Het Schaap
Domesticatie:
Voorouder = West-Azitische moeflon (Ovis aries
musimon). Beide geslachten hebben hoorns. In de
wintertijd hebben rammen een wit zadel, witte sokken
en snuit. Het zijn haarschapen en hebben een korte
staart.
Het schaap is na de hond het langst gedomesticeerd huisdier. Domestica
gebeurde in de Vruchtbare Halve Maan ongeveer 10 000 jaar geleden en verloop
relatief makkelijk want schapen: waren weinig agressief en niet te groot, waren
vroegrijp, vruchtbaar en sociaal, konden gemakkelijk in kudden worden gedreven.
Initieel werden schapen gehouden voor vlees, melk en huiden. Daarna startte de
selectie op hoornloosheid. Als laatste selecteerde men op wolvachten (wolvlies) en
naar vetstaarten/vetstuiten.
Myasis of huidmadenziekte is een probleem dat kan optrden
bij zwaar bewolde schapen zoals de Merinos. De groene
vleesvlieg legt eitjes in bevuilde, vochtige wol van de
achterhand en de maden zich een weg vreten door huid en
vlees heen. Een zwaar aangetast schaap kan binnen enkele
dagen tot een week sterven.
Oplossingen:
▪ Selectie naar minder bewolde en minder beplooide merinosschapen.
▪ Wolrassen houden met korte staarten: soay, shetlandschapen.
▪ Schapenrassen houden met weinig bewolde staarten: Fries en Belgisch
melkschaap.
▪ Regelmatige controle en afscheren van de wol op de billen en staart.
Melkproductie: vooral Zuid-Europa, Klein-Azië, het zuiden van Aziatisch Rusland en
Noord-Afrika. Vleesproductie: 4% van de wereldvleesproductie.
Preorbitale traanklier:
1
, Rassenleer: Het Schaap Marthe D’haeyere
Het schaap in een notendop:
o Benaming:
- NL schaap, ram (hamel), ooi, lam
- E sheep, ram (whether), ewe, lamb
- F mouton, bélier, brébis, agneau
o Gewicht: 45 -150 kg (uitzondering Ouessant 15 kg)
o Voeding: herbivoor (herkauwer)
o Levensverwachting: 12-20 jaar
o Leefwijze: kuddedieren
o Cyclus: 17 dagen
o Paarseizoen: herfst
o Bronsttijd: augustus –december
o Dekleeftijd: Ooi laten dekken na 1 jaar (uitgegroeid), Eén ram voor 25 ooien
o Draagtijd: 147 dagen (5 maanden)
o Aantal lammeren: eenling of tweeling (rasafhankelijk), zelden meer
Het schaap heeft een goed gehoor en een goed zicht tot op 50 m. Het heeft een
excellente geur en smaakzin.
Ze blaten als ze onrustig zijn of eten verwachten.
Een ram (vooral in het bronstseizoen) kan aanvallen: eerst enkele stappen achteruit
en valt bij voorkeur aan in de rug/knieën.
Schapenhouderij:
1,2 miljard schapen op de wereld.
Voordelen:
- Geschikt voor elk klimaat (vetstaart/vetstuitstaarten) (behalve vochtig)
- Kunnen gedijen op bergachtige bodemtypes zonder erosie (↔ geiten)
Ook aanpassen aan bakwatergebieden
- Verspreiden hun uitwerpselen gemakkelijker dan runderen → voordelig in
minder vruchtbare gebieden
- Grazen grasmat korter dan runderen af → goede conditie grasmat
- Geen bladetende herkauwers (runderen ook niet): de verwerking van de
ruwvoeders is doeltreffender dan bij runderen, zodat hun mest korrelig is
- Produceren uiteenlopende producten (melk, wol, huiden, vlees,… in
verschillende perioden van het jaar)
2