Anatomie: Het lymfestelsel en immuniteit
Inleiding
➢ Bedreigingen zijn alom
o Fysieke gevaren: chemische stoffen, straling, allerlei voorwerpen en werkomstandigheden,
extreme sporten, enz.
o
Microbiologische bedreigingen
➢ Samenwerking
o Tussen verschillende organen en stelsels is noodzakelijk om ons in leven en gezond te houden
o Lymfestelsel speelt belangrijke rol in voortdurende strijd voor gezondheid
▪ Minst bekende orgaanstelsel
▪ Belang lymfestelsel vaak onderschat
➢ Lymfestelsel
o Bestaat uit cellen, weefsels en organen die verantwoordelijk zijn voor de verdediging van het
lichaam.
o Belangrijkste cellen = lymfocyten
▪ Nodig om weerstand te bieden aan infectie en ziekte of om infectie en ziekte te
overwinnen
(niet) specifieke afweer
➢ Niet-specifieke afweer
o Anatomische barrières en verdedigingsmechanismen die binnendringen van micro-organismen
voorkomen, vertragen of aanvallen
▪ Intacte huid en slijmvliezen
• Huid, ademhalingsslijmvlies, traanvocht, commensale flora
o Kenmerken
▪ Verdediging is tegen alle pathogenen gericht
▪ Verdediging is aangeboren en dus altijd aanwezig
➢ Specifieke afweer
o Lymfocyten
▪ Reageren specifiek → als een pathogeen toch in perifere weefsels raakt, organiseren
lymfocyten een verdediging tegen dat specifieke micro-organisme (=immuunreactie)
o Immuniteit
▪ Is het vermogen weerstand te bieden aan infectie en ziekten door middel van het
activeren van specifieke verdedigingsmechanismen
Lymfestelsel
➢ Onderdelen:
o Vaten
▪ Netwerk van lymfevaten
▪ Begint in de perifere weefsels
▪ Eindigt bij verbindingen met de venen
o Vloeistof
▪ Lymfe stroomt door de lymfevaten
▪ Lijkt op bloedplasma (bevat veel lagere concentratie opgeloste eiwitten)
o Lymfocyten
▪ Gespecialiseerde cellen
▪ Verrichten reeks specifieke functies bij de verdediging van het lichaam
, o Lymfoïde weefsels en organen
▪ Lymfefollikels: structuren die verzamelingen van los bindweefsel en lymfocyten bevatten
(vb.: amandelen)
▪ Lymfoïde organen: complexe structuren die grote aantallen lymfocyten bevatten en die
met lymfevaten zijn verbonden (vb.: lymfeknopen, milt, thymus)
➢ Functies:
o Productie, onderhoud en transport van lymfocyten
▪ Lymfocyten worden gevormd en opgeslagen in lymfoïde organen
▪ Lymfocyten reageren op:
• Binnendringende pathogenen (bacteriën)
• Afwijkende lichaamscellen (tumorcellen)
• Vreemde eiwitten (bacteriële toxinen)
o Terugkeer van vloeistoffen en opgeloste deeltjes van perifere weefsels naar het bloed
▪ Brengt weefselvocht terug – op peil en constant houden van samenstelling interstitiële
vloeistof
▪ Stroomvolume: 3,6 l/d
o Transport van hormonen, voedings-, en afvalstoffen vanuit de plaats van opname in de weefsels naar
het bloed
▪ Transport van stoffen naar de venen
• Vb.: transport grote vetmoleculen (chylvaten in darmvlokken)
Inleiding
➢ Bedreigingen zijn alom
o Fysieke gevaren: chemische stoffen, straling, allerlei voorwerpen en werkomstandigheden,
extreme sporten, enz.
o
Microbiologische bedreigingen
➢ Samenwerking
o Tussen verschillende organen en stelsels is noodzakelijk om ons in leven en gezond te houden
o Lymfestelsel speelt belangrijke rol in voortdurende strijd voor gezondheid
▪ Minst bekende orgaanstelsel
▪ Belang lymfestelsel vaak onderschat
➢ Lymfestelsel
o Bestaat uit cellen, weefsels en organen die verantwoordelijk zijn voor de verdediging van het
lichaam.
o Belangrijkste cellen = lymfocyten
▪ Nodig om weerstand te bieden aan infectie en ziekte of om infectie en ziekte te
overwinnen
(niet) specifieke afweer
➢ Niet-specifieke afweer
o Anatomische barrières en verdedigingsmechanismen die binnendringen van micro-organismen
voorkomen, vertragen of aanvallen
▪ Intacte huid en slijmvliezen
• Huid, ademhalingsslijmvlies, traanvocht, commensale flora
o Kenmerken
▪ Verdediging is tegen alle pathogenen gericht
▪ Verdediging is aangeboren en dus altijd aanwezig
➢ Specifieke afweer
o Lymfocyten
▪ Reageren specifiek → als een pathogeen toch in perifere weefsels raakt, organiseren
lymfocyten een verdediging tegen dat specifieke micro-organisme (=immuunreactie)
o Immuniteit
▪ Is het vermogen weerstand te bieden aan infectie en ziekten door middel van het
activeren van specifieke verdedigingsmechanismen
Lymfestelsel
➢ Onderdelen:
o Vaten
▪ Netwerk van lymfevaten
▪ Begint in de perifere weefsels
▪ Eindigt bij verbindingen met de venen
o Vloeistof
▪ Lymfe stroomt door de lymfevaten
▪ Lijkt op bloedplasma (bevat veel lagere concentratie opgeloste eiwitten)
o Lymfocyten
▪ Gespecialiseerde cellen
▪ Verrichten reeks specifieke functies bij de verdediging van het lichaam
, o Lymfoïde weefsels en organen
▪ Lymfefollikels: structuren die verzamelingen van los bindweefsel en lymfocyten bevatten
(vb.: amandelen)
▪ Lymfoïde organen: complexe structuren die grote aantallen lymfocyten bevatten en die
met lymfevaten zijn verbonden (vb.: lymfeknopen, milt, thymus)
➢ Functies:
o Productie, onderhoud en transport van lymfocyten
▪ Lymfocyten worden gevormd en opgeslagen in lymfoïde organen
▪ Lymfocyten reageren op:
• Binnendringende pathogenen (bacteriën)
• Afwijkende lichaamscellen (tumorcellen)
• Vreemde eiwitten (bacteriële toxinen)
o Terugkeer van vloeistoffen en opgeloste deeltjes van perifere weefsels naar het bloed
▪ Brengt weefselvocht terug – op peil en constant houden van samenstelling interstitiële
vloeistof
▪ Stroomvolume: 3,6 l/d
o Transport van hormonen, voedings-, en afvalstoffen vanuit de plaats van opname in de weefsels naar
het bloed
▪ Transport van stoffen naar de venen
• Vb.: transport grote vetmoleculen (chylvaten in darmvlokken)