Begrippen vermogensrecht
Hoofdstuk 2
Aanbod en Aanvaarding = Handelingen verricht door ten minste twee personen die tezamen
leiden tot het ontstaan van een overeenkomst.
Aanvullende schadevergoeding = Eis waarbij uitsluitend of naast nakoming, ontbinding of
vervangende schadevergoeding, vertragingsschade of gevolgschade wordt gevorderd als
resultaat van wanprestate door de schuldenaar.
Aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid = Rechtsfguur die ertoe kan leiden
dat tussen partjen iets van kracht is, hoewel dit niet met zoveel woorden was afgesproken.
Beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid = Rechtsfguur die ertoe kan leiden
dar een onderdeel van een overeenkomst voor niet-geschreven wordt gehouden en dus ook
niet van toepassing is op de juridische relate tussen de betrokken partjen. In plaats van
beperkende werking wordt ook wel gesproken over de derogerende werking.
Blote rechtsfeiten = Feit waaruit rechtsgevolgen voortkomen zonder dat de betrokkene in
staat is daarop wezenlijke invloed uit te oefenen. Voorbeelden: geboorte, overlijden,
bereiken van het 18de of 65ste levensjaar.
Duurovereenkomst = Overeenkomst die op contnuuteit gericht is en die moet worden
opgezegd, wil zij ten einde komen.
Eenzijdige overeenkomst = Overeenkomst waaruit slechts één verbintenis voortvloeit en
waarbij dus de ene partj een recht krijgt en de andere partj een plicht heef.
Exoneratebeding = beding waarbij een van de contracterende partjen haar
aansprakelijkheid voor mogelijke schade van de wederpartj heef uitgesloten.
Feitelijke handeling = handeling waarbij een bepaald rechtsgevolg intreedt, geheel los van
de vraag of dit rechtsgevolg ook gewild is. Prototype is de onrechtmatge daad.
Garanteverplichtng = Clausule waarbij een van de contracterende partjen ermee instemt
dat zij bepaalde schadeposten zal vergoeden als deze zich zullen voordoen, hoewel zij
zonder deze clausule daartoe niet gehouden zou zijn.
Genuszaak = soort zaak die niet geundividualiseerd is.
Handelingsonbekwaamheid = Onmogelijkheid op onaantastbare rechtshandelingen te
verrichten. Handelingsonbekwaamheid zijn minderjarigen, onder curatele gestelden en zij
die op grond van een rechterlijk bevel in een krankzinnigengestcht (psychiatrische
inrichtngg zijn geplaatst.
Ingebrekestelling = Schrifelijke sommate aan de schuldenaar om alsnog binnen een
redelijke termijn aan zijn contractuele verplichtng te voldoen.
Nakoming = Eis waarbij wordt gevorderd dat de wederpartj zal handelen zoals zij
contractueel heef toegezegd.
Nietge rechtshandeling = Rechtshandeling die van de aanvang af nooit geacht wordt te
hebben bestaan.
Obligatoire overeenkomst = Afspraak tussen twee of meerdere personen waaruit een of
meer verbintenissen (rechten en plichteng voortkomen.
Omzetngsmededeling = Bericht aan de schuldenaar waarbij wordt medegedeeld dat wordt
afgezien van nakoming en dat vervangende schadevergoeding zal worden gevorderd.
Onherroepelijk aanbod = bod dat niet meer kan worden ingetrokken omdat uitdrukkelijk
een termijn is gesteld waarbinnen het aanbod aanvaard kan worden.
, Ontbinding = Vordering als gevolg van wanprestate van de kant van de schuldenaar.
Resultaat van ontbinding is dat beide partjen bevrijd worden van de verplichtngen,
voortkomend uit de gesloten overeenkomst. Ontbinding heef geen terugwerkende kracht.
Opschortngsrecht = Recht om niet te voldoen aan de eigen uit overeenkomst
voortkomende verplichtng totdat de wederepartj nakomt. Het opschortngsrecht valt
uiteen in de excepto non adimplet contractus, de onzekerheidsexcepte en het
retenterecht.
Opzeggen = aan de wederpartj te kennen geven dat de overeenkomst ten einde zal komen.
Overmacht = Situate waarbij de schuldenaar niet kan worden veroordeeld tot
schadevergoeding doordat zich feiten hebben voorgedaan waardoor hij niet kon nakomen.
Bewezen moet worden dat de schuldenaar geen verwijt tref en dat de wet, een
overeenkomst of de verkeersopvatngen niet meebrengen dat de gevolgen, die feiten, voor
rekening van de debiteur zijn.
Rechtsfeit = juridisch relevant feit, omdat er een rechtsregel valt aan te wijzen die een
bepaald rechtsgevolg verbindt aan het betrefende feit.
Rechtshandeling = rechtsfeit met een rechtsgevolg dat beoogd is. Prototype voor de
meerzijdige rechtshandeling is de (obligatoreng overeenkomst, voor eenzijdige
rechtshandeling het testament.
Specieszaak = Geundividualiseerde zaak. Het onderscheid genus- en specieszaak kan van
belang zijn ingeval nakoming gevorderd wordt.
Verbintenisscheppende overeenkomst = Zie obligatoire overeenkomst.
Vernietgbare rechtshandeling = Rechtshandeling die rechtskracht bezit tot het moment
waarop deze door de wetelijke vertegenwoordiger van de partj die beschermd wordt,
vernietgd wordt.
Vervangende schadevergoeding = eis waarbij wordt afgezien van nakoming van de
verbintenis door de wederpartj en schadevergoeding gevorderd wordt die uit de niet-
nakoming is voortgekomen.
Verzuim = situate die intreedt nadat de schuldenaar de in de ingebrekestelling genoemde
redelijke termijn voorbij heef laten gaan.
Wanprestate = Niet, te late of ondeugdelijke nakoming van hetgeen waartoe men zich
verbonden heef. Synoniem voor wanprestate is ‘tekortkoming in de nakoming van een
verbintenis’.
Wederkerige overeenkomst = overeenkomst waarbij beide partjen ten minste zowel recht
verkrijgen als een plicht op zich nemen.
Wils- en vertrouwensleer = Leer waarbij ervan wordt uitgegaan, dat een verklaring die niet
strookt met de wil, niet kan leiden tot het tot stand komen van een overeenkomst. Er kom
echter alsnog een overeenkomst tot tand als de wederpartj er in redelijkheid op mocht
vertrouwen dat er geen discrepante bestond tussen wil en verklaring.
Wilsdefect = Rechtsfguur die ertoe leidt dat geen overeenkomst tot stand komt, omdat iets
verklaard is dat niet is gewild. Materie is geregeld in art, 3:33, 34 en 35 BW
Wilsgebrek = Rechtsfguur die ertoe kan leiden dat een overeenkomst vernietgd wordt
omdat de wil op een gebrekkige wijze gevormd is. Wil en verklaring stemmen wel overeen.
Wilsgebreken zijn dwaling, bedreiging, bedrog en misbruik van omstandigheden.
Hoofdstuk 4
Adequateleer = leer waarbij de omvang van de schade wed vastgesteld met behulp van de
vraag: welke schade was (nogg redelijkerwijs te voorzien.
Hoofdstuk 2
Aanbod en Aanvaarding = Handelingen verricht door ten minste twee personen die tezamen
leiden tot het ontstaan van een overeenkomst.
Aanvullende schadevergoeding = Eis waarbij uitsluitend of naast nakoming, ontbinding of
vervangende schadevergoeding, vertragingsschade of gevolgschade wordt gevorderd als
resultaat van wanprestate door de schuldenaar.
Aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid = Rechtsfguur die ertoe kan leiden
dat tussen partjen iets van kracht is, hoewel dit niet met zoveel woorden was afgesproken.
Beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid = Rechtsfguur die ertoe kan leiden
dar een onderdeel van een overeenkomst voor niet-geschreven wordt gehouden en dus ook
niet van toepassing is op de juridische relate tussen de betrokken partjen. In plaats van
beperkende werking wordt ook wel gesproken over de derogerende werking.
Blote rechtsfeiten = Feit waaruit rechtsgevolgen voortkomen zonder dat de betrokkene in
staat is daarop wezenlijke invloed uit te oefenen. Voorbeelden: geboorte, overlijden,
bereiken van het 18de of 65ste levensjaar.
Duurovereenkomst = Overeenkomst die op contnuuteit gericht is en die moet worden
opgezegd, wil zij ten einde komen.
Eenzijdige overeenkomst = Overeenkomst waaruit slechts één verbintenis voortvloeit en
waarbij dus de ene partj een recht krijgt en de andere partj een plicht heef.
Exoneratebeding = beding waarbij een van de contracterende partjen haar
aansprakelijkheid voor mogelijke schade van de wederpartj heef uitgesloten.
Feitelijke handeling = handeling waarbij een bepaald rechtsgevolg intreedt, geheel los van
de vraag of dit rechtsgevolg ook gewild is. Prototype is de onrechtmatge daad.
Garanteverplichtng = Clausule waarbij een van de contracterende partjen ermee instemt
dat zij bepaalde schadeposten zal vergoeden als deze zich zullen voordoen, hoewel zij
zonder deze clausule daartoe niet gehouden zou zijn.
Genuszaak = soort zaak die niet geundividualiseerd is.
Handelingsonbekwaamheid = Onmogelijkheid op onaantastbare rechtshandelingen te
verrichten. Handelingsonbekwaamheid zijn minderjarigen, onder curatele gestelden en zij
die op grond van een rechterlijk bevel in een krankzinnigengestcht (psychiatrische
inrichtngg zijn geplaatst.
Ingebrekestelling = Schrifelijke sommate aan de schuldenaar om alsnog binnen een
redelijke termijn aan zijn contractuele verplichtng te voldoen.
Nakoming = Eis waarbij wordt gevorderd dat de wederpartj zal handelen zoals zij
contractueel heef toegezegd.
Nietge rechtshandeling = Rechtshandeling die van de aanvang af nooit geacht wordt te
hebben bestaan.
Obligatoire overeenkomst = Afspraak tussen twee of meerdere personen waaruit een of
meer verbintenissen (rechten en plichteng voortkomen.
Omzetngsmededeling = Bericht aan de schuldenaar waarbij wordt medegedeeld dat wordt
afgezien van nakoming en dat vervangende schadevergoeding zal worden gevorderd.
Onherroepelijk aanbod = bod dat niet meer kan worden ingetrokken omdat uitdrukkelijk
een termijn is gesteld waarbinnen het aanbod aanvaard kan worden.
, Ontbinding = Vordering als gevolg van wanprestate van de kant van de schuldenaar.
Resultaat van ontbinding is dat beide partjen bevrijd worden van de verplichtngen,
voortkomend uit de gesloten overeenkomst. Ontbinding heef geen terugwerkende kracht.
Opschortngsrecht = Recht om niet te voldoen aan de eigen uit overeenkomst
voortkomende verplichtng totdat de wederepartj nakomt. Het opschortngsrecht valt
uiteen in de excepto non adimplet contractus, de onzekerheidsexcepte en het
retenterecht.
Opzeggen = aan de wederpartj te kennen geven dat de overeenkomst ten einde zal komen.
Overmacht = Situate waarbij de schuldenaar niet kan worden veroordeeld tot
schadevergoeding doordat zich feiten hebben voorgedaan waardoor hij niet kon nakomen.
Bewezen moet worden dat de schuldenaar geen verwijt tref en dat de wet, een
overeenkomst of de verkeersopvatngen niet meebrengen dat de gevolgen, die feiten, voor
rekening van de debiteur zijn.
Rechtsfeit = juridisch relevant feit, omdat er een rechtsregel valt aan te wijzen die een
bepaald rechtsgevolg verbindt aan het betrefende feit.
Rechtshandeling = rechtsfeit met een rechtsgevolg dat beoogd is. Prototype voor de
meerzijdige rechtshandeling is de (obligatoreng overeenkomst, voor eenzijdige
rechtshandeling het testament.
Specieszaak = Geundividualiseerde zaak. Het onderscheid genus- en specieszaak kan van
belang zijn ingeval nakoming gevorderd wordt.
Verbintenisscheppende overeenkomst = Zie obligatoire overeenkomst.
Vernietgbare rechtshandeling = Rechtshandeling die rechtskracht bezit tot het moment
waarop deze door de wetelijke vertegenwoordiger van de partj die beschermd wordt,
vernietgd wordt.
Vervangende schadevergoeding = eis waarbij wordt afgezien van nakoming van de
verbintenis door de wederpartj en schadevergoeding gevorderd wordt die uit de niet-
nakoming is voortgekomen.
Verzuim = situate die intreedt nadat de schuldenaar de in de ingebrekestelling genoemde
redelijke termijn voorbij heef laten gaan.
Wanprestate = Niet, te late of ondeugdelijke nakoming van hetgeen waartoe men zich
verbonden heef. Synoniem voor wanprestate is ‘tekortkoming in de nakoming van een
verbintenis’.
Wederkerige overeenkomst = overeenkomst waarbij beide partjen ten minste zowel recht
verkrijgen als een plicht op zich nemen.
Wils- en vertrouwensleer = Leer waarbij ervan wordt uitgegaan, dat een verklaring die niet
strookt met de wil, niet kan leiden tot het tot stand komen van een overeenkomst. Er kom
echter alsnog een overeenkomst tot tand als de wederpartj er in redelijkheid op mocht
vertrouwen dat er geen discrepante bestond tussen wil en verklaring.
Wilsdefect = Rechtsfguur die ertoe leidt dat geen overeenkomst tot stand komt, omdat iets
verklaard is dat niet is gewild. Materie is geregeld in art, 3:33, 34 en 35 BW
Wilsgebrek = Rechtsfguur die ertoe kan leiden dat een overeenkomst vernietgd wordt
omdat de wil op een gebrekkige wijze gevormd is. Wil en verklaring stemmen wel overeen.
Wilsgebreken zijn dwaling, bedreiging, bedrog en misbruik van omstandigheden.
Hoofdstuk 4
Adequateleer = leer waarbij de omvang van de schade wed vastgesteld met behulp van de
vraag: welke schade was (nogg redelijkerwijs te voorzien.
