Voorgeschiedenis Beowulf
The Anglo-Saxon invasion 449 AD
● Snelle uiteenvallen Romeinse Rijk ➡ Britse provincies ergens begin 5e eeuw
losgelaten
● Ondanks dat Romeinen meer dan 400 jaar aan macht waren, lieten ze niet
veel van hun Latijnse taal achter, behalve plaatsnamen
● Niet verrassend waren barbaarse indringers (barbarian invaders), zoals de
Picten en Schotten (Picts and Scotts), al aan de grenzen aan het roepen ➡
de belegerde Britten (Britons) wendden zich tot verschillende Germaanse
stammen (Germanic tribes) voor ‘bescherming’
● Vanaf 449 n.Chr. ➡ de Angelen, Saksen en Juten (Angles, Saxons and Jutes)
begonnen te arriveren en agressief thuis te vestigen ➡ veel inheemse Britten
namen de benen en trokken zich terug naar Cornwall, Wales en Cumbria ➡
de Cornish, Welsh en Cambric talen ontwikkelden zich, maar de Keltische
cultuur van centraal, zuidelijk en noordoostelijk Engeland had geen schijn van
kans in een land dat werd geregeerd door Anglo-Saksen
Language development
● De Anglo-Saxen (the Anglo-Saxons) hadden weinig belangstelling voor de
inheemse keltische taal (native Celtic language) ➡ gebruikten liever hun
eigen taal en runenschrift (runic script)
● 579 n.Chr. begonnen christelijke missionarissen aan te komen onder leiding
van Augustine ➡ ze brachten een enorme Latijnse woordenschat mee en
produceerden grote hoeveelheden manuscripten in vorm van de Bijbel en
andere religieuze teksten ➡ missionarissen zorgen hiermee voor de eerste
geletterdheid
● Er was geen standaardsysteem voor spelling ➡ schrijvers spelden woorden
zoals ze klonken in hun eigen regio ➡ bewijs van Oud-Engelse dialecten
● Vier belangrijke dialecten ontstonden in Engeland:
● Noordumbrians ➡ noorden
● Merciaans ➡ midden
● West-Saksisch ➡ zuiden en westen
● Kentisch ➡ zuidoosten
● Meeste Oud-Engelse documenten geschreven in west-Saksisch ➡ het
dialect van het politiek prestigieuze gebied Wessex, waar Alfred de
Grote in de 9e eeuw zou heersen
Beowulf part I
Shield Sheafson:
● Gesel van vele stammen
● Vernieler van mede-banken
, ● Was een ‘goede koning’ door zijn macht, meedogenloosheid in de strijd en
kracht
● jongenskind geboren voor hem ➡ een troost die door god naar die natie is
gestuurd ➡ Denen vereerden hem
● Had beroemde zoon verwekt ➡ Beow’s naam was bekend in het noorden
● Jonge prins moet voorzichtig zijn, vrijelijk geven terwijl zijn vader leeft,
zodat op latere leeftijd, wanneer de gevechten beginnen, standvastige
metgezellen naast hem zullen staan en de lijn vasthouden ➡ gedrag
dat bewonderd wordt is de weg naar macht onder mensen overal
● Shield bloeide nog steeds toen zijn tijd kwam
● stak over in de bewaring des Heeren
● Zijn strijdersbond deed wat hij hen had gevraagd ➡ toen hij de wet
onder de Denen vastlegde: ze droegen hem op schouders naar de
zondvloed van de zee ➡ strekten hun geliefde heer uit in de boot, de
grote ringgever ➡ vergezochte schatten en kostbare spullen op hem
gestapeld ➡ erg goed ingericht schip ➡ met battle tackle, bladwapens
en maliënkolder ➡ massaschat zou ver reizen op de deining van de
oceaan ➡ lichaam niet minder overvloedig versierd dan de eersten
deden die hem als kind verstoten hadden ➡ lanceerde hem alleen
over de golven ➡ gouden standaard hoog boven zijn hoofd ➡
niemand weet wie de lading heeft geborgen
Beow:
● Moest daarna de forten onderhouden
● Stond goed aangeschreven en regeerde over de Denen lange tijd na dood
van zijn vader
● Zijn erfgenaam ➡ de grote Halfdane zwaaide de scepter zolang hij leefde
(hun oudste en krijgsheer)
● Halfdane (vechtprins) werd 4x vader ➡ Heorogar, Hrothgar, de goede
Halga en een dochter, die Onela's koningin was, een balsem in bed
voor de door de strijd getekende Zweed
Hrothgar:
● Lotgevallen van oorlog in zijn voordeel
● Vrienden en bloedverwanten stroomden naar zijn gelederen, jonge
volgelingen ➡ kracht die groeide om een machtig leger te zijn ➡ zijn
gedachtes gingen naar hallenbouw ➡ gaf bevel aan zijn mannen om grote
mead-hall te bouwen
● bedoeld om voor altijd een wereldwonder te zijn
● Zou zijn troonzaal worden en daar zou hij uitdelen zijn door God
gegeven goederen aan jong en oud, maar niet het gemeenschappelijke
land of het leven van mensen
● Opdrachten om muurplaats te versieren naar vele volkeren gezonden
➡ hal stond er al snel ➡ de hal der hallen ➡ Heorot was de naam,
The Anglo-Saxon invasion 449 AD
● Snelle uiteenvallen Romeinse Rijk ➡ Britse provincies ergens begin 5e eeuw
losgelaten
● Ondanks dat Romeinen meer dan 400 jaar aan macht waren, lieten ze niet
veel van hun Latijnse taal achter, behalve plaatsnamen
● Niet verrassend waren barbaarse indringers (barbarian invaders), zoals de
Picten en Schotten (Picts and Scotts), al aan de grenzen aan het roepen ➡
de belegerde Britten (Britons) wendden zich tot verschillende Germaanse
stammen (Germanic tribes) voor ‘bescherming’
● Vanaf 449 n.Chr. ➡ de Angelen, Saksen en Juten (Angles, Saxons and Jutes)
begonnen te arriveren en agressief thuis te vestigen ➡ veel inheemse Britten
namen de benen en trokken zich terug naar Cornwall, Wales en Cumbria ➡
de Cornish, Welsh en Cambric talen ontwikkelden zich, maar de Keltische
cultuur van centraal, zuidelijk en noordoostelijk Engeland had geen schijn van
kans in een land dat werd geregeerd door Anglo-Saksen
Language development
● De Anglo-Saxen (the Anglo-Saxons) hadden weinig belangstelling voor de
inheemse keltische taal (native Celtic language) ➡ gebruikten liever hun
eigen taal en runenschrift (runic script)
● 579 n.Chr. begonnen christelijke missionarissen aan te komen onder leiding
van Augustine ➡ ze brachten een enorme Latijnse woordenschat mee en
produceerden grote hoeveelheden manuscripten in vorm van de Bijbel en
andere religieuze teksten ➡ missionarissen zorgen hiermee voor de eerste
geletterdheid
● Er was geen standaardsysteem voor spelling ➡ schrijvers spelden woorden
zoals ze klonken in hun eigen regio ➡ bewijs van Oud-Engelse dialecten
● Vier belangrijke dialecten ontstonden in Engeland:
● Noordumbrians ➡ noorden
● Merciaans ➡ midden
● West-Saksisch ➡ zuiden en westen
● Kentisch ➡ zuidoosten
● Meeste Oud-Engelse documenten geschreven in west-Saksisch ➡ het
dialect van het politiek prestigieuze gebied Wessex, waar Alfred de
Grote in de 9e eeuw zou heersen
Beowulf part I
Shield Sheafson:
● Gesel van vele stammen
● Vernieler van mede-banken
, ● Was een ‘goede koning’ door zijn macht, meedogenloosheid in de strijd en
kracht
● jongenskind geboren voor hem ➡ een troost die door god naar die natie is
gestuurd ➡ Denen vereerden hem
● Had beroemde zoon verwekt ➡ Beow’s naam was bekend in het noorden
● Jonge prins moet voorzichtig zijn, vrijelijk geven terwijl zijn vader leeft,
zodat op latere leeftijd, wanneer de gevechten beginnen, standvastige
metgezellen naast hem zullen staan en de lijn vasthouden ➡ gedrag
dat bewonderd wordt is de weg naar macht onder mensen overal
● Shield bloeide nog steeds toen zijn tijd kwam
● stak over in de bewaring des Heeren
● Zijn strijdersbond deed wat hij hen had gevraagd ➡ toen hij de wet
onder de Denen vastlegde: ze droegen hem op schouders naar de
zondvloed van de zee ➡ strekten hun geliefde heer uit in de boot, de
grote ringgever ➡ vergezochte schatten en kostbare spullen op hem
gestapeld ➡ erg goed ingericht schip ➡ met battle tackle, bladwapens
en maliënkolder ➡ massaschat zou ver reizen op de deining van de
oceaan ➡ lichaam niet minder overvloedig versierd dan de eersten
deden die hem als kind verstoten hadden ➡ lanceerde hem alleen
over de golven ➡ gouden standaard hoog boven zijn hoofd ➡
niemand weet wie de lading heeft geborgen
Beow:
● Moest daarna de forten onderhouden
● Stond goed aangeschreven en regeerde over de Denen lange tijd na dood
van zijn vader
● Zijn erfgenaam ➡ de grote Halfdane zwaaide de scepter zolang hij leefde
(hun oudste en krijgsheer)
● Halfdane (vechtprins) werd 4x vader ➡ Heorogar, Hrothgar, de goede
Halga en een dochter, die Onela's koningin was, een balsem in bed
voor de door de strijd getekende Zweed
Hrothgar:
● Lotgevallen van oorlog in zijn voordeel
● Vrienden en bloedverwanten stroomden naar zijn gelederen, jonge
volgelingen ➡ kracht die groeide om een machtig leger te zijn ➡ zijn
gedachtes gingen naar hallenbouw ➡ gaf bevel aan zijn mannen om grote
mead-hall te bouwen
● bedoeld om voor altijd een wereldwonder te zijn
● Zou zijn troonzaal worden en daar zou hij uitdelen zijn door God
gegeven goederen aan jong en oud, maar niet het gemeenschappelijke
land of het leven van mensen
● Opdrachten om muurplaats te versieren naar vele volkeren gezonden
➡ hal stond er al snel ➡ de hal der hallen ➡ Heorot was de naam,