Sportwereld en sportbeleid van het HBO
Flitscollege 1 Samenvatting:
Wat is sport?
Moeilijke vraag, iedereen heeft hier een andere blik op
Waarom willen we een duidelijk begrip hebben van sport?
- Het is voor het inkaart brengen van lichamelijke activiteiten makkelijk
- Voor de bekostiging van de overheid
- Sport en recht
o Denk aan vechtsport, binnen vereniging legaal, op straat illegaal.
Dubbelkarakter van sport -> Dit element kan je opdelen in twee dingen, namelijk essentialistisch en
instrumenteel
- Essentialistisch -> Het eigene van de sport
o Specifieke kenmerken
o Waarmee onderscheidt de sport zich ten opzichte van andere maatschappelijke instituties
- Instrumenteel -> Sociaal maatschappelijke inbedding
o Onderdeel van een groter geheel
o Buiten sport gelegen doelen worden hiermee behaald
1
,De sportwereld van het HBO hoofdstuk 1 samenvatting:
1.2 De relevantie van de vraag naar het wezen van sport:
E-sports is een afkorting voor Electronic Sports . Sinds 2017 is er een Edivisie in Nederland voor online FIFA. IN
de e-sports gaat er veel geld om, ondertussen zijn er al zo’n 145 miljoen e-sports fans.
De NOC en de NSF bepalen wie er bij de sportkoepel mogen aansluiten, dit is belangrijk voor verschillende
redenen. Voor gemeente is het handig om te weten wie er recht heeft op subsidie uit de sportwereld. Voor
online redactie is het handig om te weten onder welk kopje ze het nieuws artikel moeten plaatsen.
Mensen hanteren af en toe ook morele normen om te kijken of iets wel sport is. Denk aan de voetbaltrap in
het WK. Dit is een goed voorbeeld waarom het afbakenen van sport belangrijk is voor het recht. Slaan en
schoppen in de maatschappij is illegaal, maar tijdens een bokswedstrijd legaal.
1.3 Dubbelkarakter van de sport:
Essentiele benadering -> De essentie van sport
Instrumentele benadering -> Middel om dingen buiten de sport te realiseren
1.4 Het wezen van sport:
De werkdefinitie van sport is: “Sport is een vaardigheidsspel gericht op het bereiken van een doel, waarbij
fysieke kwaliteiten van een mens worden getest in wedstrijd vorm, gespeeld volgens regels en binnen
intentionele kaders”
Op de volgende bladzijde wordt sport uitgelegd in 6 kenmerken:
1
, - Sport is een vaardigheidsspel
o Mensen moeten bewegingsvaardig zijn, maar ook tactisch, mentaal en moreel vaardig
o Met tactisch worden de spelelementen en het spelinzicht bedoelt
o Mentaal gaat over doorzettingsvermogen, discipline en wilskracht
o Moreel gaat over sportiviteit, respect
Kansspelen worden uitgesloten bij sport
- Sporter probeert een bepaald doel te halen
o Sporters hebben vaak een intern doel
o Doelgerichtheid wordt het intrinsieke doel genoemd -> het heeft met de sport zelf te maken
en niet met het motief
o Het motief van mensen wordt ook wel een extrinsiek doel genoemd
- Sport heeft een fysiek karakter
o Sport doet een beroep op je lichaam
o Bij sport moet het lichamelijke aspect dominant zijn
o Sport gaat over het oplossen van complexe bewegingen
o Ook het cognitieve geheugen heeft een rol bij sport
- Sport is sprake van testen in wedstrijdvorm
o “Een in wedstrijdvorm gegoten prestatievergelijking”
Onder sport heb je twee dingen play en game:
Bij play gaat het om de speelse houding, hierbij zijn geen verplichtingen. Hierbij is er ook geen extrinsiek doel.
Bij game is er sprake van intrinsieke en extrinsieke doelen, game heeft regels en vaste middelen.
- Sport heeft regels
o Sport en regels zijn onlosmakend met elkaar verbonden
o Regels maken de sport uniek, het bepaalde de materialen, tijd en ruimte en wie er wint
o Sommige regels leggen een beperking op, maar dit zorgt ook weer voor mogelijkheden
De constituerende regels van sport zijn:
- Regels over wie er wint
- Regels over de bewegingstechnieken die gehanteerd moeten worden
- Regels over middelen die gebruikt mogen worden
- Regels over de ruimte waarbinnen gesport moet worden
1
, - Bij sport is er altijd sprake van instutionalisering
o Bepaalde verspreiding van een sport en bepaalde organisatievormen
“Een organisatie is een min of meer hiërarchisch- gestructureerde samenlevingsveerband. Dit is bewust in
stand gezet om doelen te bereiken”
Organisaties zijn in 3 vormen te verdelen:
1. Een machts- en gezagsstructuur
2. Een taakstructuur: functieverdeling
3. Een middelenstructuur
Nederland heeft 24.000 sportverenigingen die overkoepeld worden door 70 nationale sportbonden.
1.5 De sportfamilie
- De harde kern van sport kan aangevuld worden met 2 andersoortige activiteiten
o Non-physical games: denk aan schaken en dammen
o Physical activity: Bewegingsactiviteiten zonder competitie-element
Sportfamilie
Non-physical games
Physical games (harde kern Physical activities
Denk aan:
Denk aan: Denk aan:
- Dammen
- Voetbal - Fitness
- Bridge
- Tennis - Wandelen
- Schaken
- Wielrennen
1.6 Categorisering van sport:
- Resultaatgeoriënteerde en vormgeoriënteerde sporten
o Bij resultaatgeoriënteerde sporten gaat het niet om de manier waarop, maar om het
resultaat (denk aan voetbal en tennis).
o Bij vormgeoriënteerde sporten gaat het waarop de prestatie wordt uitgevoerd
(schoonheidsspringen)
Het onderscheid wat hiermee samenhangt is het refereed en judged.
- Bij refereed wordt de uitslag vastgesteld door een scheidsrechter
- Bij judged gaat het over de manier waarop en wordt de beoordeling gegeven door een jury.
Een hybride sport heeft judged en refereed
1
Flitscollege 1 Samenvatting:
Wat is sport?
Moeilijke vraag, iedereen heeft hier een andere blik op
Waarom willen we een duidelijk begrip hebben van sport?
- Het is voor het inkaart brengen van lichamelijke activiteiten makkelijk
- Voor de bekostiging van de overheid
- Sport en recht
o Denk aan vechtsport, binnen vereniging legaal, op straat illegaal.
Dubbelkarakter van sport -> Dit element kan je opdelen in twee dingen, namelijk essentialistisch en
instrumenteel
- Essentialistisch -> Het eigene van de sport
o Specifieke kenmerken
o Waarmee onderscheidt de sport zich ten opzichte van andere maatschappelijke instituties
- Instrumenteel -> Sociaal maatschappelijke inbedding
o Onderdeel van een groter geheel
o Buiten sport gelegen doelen worden hiermee behaald
1
,De sportwereld van het HBO hoofdstuk 1 samenvatting:
1.2 De relevantie van de vraag naar het wezen van sport:
E-sports is een afkorting voor Electronic Sports . Sinds 2017 is er een Edivisie in Nederland voor online FIFA. IN
de e-sports gaat er veel geld om, ondertussen zijn er al zo’n 145 miljoen e-sports fans.
De NOC en de NSF bepalen wie er bij de sportkoepel mogen aansluiten, dit is belangrijk voor verschillende
redenen. Voor gemeente is het handig om te weten wie er recht heeft op subsidie uit de sportwereld. Voor
online redactie is het handig om te weten onder welk kopje ze het nieuws artikel moeten plaatsen.
Mensen hanteren af en toe ook morele normen om te kijken of iets wel sport is. Denk aan de voetbaltrap in
het WK. Dit is een goed voorbeeld waarom het afbakenen van sport belangrijk is voor het recht. Slaan en
schoppen in de maatschappij is illegaal, maar tijdens een bokswedstrijd legaal.
1.3 Dubbelkarakter van de sport:
Essentiele benadering -> De essentie van sport
Instrumentele benadering -> Middel om dingen buiten de sport te realiseren
1.4 Het wezen van sport:
De werkdefinitie van sport is: “Sport is een vaardigheidsspel gericht op het bereiken van een doel, waarbij
fysieke kwaliteiten van een mens worden getest in wedstrijd vorm, gespeeld volgens regels en binnen
intentionele kaders”
Op de volgende bladzijde wordt sport uitgelegd in 6 kenmerken:
1
, - Sport is een vaardigheidsspel
o Mensen moeten bewegingsvaardig zijn, maar ook tactisch, mentaal en moreel vaardig
o Met tactisch worden de spelelementen en het spelinzicht bedoelt
o Mentaal gaat over doorzettingsvermogen, discipline en wilskracht
o Moreel gaat over sportiviteit, respect
Kansspelen worden uitgesloten bij sport
- Sporter probeert een bepaald doel te halen
o Sporters hebben vaak een intern doel
o Doelgerichtheid wordt het intrinsieke doel genoemd -> het heeft met de sport zelf te maken
en niet met het motief
o Het motief van mensen wordt ook wel een extrinsiek doel genoemd
- Sport heeft een fysiek karakter
o Sport doet een beroep op je lichaam
o Bij sport moet het lichamelijke aspect dominant zijn
o Sport gaat over het oplossen van complexe bewegingen
o Ook het cognitieve geheugen heeft een rol bij sport
- Sport is sprake van testen in wedstrijdvorm
o “Een in wedstrijdvorm gegoten prestatievergelijking”
Onder sport heb je twee dingen play en game:
Bij play gaat het om de speelse houding, hierbij zijn geen verplichtingen. Hierbij is er ook geen extrinsiek doel.
Bij game is er sprake van intrinsieke en extrinsieke doelen, game heeft regels en vaste middelen.
- Sport heeft regels
o Sport en regels zijn onlosmakend met elkaar verbonden
o Regels maken de sport uniek, het bepaalde de materialen, tijd en ruimte en wie er wint
o Sommige regels leggen een beperking op, maar dit zorgt ook weer voor mogelijkheden
De constituerende regels van sport zijn:
- Regels over wie er wint
- Regels over de bewegingstechnieken die gehanteerd moeten worden
- Regels over middelen die gebruikt mogen worden
- Regels over de ruimte waarbinnen gesport moet worden
1
, - Bij sport is er altijd sprake van instutionalisering
o Bepaalde verspreiding van een sport en bepaalde organisatievormen
“Een organisatie is een min of meer hiërarchisch- gestructureerde samenlevingsveerband. Dit is bewust in
stand gezet om doelen te bereiken”
Organisaties zijn in 3 vormen te verdelen:
1. Een machts- en gezagsstructuur
2. Een taakstructuur: functieverdeling
3. Een middelenstructuur
Nederland heeft 24.000 sportverenigingen die overkoepeld worden door 70 nationale sportbonden.
1.5 De sportfamilie
- De harde kern van sport kan aangevuld worden met 2 andersoortige activiteiten
o Non-physical games: denk aan schaken en dammen
o Physical activity: Bewegingsactiviteiten zonder competitie-element
Sportfamilie
Non-physical games
Physical games (harde kern Physical activities
Denk aan:
Denk aan: Denk aan:
- Dammen
- Voetbal - Fitness
- Bridge
- Tennis - Wandelen
- Schaken
- Wielrennen
1.6 Categorisering van sport:
- Resultaatgeoriënteerde en vormgeoriënteerde sporten
o Bij resultaatgeoriënteerde sporten gaat het niet om de manier waarop, maar om het
resultaat (denk aan voetbal en tennis).
o Bij vormgeoriënteerde sporten gaat het waarop de prestatie wordt uitgevoerd
(schoonheidsspringen)
Het onderscheid wat hiermee samenhangt is het refereed en judged.
- Bij refereed wordt de uitslag vastgesteld door een scheidsrechter
- Bij judged gaat het over de manier waarop en wordt de beoordeling gegeven door een jury.
Een hybride sport heeft judged en refereed
1
