Deelnemingsvrijstelling art 13 VPB:
Achtergrond: voorkoming dubbele belasting (ne bis in idem), verlengstukgedachte.
Voorwaarden:
- binnenlands belastingplichtige moeder -> geen FBI en vbi, beperkt belastingplichtige
indien behoort tot ondernemingsvermogen
- buitenlands moeder -> indien aandelen behoren tot binnenlandse VI
- indien niet nl VI dan niet in nl dividenbelast ->
tenzij 17 lid 3 sub b vpb (technisch AB)
- rechtsvorm: bv/nv open cv, cooperatie, OFGR, buitenlandse kapitaalvennootschap
- 5% van nominaal gestort kapitaal aandelen (ook soort aandelen)
- 5% bezit bewijzen
- lid van coöperatie of vereninging lid 2 sub c
- 5% van stemrechten (13 lid 3 VPB)
- commanditaire vennoot heeft een aandeel in open cv voor tenminste 5%
- geen beleggingsdeelneming tenzij kwalificerend 13 lid 9 (zie hieronder)
Bezit:
5% economisch of
gedeeltelijk economisch:
- falcons arrest (opties + potentieel 5% criterium)
- call en put opties
- idem converierechts en warrants
meesleep/meetrek:
meesleep 13 lid 4: als men een deelneming heeft dan geldt de dnv ook voor de overige soort
aandelen of winstbewijzen en deelnermschapslening 10 lid 1.
meetrek: bezit <5%
Indien de belastingplichtige aandelen heeft in een lichaam, maar die aandelen geen
deelneming vormen, kan toch onder deelnemingsvrijstelling vallen indien:
1. belastingplichtige met betreffende lichaam is verbonden
1. een met de belastingplichtige verbonden lichaam in de zin van art 10a lid 4 een
deelneming in betreffende lichaam heeft. LET OP VERBONDENHEIDSEIS ⅓% van M
met D. Als M dit niet heeft ook geen meetrek voor X.
,Werking:
- Voordeel/verlies uit deelneming blijven buiten aanmerking
- zowel plus als min
- kosten van aan en verkoop deelneming ook meegerekend
Gevolgen
- Hierdoor niet 2x dividendbelasting(VPB) uitkeren
- Bij verkoop werkmaatschappij geen directe belasting bij verkoop (geen box 2) vereist
3 jaar bezit door holding(fusie) geen NP zijn.
- indien geen winst ook geen aftrekbaar deelnemingsverlies (nadeel)
- uizondering liquidatieregling art. 13d (zie hieronder)
NB. Deelnemingsvrijstelling geldt ook voor deelnemingen in buitenlandse
dochtervennootschappen.
NB: blijft 3 jaar van toepassing na niet meer voldoen aan eisen. Min 1 jaar deelneming zijn.
Ratio: Niet-kwalificerende belegginsdeelnemingen geen vrijstelling:
willen niet dat beleggingen die uiteindelijk nergens worden belast, via de
deelnemingsvrijstelling onbelast naar NL komen.
Belegging?
Wat is een belegging: indien deze wordt aangehouden met het oog op het verkrijgen van
een rendement dat normaal vermogensbeheer kan worden verwacht.
Hiervoor is de oogmerk toets relevant van lid 9.
▪ relevant: subjectieve oogmerk belastingplichtige
● Waarom houdt de belastingplichtige de deelneming?
● vooral passieve activiteiten = aanknopingspunt wel belegging
● Aanknopingspunt geen belegging: Activiteiten van moeder en
dochter in elkaars verlenging liggen > aanwijzing dat er geen
deelnemingsvrijstelling geldt: (Bv moeder is hoveniersbedrijf en die
, houdt aandelen in bedrijven die hoeveniersporducten maakt, kan
zijn dat de moeder de dochter ook echt nodig heeft). Als je het echt
nodig hebt dan is het geen belegging maar een onderneming.
▪ Bij gemengd oogmerk (deels passief, deels actief) beoordelen waar het
zwaartepunt ligt
● Bijvoorbeeld: omzet, winst, personeel, activa
● Art. 13, lid 10 Wet VPB fingeert beleggingsoogmerk:
o Een deelneming wordt in ieder geval geacht een beleggingsdeelneming te zijn als:
▪ de bezittingen van het lichaam waarin de deelneming wordt gehouden (BV
Y), geconsolideerd doorgaans (in tijd) grotendeels (tenminste 50%) bestaan
uit aandelenbelangen van minder dan 5% in andere lichamen, EN/OF: (Dus
entiteit en achterliggende 5% belangen financieringswerkzaamheden
uitvoeren voor het concern). Als het grote belangen zijn dus meer dan 5%
▪ de functie van het lichaam waarin de deelneming wordt gehouden (BV Y)
grotendeels bestaat uit:
● Passieve concernfinanciering
● Passieve terbeschikkingstelling (direct of indirect financieren van het
lichaam, weinig bemoeienis )
Beleggingsdeelneming:
Op belegginsdeelneming is deelnemingsverrekkening ipv deelnemingvrijstelling van
toepassing, tenzij het gaat om een kwalificerende beleggingsdeelneming!
Situatie:
Sprake van belegging: indien deze wordt aangehouden met het oog op het verkrijgen van
een rendement dat normaal vermogensbeheer kan worden verwacht.
Voorwaarden kwalificerende beleggingsdeelneming:
- (onderworpenheidstoets) deelneming is onderworpen aan belasting naar de winst die
naar NL’se maatstaven reële heffing is
1. Is sprake van tarief 10%
-> ja zie stap 2 nog na reken of dan nog steeds 10%
-> nee zie stap 3 kan alsnog 10% worden
2. stelselafwijking?
3. herrekening obv lokale regels (zonder stelsafwijking)
4. tarief < 10% herrekening naar NL maatstaven
- (bezittingentoets) bezitting van deelneming bestaat voor minder dan de helft uit
laagbelaste vrije belegging
- maakt een toerekenings balans gaat alle bezittingen bij elkaar tellen (van alle
deelnemingen) (niet consolideren enkel activa toereken -> dit kan leiden tot
dubbel telling van vordering hier is wetgeving ter voorkoming van
dubbelteling)
- rotte appel benadering: laagebelaste vrije beleggingen worden niet
beschouwd als laagbelaste vrije beleggingen als doorgaans in tijd (50%) niet
laagbelaste in vrije beleggingen zijn. (op moment dat even een kleindochter
van Y even verkeerd gaat dan blijft het toch een kwalificerende
beleggingsdeelneming) zie tekenening kijkt per kleindochter.
Achtergrond: voorkoming dubbele belasting (ne bis in idem), verlengstukgedachte.
Voorwaarden:
- binnenlands belastingplichtige moeder -> geen FBI en vbi, beperkt belastingplichtige
indien behoort tot ondernemingsvermogen
- buitenlands moeder -> indien aandelen behoren tot binnenlandse VI
- indien niet nl VI dan niet in nl dividenbelast ->
tenzij 17 lid 3 sub b vpb (technisch AB)
- rechtsvorm: bv/nv open cv, cooperatie, OFGR, buitenlandse kapitaalvennootschap
- 5% van nominaal gestort kapitaal aandelen (ook soort aandelen)
- 5% bezit bewijzen
- lid van coöperatie of vereninging lid 2 sub c
- 5% van stemrechten (13 lid 3 VPB)
- commanditaire vennoot heeft een aandeel in open cv voor tenminste 5%
- geen beleggingsdeelneming tenzij kwalificerend 13 lid 9 (zie hieronder)
Bezit:
5% economisch of
gedeeltelijk economisch:
- falcons arrest (opties + potentieel 5% criterium)
- call en put opties
- idem converierechts en warrants
meesleep/meetrek:
meesleep 13 lid 4: als men een deelneming heeft dan geldt de dnv ook voor de overige soort
aandelen of winstbewijzen en deelnermschapslening 10 lid 1.
meetrek: bezit <5%
Indien de belastingplichtige aandelen heeft in een lichaam, maar die aandelen geen
deelneming vormen, kan toch onder deelnemingsvrijstelling vallen indien:
1. belastingplichtige met betreffende lichaam is verbonden
1. een met de belastingplichtige verbonden lichaam in de zin van art 10a lid 4 een
deelneming in betreffende lichaam heeft. LET OP VERBONDENHEIDSEIS ⅓% van M
met D. Als M dit niet heeft ook geen meetrek voor X.
,Werking:
- Voordeel/verlies uit deelneming blijven buiten aanmerking
- zowel plus als min
- kosten van aan en verkoop deelneming ook meegerekend
Gevolgen
- Hierdoor niet 2x dividendbelasting(VPB) uitkeren
- Bij verkoop werkmaatschappij geen directe belasting bij verkoop (geen box 2) vereist
3 jaar bezit door holding(fusie) geen NP zijn.
- indien geen winst ook geen aftrekbaar deelnemingsverlies (nadeel)
- uizondering liquidatieregling art. 13d (zie hieronder)
NB. Deelnemingsvrijstelling geldt ook voor deelnemingen in buitenlandse
dochtervennootschappen.
NB: blijft 3 jaar van toepassing na niet meer voldoen aan eisen. Min 1 jaar deelneming zijn.
Ratio: Niet-kwalificerende belegginsdeelnemingen geen vrijstelling:
willen niet dat beleggingen die uiteindelijk nergens worden belast, via de
deelnemingsvrijstelling onbelast naar NL komen.
Belegging?
Wat is een belegging: indien deze wordt aangehouden met het oog op het verkrijgen van
een rendement dat normaal vermogensbeheer kan worden verwacht.
Hiervoor is de oogmerk toets relevant van lid 9.
▪ relevant: subjectieve oogmerk belastingplichtige
● Waarom houdt de belastingplichtige de deelneming?
● vooral passieve activiteiten = aanknopingspunt wel belegging
● Aanknopingspunt geen belegging: Activiteiten van moeder en
dochter in elkaars verlenging liggen > aanwijzing dat er geen
deelnemingsvrijstelling geldt: (Bv moeder is hoveniersbedrijf en die
, houdt aandelen in bedrijven die hoeveniersporducten maakt, kan
zijn dat de moeder de dochter ook echt nodig heeft). Als je het echt
nodig hebt dan is het geen belegging maar een onderneming.
▪ Bij gemengd oogmerk (deels passief, deels actief) beoordelen waar het
zwaartepunt ligt
● Bijvoorbeeld: omzet, winst, personeel, activa
● Art. 13, lid 10 Wet VPB fingeert beleggingsoogmerk:
o Een deelneming wordt in ieder geval geacht een beleggingsdeelneming te zijn als:
▪ de bezittingen van het lichaam waarin de deelneming wordt gehouden (BV
Y), geconsolideerd doorgaans (in tijd) grotendeels (tenminste 50%) bestaan
uit aandelenbelangen van minder dan 5% in andere lichamen, EN/OF: (Dus
entiteit en achterliggende 5% belangen financieringswerkzaamheden
uitvoeren voor het concern). Als het grote belangen zijn dus meer dan 5%
▪ de functie van het lichaam waarin de deelneming wordt gehouden (BV Y)
grotendeels bestaat uit:
● Passieve concernfinanciering
● Passieve terbeschikkingstelling (direct of indirect financieren van het
lichaam, weinig bemoeienis )
Beleggingsdeelneming:
Op belegginsdeelneming is deelnemingsverrekkening ipv deelnemingvrijstelling van
toepassing, tenzij het gaat om een kwalificerende beleggingsdeelneming!
Situatie:
Sprake van belegging: indien deze wordt aangehouden met het oog op het verkrijgen van
een rendement dat normaal vermogensbeheer kan worden verwacht.
Voorwaarden kwalificerende beleggingsdeelneming:
- (onderworpenheidstoets) deelneming is onderworpen aan belasting naar de winst die
naar NL’se maatstaven reële heffing is
1. Is sprake van tarief 10%
-> ja zie stap 2 nog na reken of dan nog steeds 10%
-> nee zie stap 3 kan alsnog 10% worden
2. stelselafwijking?
3. herrekening obv lokale regels (zonder stelsafwijking)
4. tarief < 10% herrekening naar NL maatstaven
- (bezittingentoets) bezitting van deelneming bestaat voor minder dan de helft uit
laagbelaste vrije belegging
- maakt een toerekenings balans gaat alle bezittingen bij elkaar tellen (van alle
deelnemingen) (niet consolideren enkel activa toereken -> dit kan leiden tot
dubbel telling van vordering hier is wetgeving ter voorkoming van
dubbelteling)
- rotte appel benadering: laagebelaste vrije beleggingen worden niet
beschouwd als laagbelaste vrije beleggingen als doorgaans in tijd (50%) niet
laagbelaste in vrije beleggingen zijn. (op moment dat even een kleindochter
van Y even verkeerd gaat dan blijft het toch een kwalificerende
beleggingsdeelneming) zie tekenening kijkt per kleindochter.
