DE NATIONALE OMBUDSMAN:
- De ombudsman wordt gezien als sluitstuk op het stelsel van rechtsbescherming.
- Het betreft een externe klachtencommissie.
- Het gaat niet alleen om de Nationale ombudsman maar kan ook gaan om
ombudsmannen of commissies ingesteld krachtens de Gemeentewet, Provinciewet e.d.
- De Nationale ombudsman wordt door de Tweede Kamer benoemd voor een periode van
zes jaar.
- De ombudsman is geen rechtelijke instantie, hij kan geen bindende uitspraken doen.
- De Nationale ombudsman behandeld klachten over bepaalde gedragingen van
bestuursorganen en beoordeelt of het orgaan zich al dan niet behoorlijk heeft gedragen.
- Uitgangspunt is niet de oplossing van het geschil tussen de burger en de overheid maar
de beoordeling van de behoorlijkheid van overheidshandelen.
- Eerst was de regeling inzake klachtbehandeling opgenomen in de Wet Nationale
ombudsman. In 2005 is de regeling grotendeels overgeheveld naar titel 9.2 Awb.
- Sinds 1 januari 2006 bestaat er voor de decentrale overheden de verplichting een
externe klachtvoorziening in het leven te roepen. De overheden hebben de keuze zelf
een ombudsman of commissie in te stellen. Is dit er niet dan vallen ze onder de Nationale
ombudsman. Het stelsel van extern klachtenrecht is hiermee dekkend!
- Alvorens een verzoek aan een ombudsman te doen dient een klacht te worden ingediend
bij het betreffende bestuursorgaan. Het bestuursorgaan heeft zelf een intern klachtrecht,
dit is geregeld in afdeling 9.1.1 Awb.
- De ombudsman is onder meer niet bevoegd een onderzoek in te stellen of voort te
zetten:
a. als de aangelegenheid behoort tot het algemeen regeringsbeleid,
b. betreffende algemeen verbindende voorschriften.
- Op grond van artikel 9:22 Awb is de ombudsman in een aantal situaties niet bevoegd een
onderzoek in te stellen of voort te zetten. Dit is dan van tijdelijke of blijvende aard:
1- als het verzoek betrekking heeft op een gedraging waartegen beklag kan worden
gedaan of beroep kan worden ingesteld, tenzij de gedraging bestaat uit het niet tijdig
nemen van een besluit, of waartegen beklag- of beroepsprocedure aanhangig is =
tijdelijke onbevoegdheid.
2- Als het verzoek betrekking heeft op een gedraging ten aanzien waarvan een
procedure bij een andere rechtelijke instantie dan een bestuursrechter aanhangig is,
dan wel beroep openstaat tegen een uitspraak in de betreffende procedure =
tijdelijke onbevoegdheid.
3- Als het verzoek betrekking heeft op een gedraging ten aanzien waarvan door een
bestuursrechter uitspraak is gedaan. Hij blijft wel bevoegd ten aanzien van bepaalde
voorbereidingshandelingen = blijvende onbevoegdheid.
4- Als het verzoek betrekking heeft op een gedraging waarop de rechtelijke macht
toeziet = blijvende onbevoegdheid.