Werkcollege 1
1. Wat zijn de gevolgen van de emigratie van Nederland naar Chili voor
mevrouw Garcia?
Ze zal ophouden binnenlands belastingplichtig te zijn en op grond van art. 2.2
sub b Wet IB wordt ze buitenlands belastingplichtig. Er vindt dan een fictieve
vervreemding plaats van de aandelen op grond van art. 4.16 lid 1 onderdeel h
Wet IB. Er is dan een emigratieheffing waarbij ze moet afrekenen over de
vervreemdingswinst. Ze kan wel kiezen voor uitstel van betaling, waarbij ze
een conserverende aanslag. De vervreemdingswinst is het te conserveren
inkomen op grond van art. 2.8 lid 2 Wet IB. Op grond van art. 25 lid 8 Invw krijgt
ze op verzoek uitstel van betaling voor onbepaalde tijd. Vroeger was het zo dat
je uitstel hebt voor 10 jaar. Dat is enkele jaren geleden veranderd. Er kan
automatisch uitstel worden verleend als je inwoner bent van een EU lidstaat.
De vervreemdingswinst is de overdrachtsprijs minus de verkrijgingsprijs (art.
4.12 sub b Wet IB. De Holding wordt voor 50% gehouden door mevrouw Garcia
en voor 50% door haar zoon. Daarom deel je €3.000.000 door 2. De
overdrachtsprijs is dan €1.500.000. De verkrijgingsprijs was €500.000. Het
vervreemdingsvoordeel is dan €1.000.000. Daarover moet er 25% ab-heffing
worden betaald. Dat is €250.000.
2. Is de feitelijke leiding van de Holding verplaatst?
Deze vraag is van belang voor art. 7.5 lid 6 Wet IB. Als de feitelijke leiding niet
meer in Nederland is wordt de BV nog steeds geacht in Nederland gevestigd
te zijn als de conserverende aanslag nog niet betaald is. Of de feitelijke leiding
verplaatst is, blijkt niet uit de casus. De feitelijke leiding bestaat uit mevrouw
Garcia en haar zoon. Garcia verhuist naar Chili, dus de helft van de feitelijke
leiding is verplaatst. Of de feitelijke leiding is verplaatst hangt af van de vraag
waar ze vergaderen, beslissingen nemen enzovoort. Of de BV nog in
Nederland gevestigd is, is van belang voor de vraag of er nog Nederlands
inkomen genoten wordt.
3. Hoe wordt de dividenden die ze ontvangt uit de BV in de heffing betrokken?
Garcia heeft 50%-belang in de BV. Dat is een aanmerkelijk belang. Nadat ze
verhuist is, is ze buitenlands belastingplichtig voor de inkomstenbelasting. Het
belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang wordt dan geregeld in art. 7.5 Wet
IB. Daarvoor gelden de regels uit hoofdstuk 4 Wet IB. Ze heeft €100.000 aan
dividend ontvangen. Daarover moet ze 25% ab-heffing betalen, dus €25.000.
Hier kan sprake zijn van dubbele belastingheffing, omdat Nederland wil heffen
op grond van het bronlandbeginsel en Nederland op grond van het
woonlandbeginsel. Omdat Nederland geen verdrag heeft met Chili, moet er
gekeken worden naar het Besluit ter voorkoming van dubbele belastingheffing.
Dit besluit is echter niet van toepassing op buitenlands belastingplichtigen. Uit
art. 36 van het besluit blijkt namelijk dat het alleen voor binnenlands
belastingplichtigen geldt. Het is dus eigenlijk aan Chili om eenzijdig voorkoming
te geven.
4. Moet er dividendbelasting worden ingehouden op de dividenden?
In art. 1 Wet DB staat dat als je inkomen uit aandelen ontvangt uit een
Nederlandse vennootschap, je daarover 15% dividendbelasting moet betalen.
1
1. Wat zijn de gevolgen van de emigratie van Nederland naar Chili voor
mevrouw Garcia?
Ze zal ophouden binnenlands belastingplichtig te zijn en op grond van art. 2.2
sub b Wet IB wordt ze buitenlands belastingplichtig. Er vindt dan een fictieve
vervreemding plaats van de aandelen op grond van art. 4.16 lid 1 onderdeel h
Wet IB. Er is dan een emigratieheffing waarbij ze moet afrekenen over de
vervreemdingswinst. Ze kan wel kiezen voor uitstel van betaling, waarbij ze
een conserverende aanslag. De vervreemdingswinst is het te conserveren
inkomen op grond van art. 2.8 lid 2 Wet IB. Op grond van art. 25 lid 8 Invw krijgt
ze op verzoek uitstel van betaling voor onbepaalde tijd. Vroeger was het zo dat
je uitstel hebt voor 10 jaar. Dat is enkele jaren geleden veranderd. Er kan
automatisch uitstel worden verleend als je inwoner bent van een EU lidstaat.
De vervreemdingswinst is de overdrachtsprijs minus de verkrijgingsprijs (art.
4.12 sub b Wet IB. De Holding wordt voor 50% gehouden door mevrouw Garcia
en voor 50% door haar zoon. Daarom deel je €3.000.000 door 2. De
overdrachtsprijs is dan €1.500.000. De verkrijgingsprijs was €500.000. Het
vervreemdingsvoordeel is dan €1.000.000. Daarover moet er 25% ab-heffing
worden betaald. Dat is €250.000.
2. Is de feitelijke leiding van de Holding verplaatst?
Deze vraag is van belang voor art. 7.5 lid 6 Wet IB. Als de feitelijke leiding niet
meer in Nederland is wordt de BV nog steeds geacht in Nederland gevestigd
te zijn als de conserverende aanslag nog niet betaald is. Of de feitelijke leiding
verplaatst is, blijkt niet uit de casus. De feitelijke leiding bestaat uit mevrouw
Garcia en haar zoon. Garcia verhuist naar Chili, dus de helft van de feitelijke
leiding is verplaatst. Of de feitelijke leiding is verplaatst hangt af van de vraag
waar ze vergaderen, beslissingen nemen enzovoort. Of de BV nog in
Nederland gevestigd is, is van belang voor de vraag of er nog Nederlands
inkomen genoten wordt.
3. Hoe wordt de dividenden die ze ontvangt uit de BV in de heffing betrokken?
Garcia heeft 50%-belang in de BV. Dat is een aanmerkelijk belang. Nadat ze
verhuist is, is ze buitenlands belastingplichtig voor de inkomstenbelasting. Het
belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang wordt dan geregeld in art. 7.5 Wet
IB. Daarvoor gelden de regels uit hoofdstuk 4 Wet IB. Ze heeft €100.000 aan
dividend ontvangen. Daarover moet ze 25% ab-heffing betalen, dus €25.000.
Hier kan sprake zijn van dubbele belastingheffing, omdat Nederland wil heffen
op grond van het bronlandbeginsel en Nederland op grond van het
woonlandbeginsel. Omdat Nederland geen verdrag heeft met Chili, moet er
gekeken worden naar het Besluit ter voorkoming van dubbele belastingheffing.
Dit besluit is echter niet van toepassing op buitenlands belastingplichtigen. Uit
art. 36 van het besluit blijkt namelijk dat het alleen voor binnenlands
belastingplichtigen geldt. Het is dus eigenlijk aan Chili om eenzijdig voorkoming
te geven.
4. Moet er dividendbelasting worden ingehouden op de dividenden?
In art. 1 Wet DB staat dat als je inkomen uit aandelen ontvangt uit een
Nederlandse vennootschap, je daarover 15% dividendbelasting moet betalen.
1
