HOOFDSTUK 1: INLEIDING EN ALGEMENE PRINCIPES
1. INLEIDING
Orthopedie = diagnose en behandeling van aandoeningen van het bewegingsstelsel
Bewegingsstelsel is 1/6 van alle raadplegingen bij de arts
Functie kan je beoordelen adhv
- Range of motion
- Kracht
- Stabiliteit
- Snelheid
Bestaat uit
- Botten
- Gewrichten
- Spieren
- Ligamenten
- Pezen
Verschillende soorten pathologie:
- Traumatologie
- Degeneratieve aandoeningen
- Reumatologie
- Tumoren
- Infectie
1) Bot
= gespecialiseerd bindweefsel met een vaste structuur
- Cortex of compacta = dens bot met 10% porositeit Zelfde samenstelling
- Trabeculair of cancelleus bot heft 50-90% porositeit maar structureel anders
Biologische functie: calium metabolisme en hematopoëse
Bot – Beenmerg – Periost
Kort – Lang – Plat
Lange beenderen hebben een
- Diafyse
o Dik, dens, tubulair corticaal bot
o Weerstand tegen torsie en plooien
- Metafyse
o Breder deel van het bot maar dunnere cortex
o Trabeculair bot voor demping en vervorming
1
, - Epifyse
Wet van Wolff: Structuur wordt evolutionair bepaald door de richting en grootte orde van
de krachten die op het bot inwerken => bepaald door mechanische belasting
2) Gewricht
= vergelijkbaar met een versnellingsbak (transmissie van krachten van spieren naar de grond
(zoals in hefbomen)
M=F*D
- Scharniergewricht
- Kogelgewricht
- Zadelgewricht
Stabiliteit van een gewricht wordt bepaald door
- Congruentie
o Bot
o Kraakbeen Passieve stabilisatie
o Menisci
- Ligamenten
- Spieren Dynamische stabilisatie
Wisselwerking tussen stabiliteit vs mobiliteit => balans is belangrijk
3) Ligamenten
Laten beweging toe maar beperken de beweging tot de normale bewegingsboog die afhangt
van
- Leeftijd
- Genetische predispositie
- Oefening
Spelen ook een rol in proprioceptie in de dynamische stabiliteit
Ligamenten hebben receptoren en spieren zijn de actoren
2
, 2. FRACTUREN
= een anatomische onderbreking van de continuïteit van het bot veroorzaakt door een
kracht die inwerkt op het bot en de draagkracht van het bot overschrijdt
Hangt dus af van
- Sterkte van het bot
- Grootte van de kracht
1) Indeling
Volgens inwerkende kracht, structureel, in relatie met omliggende weefsels, volgens
morfologie…
A) Volgens inwerkende kracht
Ontstaansmechanisme bepaalt mee het behandelplan
- Low energy impact
- High energy impact
Stress fractuur
= heeft een inwerkende kracht die te klein is om bot te breken maar groot genoeg of
frequent genoeg om botremodellering te veroorzaken
Oorzaken:
o Plotse toename in activiteitsniveau
o Overgewicht
o Biomechanische afwijkingen
Meestal in bepaalde predilectieplaatsen
- Femurhals
- Proximale tibia
- Metatarsaal
B) Structureel
3
, Groenhout fractuur
- Vooral bij kinderen
- Dik en elastisch periost
- Intrinsiek vrij stabiele fractuur
- Vaak een sterke hoekstand dus te corrigeren met manipulatie
Fissuur
- Continuïteit van het bot is slechts gedeeltelijk verbroken
- Fragmenten zijn niet verplaatst
- Goed contact tussen de breukvlakken
Volledige fractuur
Multifragmentaire fractuur
Impactiefractuur
- In metafysaire regio
- Trabeculair bot raakt geimpacteerd
- Relatief beperkte verplaatsing
- Vaak in femurhals
C) In relatie met omliggende weefsels
Gesloten fractuur
- Huid blijft intact, er zijn geen verbindingen met de buitenwereld
Open fractuur
- Van binnen naar buiten OF van buiten naar binnen
- Gustilo Classificatie
o Graad 1 <1cm
o Graad 2 1-10 cm
o Graad 3 >10cm
▪ Primair sluiten
▪ Niet te sluiten
▪ Vasculaire verwikkelingen?
Verwikkelde fractuur
- Bloedvaten
o Supracondylaire humerusfractuur: a. brachialis
o A. poplitea bij fracturen of luxaties rond de knie
- Zenuwen
o Bij een humerusfractuur kan de n. radialis geraakt worden
o N. peroneus bij fracturen rond de knie
- Inwendige organen
o Blaas
o Urethra
4
1. INLEIDING
Orthopedie = diagnose en behandeling van aandoeningen van het bewegingsstelsel
Bewegingsstelsel is 1/6 van alle raadplegingen bij de arts
Functie kan je beoordelen adhv
- Range of motion
- Kracht
- Stabiliteit
- Snelheid
Bestaat uit
- Botten
- Gewrichten
- Spieren
- Ligamenten
- Pezen
Verschillende soorten pathologie:
- Traumatologie
- Degeneratieve aandoeningen
- Reumatologie
- Tumoren
- Infectie
1) Bot
= gespecialiseerd bindweefsel met een vaste structuur
- Cortex of compacta = dens bot met 10% porositeit Zelfde samenstelling
- Trabeculair of cancelleus bot heft 50-90% porositeit maar structureel anders
Biologische functie: calium metabolisme en hematopoëse
Bot – Beenmerg – Periost
Kort – Lang – Plat
Lange beenderen hebben een
- Diafyse
o Dik, dens, tubulair corticaal bot
o Weerstand tegen torsie en plooien
- Metafyse
o Breder deel van het bot maar dunnere cortex
o Trabeculair bot voor demping en vervorming
1
, - Epifyse
Wet van Wolff: Structuur wordt evolutionair bepaald door de richting en grootte orde van
de krachten die op het bot inwerken => bepaald door mechanische belasting
2) Gewricht
= vergelijkbaar met een versnellingsbak (transmissie van krachten van spieren naar de grond
(zoals in hefbomen)
M=F*D
- Scharniergewricht
- Kogelgewricht
- Zadelgewricht
Stabiliteit van een gewricht wordt bepaald door
- Congruentie
o Bot
o Kraakbeen Passieve stabilisatie
o Menisci
- Ligamenten
- Spieren Dynamische stabilisatie
Wisselwerking tussen stabiliteit vs mobiliteit => balans is belangrijk
3) Ligamenten
Laten beweging toe maar beperken de beweging tot de normale bewegingsboog die afhangt
van
- Leeftijd
- Genetische predispositie
- Oefening
Spelen ook een rol in proprioceptie in de dynamische stabiliteit
Ligamenten hebben receptoren en spieren zijn de actoren
2
, 2. FRACTUREN
= een anatomische onderbreking van de continuïteit van het bot veroorzaakt door een
kracht die inwerkt op het bot en de draagkracht van het bot overschrijdt
Hangt dus af van
- Sterkte van het bot
- Grootte van de kracht
1) Indeling
Volgens inwerkende kracht, structureel, in relatie met omliggende weefsels, volgens
morfologie…
A) Volgens inwerkende kracht
Ontstaansmechanisme bepaalt mee het behandelplan
- Low energy impact
- High energy impact
Stress fractuur
= heeft een inwerkende kracht die te klein is om bot te breken maar groot genoeg of
frequent genoeg om botremodellering te veroorzaken
Oorzaken:
o Plotse toename in activiteitsniveau
o Overgewicht
o Biomechanische afwijkingen
Meestal in bepaalde predilectieplaatsen
- Femurhals
- Proximale tibia
- Metatarsaal
B) Structureel
3
, Groenhout fractuur
- Vooral bij kinderen
- Dik en elastisch periost
- Intrinsiek vrij stabiele fractuur
- Vaak een sterke hoekstand dus te corrigeren met manipulatie
Fissuur
- Continuïteit van het bot is slechts gedeeltelijk verbroken
- Fragmenten zijn niet verplaatst
- Goed contact tussen de breukvlakken
Volledige fractuur
Multifragmentaire fractuur
Impactiefractuur
- In metafysaire regio
- Trabeculair bot raakt geimpacteerd
- Relatief beperkte verplaatsing
- Vaak in femurhals
C) In relatie met omliggende weefsels
Gesloten fractuur
- Huid blijft intact, er zijn geen verbindingen met de buitenwereld
Open fractuur
- Van binnen naar buiten OF van buiten naar binnen
- Gustilo Classificatie
o Graad 1 <1cm
o Graad 2 1-10 cm
o Graad 3 >10cm
▪ Primair sluiten
▪ Niet te sluiten
▪ Vasculaire verwikkelingen?
Verwikkelde fractuur
- Bloedvaten
o Supracondylaire humerusfractuur: a. brachialis
o A. poplitea bij fracturen of luxaties rond de knie
- Zenuwen
o Bij een humerusfractuur kan de n. radialis geraakt worden
o N. peroneus bij fracturen rond de knie
- Inwendige organen
o Blaas
o Urethra
4