Parmentier Innes
Ondernemingsrecht
Deel 1 Inleiding
Hoofdstuk 1 van handelsrecht over handels-, vennootschaps- en economisch
recht naar ondernemingsrecht
Afdeling 1. Ontstaan en toepassingsgebied van het Handelsrecht
Code Commerce 1807 met nadruk op het handelaarsbegrip
Daden van koophandel limitatief opgesomd
Handelsrechtbank
Afdeling 2. Stapsgewijze decodificatie Wetboek van Koophandel
19de eeuw: invoering handelsvennootschappen met RP zonder vereist v. overheidstoestemming
Onderscheid vennootschappen met een burgerlijk doel en die met een handelsdoel
2013: Wetboek van economisch recht (18 onderdelen)
Kritiek op handelaarsbegrip en onvolledige lijst van daden van koophandel
Functioneel ondernemingsbegrip
Afdeling 3. Volwaardig ondernemingsrecht met WER en WVV
Modernisering insolventierecht 2017
Afschaffing handelsrecht 2018
Afschaffing handelaarsbegrip
Afschaffing onderscheid tussen handelsvennootschap en burgerlijke vennootschap
Wetboek van koophandel verdween
Handelsbewijsrecht opgenomen in BW
Handelspand opgenomen in nieuwe Pandwet
Formeel ondernemingsbegrip
Wet 2019 WVV
Modernisering v/h wetboek vennootschappen v. 1999
Rechtbank van koophandel vervangen
Sinds 2014 Ondernemingsrechtbank
Ondernemingsbegrip in formele zin art. 573 Ger.W.
Alle geschillen tussen of tegen ondernemingen
1
, Parmentier Innes
Hoofstuk 2 Onderneming in formele en functionele zin
Afdeling 1. Onderneming in formele en in functionele zin
2013 – 2017 algemene ondernemingsdefinitie
Onderneming in functionele zin art. I.8, 39° WER
Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel
nastreeft, alsmede zijn vereniging
Sinds 2017
Formeel ondernemingsbegrip art. I.1, 1° WER
Functioneel ondernemingsbegrip nog van toepassing op
Mededingingsrecht
Marktpraktijkenrecht
Prijsreglementering
Consumentenrecht
Definitie Vrije beroepen art. I.1, 14° WER
Elke onderneming wiens activiteit er hoofdzakelijk in bestaat om, op onafhankelijke wijze
en onder eigen verantwoordelijkheid, intellectuele prestaties te verrichten waarvoor een
voorafgaande opleiding en permanente vorming vereist is en die onderworpen is aan
een plichtenleer
Afdeling 2. Onderneming in formele zin
Formele ondernemingsbegrip omvat art. I.1, 1° WER
a) Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
b) Iedere rechtspersoon (ook vzw’s en stichtingen)
c) Iedere andere organisatie zonder RP (maatschap)
Geen onderneming
a) Iedere organisatie zonder RP die geen winstoogmerk heeft (Feitelijke vereniging)
b) Iedere publiekrechtelijk persoon die geen diensten noch goederen aanbiedt
c) Federale staat, gewesten, gemeenschappen…
Afdeling 3. Onderneming in functionele zin
Functionele begrip: Natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch
doel nastreeft Art. I.8, 39° WER
2
, Parmentier Innes
Hoofdstuk 3 enkele basisverplichtingen van ondernemingen
Afdeling 1. Inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen
Sinds 2003: KBO i.p.v. handelsregister
Belast met opnemen, bewaren, beheren en ter beschikking stellen van gegevens m.b.t.
identificatie v/e onderneming
Geregistreerde entiteiten: komen automatisch in KBO terecht art. III.15 en art. I.4, 1° WER
Inschrijvingsplichtige ondernemingen: actieve inschrijving vereist art. III.49 WER
Hanteert formeel ondernemingsbegrip
§2 bevat enkel vrijstellingen van inschrijvingsplicht
KBO-inschrijving met hoedanigheid van inschrijvingsplichtige onderneming vormt
weerlegbaar vermoeden v/d hoedanigheid van onderneming
Verplichte vermelding ondernemingsnummer op alle akten, facturen… art. III.25 WER
Afdeling 2. Houder van een financiële rekening
Verplichte vermelding van domiciliëring en nummer van verplichte rekening op alle facturen,
rekeningen…
Indien niet vermeld begint de moratoire interest niet te lopen
Afdeling 3. Afgifte factuur aan klant
Factuur: schriftelijke bevestiging v/h bestaan v/e schuldvordering in geld voortvloeiend uit ovk
Element van boekhouding, vorm van toelaatbaar bewijs
Verplichte afgifte aan klant
Verplicht dubbel te worden opgemaakt
Quid Handtekening op factuur?
Handtekening klant: weerlegbaar vermoeden van aanvaarding factuur
Handtekening onderneming: weerlegbaar vermoeden van betaling
2013 gelijke behandeling elektronische en papieren facturen
Afdeling 4. Boekhouding en jaarrekening
Boekhoudplichtige onderneming art. III.82 WER
Maatschap ook boekhoudplichtig
Systeem van dubbel boekhouden art. III.84 WER
Beleidsinstrument en bijzonder bewijsmiddel
Afdeling 5. Gebruik van taal v/h taalgebied
Afdeling 6. Informatie- en transparantieverplichtingen
Europese Dienstenrichtlijn 2006
Van toepassing op alle ondernemingen
Lijst van informatie en wijze waarop: Art. III.74-75 WER
3
, Parmentier Innes
Hoofdstuk 4 Bijzondere regels tussen/ tegen ondernemingen
Afdeling 1. Passieve hoofdelijkheid ondernemingen
Afwijking van art. 1202 BW: vermoeden van deelbaarheid bij pluraliteit SA’s
Passieve hoofdelijkheid: van rechtswege hoofdelijkheid tussen ondernemingen die zich tot
eenzelfde contractuele schuld verbinden
Afdeling 2. Vermoeden van bezoldiging v/e professioneel mandaat
Afwijking van art. 1986 BW: vermoeden van kosteloosheid v/h mandaat
Ondernemingsrecht: Weerlegbaar vermoeden van bezoldiging
Commercieel mandaat professioneel mandaat
Afdeling 3. Vermoeden van kennis van verborgen gebreken door beroepsverkoper
Afdeling 4. Bewijs in ondernemingszaken
In burgerlijke zaken
RH met waarde ≥ 3500 euro verplicht schriftelijk
Hiërarchie van bewijsmiddelen
Aantal exemplaren als partijen
In ondernemingszaken art. 8.11 Nieuw BW
Enkel tussen of tegen ondernemingen
Geen hiërarchie tussen bewijsmiddelen
Vrijheid van bewijs, alle bewijsmiddelen toegelaten
RH met waarde ≥ 3500 euro kunnen ook met getuigen of vermoedens bewezen worden
Twee bijzondere bewijsmiddelen
i) Factuur
Ontvanger kan factuur gebruiken tegen verzender
Verzender tegen ontvanger
Ondernemingen zijn verplicht te protesteren tegen de factuur binnen een
redelijk termijn
Verplichting te aanvaarden, maar stilzwijgende aanvaarding kan spelen
Tegen niet-ondernemingen factuur slechts feitelijk vermoeden
ii) Boekhouding
Eigen boekhouding gebruiken tegen tegenpartij
Boekhouding tegenpartij voorleggen
Geen bewijswaarde tegen een niet-onderneming
Afdeling 5. Betalingsachterstand bij Handelstransacties
Wet 2 Augustus 2002
Toepassingsgebied
Alle betalingen tot vergoeding van handelstransacties
Transacties tussen ondernemingen of tussen ondernemingen en overheidsinstanties
Die leiden tot leveren van goederen of verrichten van diensten
Principe van betalingstermijn van 30 dagen
Vanaf ontvangst factuur 30dagen
4
Ondernemingsrecht
Deel 1 Inleiding
Hoofdstuk 1 van handelsrecht over handels-, vennootschaps- en economisch
recht naar ondernemingsrecht
Afdeling 1. Ontstaan en toepassingsgebied van het Handelsrecht
Code Commerce 1807 met nadruk op het handelaarsbegrip
Daden van koophandel limitatief opgesomd
Handelsrechtbank
Afdeling 2. Stapsgewijze decodificatie Wetboek van Koophandel
19de eeuw: invoering handelsvennootschappen met RP zonder vereist v. overheidstoestemming
Onderscheid vennootschappen met een burgerlijk doel en die met een handelsdoel
2013: Wetboek van economisch recht (18 onderdelen)
Kritiek op handelaarsbegrip en onvolledige lijst van daden van koophandel
Functioneel ondernemingsbegrip
Afdeling 3. Volwaardig ondernemingsrecht met WER en WVV
Modernisering insolventierecht 2017
Afschaffing handelsrecht 2018
Afschaffing handelaarsbegrip
Afschaffing onderscheid tussen handelsvennootschap en burgerlijke vennootschap
Wetboek van koophandel verdween
Handelsbewijsrecht opgenomen in BW
Handelspand opgenomen in nieuwe Pandwet
Formeel ondernemingsbegrip
Wet 2019 WVV
Modernisering v/h wetboek vennootschappen v. 1999
Rechtbank van koophandel vervangen
Sinds 2014 Ondernemingsrechtbank
Ondernemingsbegrip in formele zin art. 573 Ger.W.
Alle geschillen tussen of tegen ondernemingen
1
, Parmentier Innes
Hoofstuk 2 Onderneming in formele en functionele zin
Afdeling 1. Onderneming in formele en in functionele zin
2013 – 2017 algemene ondernemingsdefinitie
Onderneming in functionele zin art. I.8, 39° WER
Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel
nastreeft, alsmede zijn vereniging
Sinds 2017
Formeel ondernemingsbegrip art. I.1, 1° WER
Functioneel ondernemingsbegrip nog van toepassing op
Mededingingsrecht
Marktpraktijkenrecht
Prijsreglementering
Consumentenrecht
Definitie Vrije beroepen art. I.1, 14° WER
Elke onderneming wiens activiteit er hoofdzakelijk in bestaat om, op onafhankelijke wijze
en onder eigen verantwoordelijkheid, intellectuele prestaties te verrichten waarvoor een
voorafgaande opleiding en permanente vorming vereist is en die onderworpen is aan
een plichtenleer
Afdeling 2. Onderneming in formele zin
Formele ondernemingsbegrip omvat art. I.1, 1° WER
a) Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
b) Iedere rechtspersoon (ook vzw’s en stichtingen)
c) Iedere andere organisatie zonder RP (maatschap)
Geen onderneming
a) Iedere organisatie zonder RP die geen winstoogmerk heeft (Feitelijke vereniging)
b) Iedere publiekrechtelijk persoon die geen diensten noch goederen aanbiedt
c) Federale staat, gewesten, gemeenschappen…
Afdeling 3. Onderneming in functionele zin
Functionele begrip: Natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch
doel nastreeft Art. I.8, 39° WER
2
, Parmentier Innes
Hoofdstuk 3 enkele basisverplichtingen van ondernemingen
Afdeling 1. Inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen
Sinds 2003: KBO i.p.v. handelsregister
Belast met opnemen, bewaren, beheren en ter beschikking stellen van gegevens m.b.t.
identificatie v/e onderneming
Geregistreerde entiteiten: komen automatisch in KBO terecht art. III.15 en art. I.4, 1° WER
Inschrijvingsplichtige ondernemingen: actieve inschrijving vereist art. III.49 WER
Hanteert formeel ondernemingsbegrip
§2 bevat enkel vrijstellingen van inschrijvingsplicht
KBO-inschrijving met hoedanigheid van inschrijvingsplichtige onderneming vormt
weerlegbaar vermoeden v/d hoedanigheid van onderneming
Verplichte vermelding ondernemingsnummer op alle akten, facturen… art. III.25 WER
Afdeling 2. Houder van een financiële rekening
Verplichte vermelding van domiciliëring en nummer van verplichte rekening op alle facturen,
rekeningen…
Indien niet vermeld begint de moratoire interest niet te lopen
Afdeling 3. Afgifte factuur aan klant
Factuur: schriftelijke bevestiging v/h bestaan v/e schuldvordering in geld voortvloeiend uit ovk
Element van boekhouding, vorm van toelaatbaar bewijs
Verplichte afgifte aan klant
Verplicht dubbel te worden opgemaakt
Quid Handtekening op factuur?
Handtekening klant: weerlegbaar vermoeden van aanvaarding factuur
Handtekening onderneming: weerlegbaar vermoeden van betaling
2013 gelijke behandeling elektronische en papieren facturen
Afdeling 4. Boekhouding en jaarrekening
Boekhoudplichtige onderneming art. III.82 WER
Maatschap ook boekhoudplichtig
Systeem van dubbel boekhouden art. III.84 WER
Beleidsinstrument en bijzonder bewijsmiddel
Afdeling 5. Gebruik van taal v/h taalgebied
Afdeling 6. Informatie- en transparantieverplichtingen
Europese Dienstenrichtlijn 2006
Van toepassing op alle ondernemingen
Lijst van informatie en wijze waarop: Art. III.74-75 WER
3
, Parmentier Innes
Hoofdstuk 4 Bijzondere regels tussen/ tegen ondernemingen
Afdeling 1. Passieve hoofdelijkheid ondernemingen
Afwijking van art. 1202 BW: vermoeden van deelbaarheid bij pluraliteit SA’s
Passieve hoofdelijkheid: van rechtswege hoofdelijkheid tussen ondernemingen die zich tot
eenzelfde contractuele schuld verbinden
Afdeling 2. Vermoeden van bezoldiging v/e professioneel mandaat
Afwijking van art. 1986 BW: vermoeden van kosteloosheid v/h mandaat
Ondernemingsrecht: Weerlegbaar vermoeden van bezoldiging
Commercieel mandaat professioneel mandaat
Afdeling 3. Vermoeden van kennis van verborgen gebreken door beroepsverkoper
Afdeling 4. Bewijs in ondernemingszaken
In burgerlijke zaken
RH met waarde ≥ 3500 euro verplicht schriftelijk
Hiërarchie van bewijsmiddelen
Aantal exemplaren als partijen
In ondernemingszaken art. 8.11 Nieuw BW
Enkel tussen of tegen ondernemingen
Geen hiërarchie tussen bewijsmiddelen
Vrijheid van bewijs, alle bewijsmiddelen toegelaten
RH met waarde ≥ 3500 euro kunnen ook met getuigen of vermoedens bewezen worden
Twee bijzondere bewijsmiddelen
i) Factuur
Ontvanger kan factuur gebruiken tegen verzender
Verzender tegen ontvanger
Ondernemingen zijn verplicht te protesteren tegen de factuur binnen een
redelijk termijn
Verplichting te aanvaarden, maar stilzwijgende aanvaarding kan spelen
Tegen niet-ondernemingen factuur slechts feitelijk vermoeden
ii) Boekhouding
Eigen boekhouding gebruiken tegen tegenpartij
Boekhouding tegenpartij voorleggen
Geen bewijswaarde tegen een niet-onderneming
Afdeling 5. Betalingsachterstand bij Handelstransacties
Wet 2 Augustus 2002
Toepassingsgebied
Alle betalingen tot vergoeding van handelstransacties
Transacties tussen ondernemingen of tussen ondernemingen en overheidsinstanties
Die leiden tot leveren van goederen of verrichten van diensten
Principe van betalingstermijn van 30 dagen
Vanaf ontvangst factuur 30dagen
4