Gedrag in organisaties/AOP= gedrag in organisaties (GIO) bestudeert de invloed die
individuele factoren, groepsprocessen en organisatiestructuren hebben op menselijk gedrag
in organisaties. Het begrijpen van gedrag van mensen in organisaties.
Gio= een toegepaste wetenschap met als belangrijkste doel; de effectiviteit van organisaties
te verbeteren.
Systematisch onderzoek verbetert nauwkeurige voorspellingen:
- Verbanden tussen verschijnselen
- Onderscheid oorzaak en gevolg
- Gegevens verzamelen (gecontroleerd, verantwoord gemeten)
Onafhankelijke variabelen (X) Afhankelijke variabelen (Y) Contingentievariabelen (Z)
Oorzaken (werkdruk) Gevolg (stressreacties) Wat speelt een rol?
(persoonlijkheid)
Fundamentele wetenschappen:
, H1 Inleiding op gedrag in organisaties
Psychologie= de wetenschap die het gedrag van mensen wil meten, verklaren en soms ook
veranderen (het individu)
Sociale psychologie= combineert begrippen uit de psychologie en sociologie met elkaar,
maar wordt doorgaans beschouwd als een tak van de psychologie. Bestudeert hoe mensen
in groepen elkaars gedrag beïnvloeden.
Sociologie= bestudeert mensen en hun gedrag in relatie tot hun sociale omgeving of cultuur.
Antropologie= de wetenschap die verschillende samenlevingen vergelijkt om meer te weten
te komen over mensen en hun activiteiten.
Contingentievariabelen= de voorwaarden die mogelijk maken dat X (gedrag) tot Y (gevolg)
leidt
Ethisch dilemma's= botsing tussen verschillende morele waarden
HRM= vakgebied dat zich richt op het optimaal kunnen functioneren van mensen in een
organisatie met het oog op de aantrekkelijkheid, efficiëntie en effectiviteit van de organisatie.
Institutionele omgeving= de wetten, afspraken en bevoegde instellingen die mede bepalen
wat in een organisatie is toegestaan en wenselijk is, en wat juist niet.
Hoofddoelen HRM:
1. Stel medewerkers in staat een optimaal prestatieniveau te bereiken
2. Bevorder dat mensen zich betrokken kunnen voelen bij de organisatie
3. Bewaak dat de organisatie in haar arbeidsrelatie maatschappelijk aanvaardbaar
optreedt en zich houdt aan wetten, regelgeving en cao-afspraken
Kennisclip 3.1
Persoonlijkheid= optelsom van constante en typerende manieren van reageren en interactie.
Big 5: (leervermogen, leiderschap, verandering)
1. Emotionele stabiliteit
2. Extraversie
3. Openstaan voor ervaringen
4. Inschikkelijkheid
5. Plichtsgetrouw
6. (Integriteit)