsleren.
Operant programmeren komt ook voor bij computerspellen waarbij de speler moeglijkheden
ontdekt door op random plaatsen te klikken en zo ontdekt wat de juiste
knoppen/handelingen zijn.

Zelfonderwijzende leerprogramma’s die de cursisten stap voor stap zelf moeten doorlopen zijn op
basis van de ideeën van Skinner. Door bij de tussenstappen belonende feedback te geven, verloopt
het leren haast als vanzelf.

Onderwijs met geprogrammeerde instructies is in Nederland niet mogelijk vanwege het
leerstofjaarklassensysteem waarbij elk jaar opnieuw van tevoren wordt vastgesteld welke stof er
wordt behandeld.

Invloeden van het behaviorisme heden ten dage:
 Van succesbeleving gaat een positieve werking uit
Positieve ervaringen stimuleren de intrinsieke motivatie van de leerling waardoor het
leerproces over de gehele linie bevordert.
 Positieve bekrachtiging van leerlingengedrag is effectiever dan negatieve bekrachtiging
Leerlingen veranderen hun gedrag eerder als zij daarvoor beloond worden dan wanneer ze
anders worden gestraft. Hoewel de waarheid van dit leerpsychologisch principe nog steeds
wordt erkend, geloven mensen in de praktijk nog steeds dat leerlingen na sancties hun
ongewenste verdrag niet meer vertonen.
 Straffen die te laat plaatsvinden zijn niet effectief
Leerlingen moeten weten waarom ze straf krijgen om de koppeling tussen het ongewenste
gedrag en de negatieve respons te kunnen leggen.




3

, Cognitieve theorieën en de rol van metacognitie bij het leren
Onder invloed van de groeiende belangstelling voor de werking van computers, groeide in de jaren
’50 en ’60 binnen psychologische kringen de interesse voor leerprocessen in het brein (tijdens en na
WO II)  het cognitivisme

Cognitie = zo veel als kennis, idee of overtuiging die zich in iemands geest bevindt
= de mentale activiteit die de processen van leren, waarnemen, herinneren, denken,
interpreteren, geloven en problemen oplossen bevat.
 De leerling als actief informatieverwerkend systeem
Cognitieve beeld van leerling is niet louter een passief figuur dat reageert op stimuli, maar een
actieve leerling die zelf orde schept in alle aangeboden stimuli. Net als bij computers: informatie die
binnenkomt wordt gecodeerd, bewerkt en voorzien van het juiste label in het geheugen opgeslagen.
 Focus op instructietaken: Newell en Simon
Er werd bij de cognitieve onderwijspsychologie vooral gekeken naar wat een leerling moet doen om
kennis binnen te laten komen.
Deel 1 van het onderzoek: hoe moeten instructietaken worden vormgegeven (doelstellingen,
werkvormen en toetsvormen).
Deel 2 van het onderzoek: hier stonden leer- en informatieverwerkingsprocessen centraal.
Allen Newel en Herbert Simon de grondleggers van de als-danverbinding. Het geheugen was volgens
hen opgebouwd uit een heel systeem van als-danregels die bij het leerproces wijzigingen
ondergingen: in eerste instantie weet je alleen dat iets zo is (declaratieve kennis) en na het
leerproces kun je deze kennis ook gebruiken/toepassen (procedurele kennis).
Leren is dus het gevolg van wijzigingen in de als-danregels.
Cognitief zelfmanagement: de vier niveaus van kennis
Cognitief zelfmanagement is de combinatie van het plannen en bewaken. Er wordt vanuit gegaan dat
de nieuwe kennis niet automatisch wordt opgenomen in het leerproces. Zicht hebben op je eigen
kennis kan helpen bij het sturen van je leerproces: als je kunt benoemen wat je nog niet weet, is het
makkelijker om het eigen leerproces te sturen. Vanuit het niet-weten kun je gaan plannen wat je
kunt doen om te leren wat je wilt leren. Om deze cognitieve leerprocessen aan te sturen moet je een
goed beeld hebben van wat je al kent en kunt. Deze ‘kennis over kennis’ heet metacognitie.

4 soorten kennis binnen de metacognitie:
 Declaratieve kennis
Alle kennis die je hebt over een bepaald onderwerp. Een deel is een concreet soort kennis
zoals feiten en een deel is wat je weet omdat je ze hebt meegemaakt.
 Procedurele kennis
Weten welke vaardigheden we beheersen. Ervaring is hierbij belangrijk, hoe vaker je het
gedaan hebt, hoe beter je erin wordt.
 Situationele kennis
Weten in welke situatie we effectief leren, doordat je vergelijkbare situaties hebt
meegemaakt waardoor je nu weet welke declaratieve/procedurele/strategische kennis je
kunt inzetten. Kennis van de situatie maakt een adequate voorbereiding mogelijk.
 Strategischekennis




4
$8.68
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
vogelssanne Fontys Hogeschool
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
43
Miembro desde
6 año
Número de seguidores
7
Documentos
24
Última venta
2 meses hace

3.3

6 reseñas

5
1
4
3
3
0
2
1
1
1

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes