Dagelijkse zorg
Voedingsgedrag
Perspectieven op Voedingsgedrag
Evolutie van de menselijke voeding Voedingsgewoonten
Voedingsgewoonten
Gevolg = hogere opname van energie, verzadigd vet, suiker en zout, en lagere opname van
voedingsvezels én bepaalde vitamines en mineralen
Deze gevolgen worden in verband gebracht met de toename van het aantal welvaartsziekten ook
wel chronische ziekten genoemd.
Obesogene omgevingsfactoren
Mentale overbelasting + Fysieke onderbelasting
, Voedingsgewoonten
Te hoge energieopname bij geringe activiteit: obesitas + complicaties: diabetes type 2,
hypertensie
Te hoge opname van verz. vet: atherosclerose
Te hoge opname van vet: tumoren
Te hoog gebruik van suikers: cariës
Te laag aantal voedsel vezels: darmftie.stoornissen: obstipatie
Te hoog zoutgebruik: hypertensie, nierftie.stoornissen
Te hoog alcoholgebruik: hypertensie, levercirrose, mond-, keel-, slokdarmtumoren
Voedingspatroon
De wijze waarop een individu, een groep of een volk zich gewoonlijk voedt.
Het geeft antwoord op de vraag: wie eet wanneer, wat, in welke hoeveelheid, waar en hoe.
Allerlei factoren beïnvloeden het voedingspatroon en het voedingsgedrag.
Voedingspatronen
Factoren die voedingspatroon wijzigen:
Individualisering
Meer alleenwonenden; ook in gezinnen gaan mensen meer hun eigen gang
Andere tijdsbesteding
Werktijden en vrijetijdsactiviteiten van gezinsleden lopen uit elkaar→ ≠ samen
eten
Multiculturele samenleving
hoog aanbod buitenlandse & exotische gerechten en producten
Inzicht in bestaande voedingspatronen en in factoren die leiden tot een bepaald voedingsgedrag
is nodig om:
o Gezondheidsrisico’s bij individuen of groepen in te schatten en te signaleren =
verpleegkundige diagnostiek
o Voedingsvoorlichting te kunnen geven (Verpleegkundige interventie)
o Dieetpatiënten te kunnen begeleiden bij problemen die ontstaan door veranderingen in
de voeding = verpleegkundige interventie
“Belgische” Voedingspatroon
Huidig Belgisch VP → grotere verscheidenheid aan voedingsmiddelen dan vroeger (<1950)
Veel industrieel bewerkte producten
Sinds1950: sterke toename in dierlijke en zoete, geraffineerde voedingsmiddelen; ten nadele van
ongeraffineerde plantaardige voedingsmiddelen
Voedingsgedrag
Perspectieven op Voedingsgedrag
Evolutie van de menselijke voeding Voedingsgewoonten
Voedingsgewoonten
Gevolg = hogere opname van energie, verzadigd vet, suiker en zout, en lagere opname van
voedingsvezels én bepaalde vitamines en mineralen
Deze gevolgen worden in verband gebracht met de toename van het aantal welvaartsziekten ook
wel chronische ziekten genoemd.
Obesogene omgevingsfactoren
Mentale overbelasting + Fysieke onderbelasting
, Voedingsgewoonten
Te hoge energieopname bij geringe activiteit: obesitas + complicaties: diabetes type 2,
hypertensie
Te hoge opname van verz. vet: atherosclerose
Te hoge opname van vet: tumoren
Te hoog gebruik van suikers: cariës
Te laag aantal voedsel vezels: darmftie.stoornissen: obstipatie
Te hoog zoutgebruik: hypertensie, nierftie.stoornissen
Te hoog alcoholgebruik: hypertensie, levercirrose, mond-, keel-, slokdarmtumoren
Voedingspatroon
De wijze waarop een individu, een groep of een volk zich gewoonlijk voedt.
Het geeft antwoord op de vraag: wie eet wanneer, wat, in welke hoeveelheid, waar en hoe.
Allerlei factoren beïnvloeden het voedingspatroon en het voedingsgedrag.
Voedingspatronen
Factoren die voedingspatroon wijzigen:
Individualisering
Meer alleenwonenden; ook in gezinnen gaan mensen meer hun eigen gang
Andere tijdsbesteding
Werktijden en vrijetijdsactiviteiten van gezinsleden lopen uit elkaar→ ≠ samen
eten
Multiculturele samenleving
hoog aanbod buitenlandse & exotische gerechten en producten
Inzicht in bestaande voedingspatronen en in factoren die leiden tot een bepaald voedingsgedrag
is nodig om:
o Gezondheidsrisico’s bij individuen of groepen in te schatten en te signaleren =
verpleegkundige diagnostiek
o Voedingsvoorlichting te kunnen geven (Verpleegkundige interventie)
o Dieetpatiënten te kunnen begeleiden bij problemen die ontstaan door veranderingen in
de voeding = verpleegkundige interventie
“Belgische” Voedingspatroon
Huidig Belgisch VP → grotere verscheidenheid aan voedingsmiddelen dan vroeger (<1950)
Veel industrieel bewerkte producten
Sinds1950: sterke toename in dierlijke en zoete, geraffineerde voedingsmiddelen; ten nadele van
ongeraffineerde plantaardige voedingsmiddelen