Vraag 1
Stel, de degradatie van FC Groningen naar de Eerste Divisie is menig supporter van deze voetbalclub
niet in de koude kleren gaan zitten. Dat de club thans slechts de elfde plaats bezet in de op een na
hoogste divisie, versterkt het onbehaaglijke gevoel onder deze supporters in ernstige mate. Dat de
supporters van de bezoekende voetbalclubs in en nabij het stadion steevast provocerende – soms
zelfs beledigende – leuzen roepen en scanderen voorafgaand aan, tijdens en na afloop van een
voetbalwedstrijd van FC Groningen, is al tweemaal de oorzaak geweest voor vechtpartijen tussen
supporters van FC Groningen en die van de bezoekende voetbalclubs. Uit angst voor herhaling
vaardigt de burgemeester van Groningen – die belast is met de handhaving van de openbare orde –
een noodbevel uit. Hierin verbiedt hij eenieder om in de stad Groningen in groepsverband
provocerende en beledigende leuzen te roepen en te scanderen op wedstrijddagen van FC
Groningen. Met dit ‘leuzenverbod’ hoopt de burgemeester te voorkomen dat de vlam opnieuw in de
pan slaat.
Beoordeel de grondwettigheid van het ‘leuzenverbod’. Betrek in uw antwoord ook het ruimtelijke en
temporele aspect van het verbod.
(maximaal 250 woorden)
Antwoord
[Geschrapt, zie de mededeling in de vakomgeving op Brightspace.]
Vraag 2
Stel dat de zaak Schalk en Kopf t. Oostenrijk niet in 2010 diende, maar vandaag de dag voor het
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) zou voorkomen. Denkt u dat dit Hof anno 2023
tot hetzelfde oordeel zou komen? Geef één reden waarom het Hof wel en één reden waarom het Hof
niet tot hetzelfde oordeel zou kunnen komen.
(maximaal 250 woorden)
Antwoord
Opmerking vooraf:
Alléén punten toegekend bij coherent onderbouwd antwoord. Coherent houdt in dat uit het antwoord
duidelijk wordt welk standpunt wordt beargumenteerd, te weten wel/niet tot hetzelfde oordeel, én
dat de argumenten uit Schalk en Kopf worden gebruikt bij het júiste standpunt. Tot slot is een
antwoord pas coherent als de correcte ingang voor deze zaak voor ogen is gehouden.
Oordeel Hof (1 p)
Geen schending artikel 12 EVRM – dít is de primaire ingang voor beoordeling (dus ook geen schending
family life in art. 8 jo. 14 EVRM): art. 12 omvat dus géén recht op een homohuwelijk.
Hetzelfde oordeel WEL waarschijnlijk dus geen verschil (2 p.)
1
Stel, de degradatie van FC Groningen naar de Eerste Divisie is menig supporter van deze voetbalclub
niet in de koude kleren gaan zitten. Dat de club thans slechts de elfde plaats bezet in de op een na
hoogste divisie, versterkt het onbehaaglijke gevoel onder deze supporters in ernstige mate. Dat de
supporters van de bezoekende voetbalclubs in en nabij het stadion steevast provocerende – soms
zelfs beledigende – leuzen roepen en scanderen voorafgaand aan, tijdens en na afloop van een
voetbalwedstrijd van FC Groningen, is al tweemaal de oorzaak geweest voor vechtpartijen tussen
supporters van FC Groningen en die van de bezoekende voetbalclubs. Uit angst voor herhaling
vaardigt de burgemeester van Groningen – die belast is met de handhaving van de openbare orde –
een noodbevel uit. Hierin verbiedt hij eenieder om in de stad Groningen in groepsverband
provocerende en beledigende leuzen te roepen en te scanderen op wedstrijddagen van FC
Groningen. Met dit ‘leuzenverbod’ hoopt de burgemeester te voorkomen dat de vlam opnieuw in de
pan slaat.
Beoordeel de grondwettigheid van het ‘leuzenverbod’. Betrek in uw antwoord ook het ruimtelijke en
temporele aspect van het verbod.
(maximaal 250 woorden)
Antwoord
[Geschrapt, zie de mededeling in de vakomgeving op Brightspace.]
Vraag 2
Stel dat de zaak Schalk en Kopf t. Oostenrijk niet in 2010 diende, maar vandaag de dag voor het
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) zou voorkomen. Denkt u dat dit Hof anno 2023
tot hetzelfde oordeel zou komen? Geef één reden waarom het Hof wel en één reden waarom het Hof
niet tot hetzelfde oordeel zou kunnen komen.
(maximaal 250 woorden)
Antwoord
Opmerking vooraf:
Alléén punten toegekend bij coherent onderbouwd antwoord. Coherent houdt in dat uit het antwoord
duidelijk wordt welk standpunt wordt beargumenteerd, te weten wel/niet tot hetzelfde oordeel, én
dat de argumenten uit Schalk en Kopf worden gebruikt bij het júiste standpunt. Tot slot is een
antwoord pas coherent als de correcte ingang voor deze zaak voor ogen is gehouden.
Oordeel Hof (1 p)
Geen schending artikel 12 EVRM – dít is de primaire ingang voor beoordeling (dus ook geen schending
family life in art. 8 jo. 14 EVRM): art. 12 omvat dus géén recht op een homohuwelijk.
Hetzelfde oordeel WEL waarschijnlijk dus geen verschil (2 p.)
1