1
:
Recht
en
rechtsstaat
Inhoudsopgave
Deel
1:
Omschrijving
van
het
begrip
recht
..........................................................................
2
Hoofdstuk
1
:
Objectief
recht
vs.
subjectief
recht
.........................................................................
2
1
Onderscheid
tussen
objectief
en
subjectief
recht
........................................................................
2
2
Verband
tussen
beiden
................................................................................................................
3
Hoofdstuk
2
:
Klassieke
definitie
van
het
objectief
recht
..............................................................
3
1
Kenmerken
van
objectief
recht
....................................................................................................
3
2
Diverse
vormen
van
afdwinging
...................................................................................................
4
Hoofdstuk
3
:
Basisbegrippen
objectief
recht
...............................................................................
6
1
Positief
recht
................................................................................................................................
6
2
Gemeenrecht
art.
1384
VS
Bijzonder
recht
/
uitzonderingsrecht
...............................................
6
3
Aanvullend
recht,
dwingend
en
openbare
orderecht
..................................................................
7
Hoofdstuk
4
:
Indeling
en
inhoud
van
het
objectief
recht
.............................................................
9
Hoofdstuk
5
:
Rechtspraak
en
gerechtelijke
organisatie
.............................................................
10
1
Inrichting
van
hoven
en
rechtbanken
.........................................................................................
10
2
Beginselen
van
de
burgerlijke
rechtspleging
..............................................................................
14
, Deel
1:
Omschrijving
van
het
begrip
recht
Hoofdstuk
1
:
Objectief
recht
vs.
subjectief
recht
1
O nderscheid
t ussen
o bjectief
e n
s ubjectief
r echt
Objectief recht (the law) à Vanuit het individu
= is het geheel van rechtsregels en normen, zoals die voortvloeien uit wetgeving,
rechtspraak en gewoonten (doen / geven / laten).
Artikel
1382
BW.
:
• Verbod
schade
te
berokkenen
(OBJECTIEF)
Plicht
schade
te
vergoeden
• Schade
vergoeden
(SUBJECTIEF)
Bv.
Iedere
daad
van
een
mens
(in
een
andere
dan
contractuele
context)
die
aan
een
ander
schade
veroorzaakt,
verplicht
tot
schadeloosstelling
à
3
componenten
:
Fout,
Schade,
Oorzakelijk
verband
1. FOUT
-‐ Objectieve
component
=
de
daad
• Overtreding
van
rechtsnorm
• Overtreding
van
algemene
zorgvuldigheidsnorm
• Bonus
pater
familias-‐criterium
-‐ Subjectieve
component
=
de
onrechtmatigheid
• Geestesbekwaamheid
(Schuldbekwaam
en
toerekeningsvatbaar)
Art.
1386bis
BW
• Leeftijd
(onderscheidingsvermogen)
2. SCHADE
-‐ Materiële
en
morele
schade
-‐ Verlies
moet
in
geld
waardeerbaar
zijn
à
geschonden
belang
dat
leidt
tot
in
geld
waardeerbaar
verlies
3. OORZAKELIJK
OF
CAUSAAL
VERBAND
Equivalentietheorie
=
Zou
de
schade
zich
hebben
voorgedaan,
zoals
die
zich
voordeed?
à
Geen
rekening
houden
met
de
situatie
die
zich
anders
had
kunnen
voordoen
Subjectief
recht
(the
right)
à
Als
maatschappelijk
fenomeen