H1.1 Atoombouw en periodiek systeem
Ontwikkeling van atoom model Elektronenschillen:
Voor een neutraal atoom geldt
- atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
- massagetal = aantal protonen + aantal neutronen
- atoommassa = zo exact mogelijk vastgestelde massa van een atoom
• Isotopen zijn atomen die in de kern hetzelfde aantal protonen hebben, maar een verschillend aantal neutronen. Je kunt ze onderscheiden door verschil in massagetal
(binas 25A).
6
6
Massagetal noteren:
• Atomaire massa-eenheid u: 1u = 1,66 * 10
• Valentie-elektronen: aantal elektronen in de buitenste schil
• Elektronenconfiguratie: verdeling van elektronen over de schillen
• Edelgassen: groep 18, reageert bijna niet behalve helium. Ze hebben steeds 8 valentie-elektronen (behalve helium) deze edelgasconfiguratie zorgt voor steuigheid →
verklaart lage reactiviteit
• Okteregel: regel dat atomen bij voorkeur 8 elektronen in de buitenste schil hebben
• Halogenen: groep 17, reageren makkelijk met metalen en nemen daarbij een elektron op
• Alkalimetalen, groep 1 en aardalkalimetalen, groep 2 → meest reactief
Niet-metalen, groep 1 t/m 17 → kunnen edelgasconfiguratie bereiken door elektronenpaar met een ander atoom te delen via convalentie binding/atoombinding.
Aantal convalentie bindingen een atoom kan vormen om edelgassconfiguratie te krijgen heet covalentie
H1.2 De chemische hoeveelheid
Binas 3 en 4: grootheden en standaardheden.
Alle formules van par.2:
- V: volume (m3) m3 = kL
- p: dichtheid (kg/m3)
- m: massa (kg)
- M: molaire massa (g/mol)
- n: chemische hoeveelheid (mol)
- Na: getal van Avogadro, 6,02*10^23 deeltjes per mol (mol^-1)
- N: aantal deeltjes
, H1.3 Rekenen aan gehaltes
- Meetwaanden en telwaarden: Proef 3X uitvoeren moeten worden opgeteld en gedeeld door 3. Significantie is dan niet maar 1 cijfer, want 3 is dan
een telwaarden.
- Wetenschappelike notatie: 0,00230 → 2,30 •10^-3m. 1 cijfer voor de komma en geef je verder aan met een tiende macht.
- Afrondingsregels bij berekeningen met meerwaarden:
1. Optellen en aftrekken → afgerond op minste cijfer na komma.
2. Delen en vermeniguuldigen → minste aantal significante cijfers.
3. Als ze 1 en 2 doen -> eerst reged 1 dan 2
Het gehalte van een stof in een mengsel kun je uitdrukken in het aantal delen dat die stof van het gehele mengsel uitmaakt.
PPM: parst per million -
wordt gebruikt wanneer gehalte erg laag is,
PPB : parst per billion je drukt gehalte ut in miljoenste of zelfs miljardste.
Formule concentratie
- [A]: molariteit van deeltje A (mol/L) of (molair)
- c(A): concentratie van deeltje A (mol/ L) of (molair)
- n: chemische hoeveelheid in mol
- V: volume (L)
- Concentratie: geeft aan hoeveel een bepaalde stof in een liter oplossing zit. (g/L) (mol/L.) → molariteit
H1.4 Rekenen aan reacties
- Wet van behoud van massa: massa gaat niet verloren, dus links en rechts van pijl zelfde massa
- Stoichiometrische of molverhouding:
Stappen plan rekenen aan reacties:
1. Geef reactievergelijking
2. Bereken de chemische hoeveelheid van gegeven stof
3. Bereken de chemische hoeveelheid van gevraagde stof
4. Reken de chemische hoeveelheid om naar de gevraagde grootheid en eenheid
5. Controleer de significantie
- Ondermaat: stof die als 1e op gaat na een reactie. Beginstoffen nemen af chemische hoeveelheden reactieproducten. Bepaalt hoeveel er
max wordt gemaakt.
- Overmaat: Beginstaf die overblijft.
Je kunt berekenen welke stof over-of ondermaat is door van beide stoffen de chemische hoeveelheid (mol) te berekenen en de verhouding
daarvan te vergelijken met de mol-verhouding in de reactievergelijking.
Ontwikkeling van atoom model Elektronenschillen:
Voor een neutraal atoom geldt
- atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
- massagetal = aantal protonen + aantal neutronen
- atoommassa = zo exact mogelijk vastgestelde massa van een atoom
• Isotopen zijn atomen die in de kern hetzelfde aantal protonen hebben, maar een verschillend aantal neutronen. Je kunt ze onderscheiden door verschil in massagetal
(binas 25A).
6
6
Massagetal noteren:
• Atomaire massa-eenheid u: 1u = 1,66 * 10
• Valentie-elektronen: aantal elektronen in de buitenste schil
• Elektronenconfiguratie: verdeling van elektronen over de schillen
• Edelgassen: groep 18, reageert bijna niet behalve helium. Ze hebben steeds 8 valentie-elektronen (behalve helium) deze edelgasconfiguratie zorgt voor steuigheid →
verklaart lage reactiviteit
• Okteregel: regel dat atomen bij voorkeur 8 elektronen in de buitenste schil hebben
• Halogenen: groep 17, reageren makkelijk met metalen en nemen daarbij een elektron op
• Alkalimetalen, groep 1 en aardalkalimetalen, groep 2 → meest reactief
Niet-metalen, groep 1 t/m 17 → kunnen edelgasconfiguratie bereiken door elektronenpaar met een ander atoom te delen via convalentie binding/atoombinding.
Aantal convalentie bindingen een atoom kan vormen om edelgassconfiguratie te krijgen heet covalentie
H1.2 De chemische hoeveelheid
Binas 3 en 4: grootheden en standaardheden.
Alle formules van par.2:
- V: volume (m3) m3 = kL
- p: dichtheid (kg/m3)
- m: massa (kg)
- M: molaire massa (g/mol)
- n: chemische hoeveelheid (mol)
- Na: getal van Avogadro, 6,02*10^23 deeltjes per mol (mol^-1)
- N: aantal deeltjes
, H1.3 Rekenen aan gehaltes
- Meetwaanden en telwaarden: Proef 3X uitvoeren moeten worden opgeteld en gedeeld door 3. Significantie is dan niet maar 1 cijfer, want 3 is dan
een telwaarden.
- Wetenschappelike notatie: 0,00230 → 2,30 •10^-3m. 1 cijfer voor de komma en geef je verder aan met een tiende macht.
- Afrondingsregels bij berekeningen met meerwaarden:
1. Optellen en aftrekken → afgerond op minste cijfer na komma.
2. Delen en vermeniguuldigen → minste aantal significante cijfers.
3. Als ze 1 en 2 doen -> eerst reged 1 dan 2
Het gehalte van een stof in een mengsel kun je uitdrukken in het aantal delen dat die stof van het gehele mengsel uitmaakt.
PPM: parst per million -
wordt gebruikt wanneer gehalte erg laag is,
PPB : parst per billion je drukt gehalte ut in miljoenste of zelfs miljardste.
Formule concentratie
- [A]: molariteit van deeltje A (mol/L) of (molair)
- c(A): concentratie van deeltje A (mol/ L) of (molair)
- n: chemische hoeveelheid in mol
- V: volume (L)
- Concentratie: geeft aan hoeveel een bepaalde stof in een liter oplossing zit. (g/L) (mol/L.) → molariteit
H1.4 Rekenen aan reacties
- Wet van behoud van massa: massa gaat niet verloren, dus links en rechts van pijl zelfde massa
- Stoichiometrische of molverhouding:
Stappen plan rekenen aan reacties:
1. Geef reactievergelijking
2. Bereken de chemische hoeveelheid van gegeven stof
3. Bereken de chemische hoeveelheid van gevraagde stof
4. Reken de chemische hoeveelheid om naar de gevraagde grootheid en eenheid
5. Controleer de significantie
- Ondermaat: stof die als 1e op gaat na een reactie. Beginstoffen nemen af chemische hoeveelheden reactieproducten. Bepaalt hoeveel er
max wordt gemaakt.
- Overmaat: Beginstaf die overblijft.
Je kunt berekenen welke stof over-of ondermaat is door van beide stoffen de chemische hoeveelheid (mol) te berekenen en de verhouding
daarvan te vergelijken met de mol-verhouding in de reactievergelijking.