HC mechanisme van het baringsproces
Cervix = baarmoedermond
> moet dicht zijn tijdens de zwangerschap en opengaan en verkorten (= verwerken) tijdens de baring
> verweken gaat sneller/gelijkmatiger bij een tweede zwangerschap
Tijdens zwangerschap:
- Uterus: glad spierweefsel, rustig, geen contracties (kan wel ongecoördineerde)
- Cervix: bindweefsel met sterke collageen verbindingen, zachter (kan leiden tot bloedverlies
Progesteron:
- remming van contracties maar het blijft ook aanwezig bij de baring (maar niet actief want er
is meer oestradiol, bij dieren gaat progesteron helemaal weg)
- kan mogelijk de oplossing zijn bij vroeggeboortes maar heeft tot nu toe beperkte effecten
Baring:
- proces van regelmatige uteruscontracties > toenemende ontsluiting > geboorte
- 1e tijdperk = ontsluitingsfase
2e tijdperk = uitdrijvingsfase
3e tijdperk = nageboorte
4e tijdperk
CRH = corticotrophin release hormone
- Geproduceerd door de placenta
- Stijgt exponentieel tijdens de zwangerschap
- Positieve terugkoppeling: placenta maakt CRH > hypofyse maakt ACTH > bijnier maakt
cortisol en DHEAs > placenta maakt CRH >>
- CRH versterkt de uteruscontracties tijdens de baring en zorgt ervoor dat de longen van de
foetus beter rijpen en meer surfactant aanmaken
- Niet heel veel van bekend
Oxytocine:
- Gemaakt in achterkwab van hypofyse
- Receptoren nemen tot 50x toe bij begin van de baring
- Belangrijk bij uitdrijving en nageboorte tijdperk
- Wordt gebruikt bij inleiding van de baring, om de weeën krachtiger te maken en bij het
beperken van bloedverlies na bevalling (fluxus)
- Bevordert band tussen moeder en kind, gevoel van liefde, orgasme, moedermelk
- Zorgt na de geboorte voor samentrekken van uterus en geboorte placenta
Prostaglandines:
- Geproduceerd door decidua en een klein beetje door placenta
- Wordt gestimuleerd door surfactant
- Stimuleert metalloproteases in de vliezen en cervix (zorgen voor verweken) > vliezen breken
- Positieve terugkoppeling
- Wordt gebruikt bij een onrijpe cervix (geen onsluiting) en bij abortus
Veranderingen in myometrium (= spierlaag van baarmoeder):
, - Meer contractiliteit: door prostaglandines en oxytocine meer Ca-influx > meer contracties
mogelijk en actine wordt filamenteus
- Makkelijker te prikkelen: door meer oxytocine receptoren
- Meer connectie tussen cellen: meer gapjunctions, meer connexin43. En ook relaxatie
HC feedbacksystemen en modellen
Inductie = op grond van specifieke waarnemingen een algemene regel opstellen (generalisatie)
Deductie = op grond van een algemene regel uitspraken doen over iets specifieks
- dmv syllogisme: als A > B en B > C, dan A > C (voorbeelden en logica)
Wetenschappelijke methode: eerst inductie, dan voorspellingen doen aan de hand van deductie, dan
een experiment om de voorspelling te toetsen. Resultaten worden geëvalueerd dmv verificatie en
falsificatie.
- Anamnese: inductie
- Onderzoek kiezen uit DD: deductie
- Onderzoek uitvoeren en tot diagnose komen: verificatie
- Therapie kiezen: deductie
Experimenten valideren, simulaties niet
Modellen zijn altijd een representatie van iets en dus niet volledig
Leerpad regeling van temperatuur
Lichaam van de mens is homeotherm: temp wordt op 37 graden gehandhaafd met een normale
variatie van 1 graden. Onder de 36 is onderkoeling, boven de 40 is zware koorts
De temperatuur van het rectum is het minst afhankelijk van de buiten temperatuur. De temperatuur
van de handen en voeten lijkt meer op de buitentemperatuur.
Temperatuur is het laagst aan het einde van de inactieve periode (ochtend) en het hoogst aan het
einde van de actieve periode (avond) > verschil is maar 0,5 graden
Progesteron zorgt voor een iets hogere temperatuur
Bronnen van warmte:
- 60% van energie uit voedsel wordt omgezet in warmte
- spieractiviteit kan ook warmte genereren
Warmteverlies:
- straling: door vasodilatatie (vasoconstrictie voor warmte vasthouden)
- zweet: gaat moeilijker met een hoge luchtvochtigheid
- uitademen
Regelkring temperatuur:
- Vergelijkend element: de centrale thermoreceptoren in de anterior hypothalamus meten de
kerntemperatuur en geven dit af als stroompjes, ook vergelijken ze de kerntemperatuur met
de gewenste waarde
- Controller: als de kerntemperatuur en gewenste waarde niet overeenkomen zet de posterior
hypothalamus dmv actiepotentialen verschillende processen in gang
- Proces: spieren rillen, vasoconstrictie/dilatatie
- Sensor: thermoreceptoren (bepalen de gemeten waarde)
Cervix = baarmoedermond
> moet dicht zijn tijdens de zwangerschap en opengaan en verkorten (= verwerken) tijdens de baring
> verweken gaat sneller/gelijkmatiger bij een tweede zwangerschap
Tijdens zwangerschap:
- Uterus: glad spierweefsel, rustig, geen contracties (kan wel ongecoördineerde)
- Cervix: bindweefsel met sterke collageen verbindingen, zachter (kan leiden tot bloedverlies
Progesteron:
- remming van contracties maar het blijft ook aanwezig bij de baring (maar niet actief want er
is meer oestradiol, bij dieren gaat progesteron helemaal weg)
- kan mogelijk de oplossing zijn bij vroeggeboortes maar heeft tot nu toe beperkte effecten
Baring:
- proces van regelmatige uteruscontracties > toenemende ontsluiting > geboorte
- 1e tijdperk = ontsluitingsfase
2e tijdperk = uitdrijvingsfase
3e tijdperk = nageboorte
4e tijdperk
CRH = corticotrophin release hormone
- Geproduceerd door de placenta
- Stijgt exponentieel tijdens de zwangerschap
- Positieve terugkoppeling: placenta maakt CRH > hypofyse maakt ACTH > bijnier maakt
cortisol en DHEAs > placenta maakt CRH >>
- CRH versterkt de uteruscontracties tijdens de baring en zorgt ervoor dat de longen van de
foetus beter rijpen en meer surfactant aanmaken
- Niet heel veel van bekend
Oxytocine:
- Gemaakt in achterkwab van hypofyse
- Receptoren nemen tot 50x toe bij begin van de baring
- Belangrijk bij uitdrijving en nageboorte tijdperk
- Wordt gebruikt bij inleiding van de baring, om de weeën krachtiger te maken en bij het
beperken van bloedverlies na bevalling (fluxus)
- Bevordert band tussen moeder en kind, gevoel van liefde, orgasme, moedermelk
- Zorgt na de geboorte voor samentrekken van uterus en geboorte placenta
Prostaglandines:
- Geproduceerd door decidua en een klein beetje door placenta
- Wordt gestimuleerd door surfactant
- Stimuleert metalloproteases in de vliezen en cervix (zorgen voor verweken) > vliezen breken
- Positieve terugkoppeling
- Wordt gebruikt bij een onrijpe cervix (geen onsluiting) en bij abortus
Veranderingen in myometrium (= spierlaag van baarmoeder):
, - Meer contractiliteit: door prostaglandines en oxytocine meer Ca-influx > meer contracties
mogelijk en actine wordt filamenteus
- Makkelijker te prikkelen: door meer oxytocine receptoren
- Meer connectie tussen cellen: meer gapjunctions, meer connexin43. En ook relaxatie
HC feedbacksystemen en modellen
Inductie = op grond van specifieke waarnemingen een algemene regel opstellen (generalisatie)
Deductie = op grond van een algemene regel uitspraken doen over iets specifieks
- dmv syllogisme: als A > B en B > C, dan A > C (voorbeelden en logica)
Wetenschappelijke methode: eerst inductie, dan voorspellingen doen aan de hand van deductie, dan
een experiment om de voorspelling te toetsen. Resultaten worden geëvalueerd dmv verificatie en
falsificatie.
- Anamnese: inductie
- Onderzoek kiezen uit DD: deductie
- Onderzoek uitvoeren en tot diagnose komen: verificatie
- Therapie kiezen: deductie
Experimenten valideren, simulaties niet
Modellen zijn altijd een representatie van iets en dus niet volledig
Leerpad regeling van temperatuur
Lichaam van de mens is homeotherm: temp wordt op 37 graden gehandhaafd met een normale
variatie van 1 graden. Onder de 36 is onderkoeling, boven de 40 is zware koorts
De temperatuur van het rectum is het minst afhankelijk van de buiten temperatuur. De temperatuur
van de handen en voeten lijkt meer op de buitentemperatuur.
Temperatuur is het laagst aan het einde van de inactieve periode (ochtend) en het hoogst aan het
einde van de actieve periode (avond) > verschil is maar 0,5 graden
Progesteron zorgt voor een iets hogere temperatuur
Bronnen van warmte:
- 60% van energie uit voedsel wordt omgezet in warmte
- spieractiviteit kan ook warmte genereren
Warmteverlies:
- straling: door vasodilatatie (vasoconstrictie voor warmte vasthouden)
- zweet: gaat moeilijker met een hoge luchtvochtigheid
- uitademen
Regelkring temperatuur:
- Vergelijkend element: de centrale thermoreceptoren in de anterior hypothalamus meten de
kerntemperatuur en geven dit af als stroompjes, ook vergelijken ze de kerntemperatuur met
de gewenste waarde
- Controller: als de kerntemperatuur en gewenste waarde niet overeenkomen zet de posterior
hypothalamus dmv actiepotentialen verschillende processen in gang
- Proces: spieren rillen, vasoconstrictie/dilatatie
- Sensor: thermoreceptoren (bepalen de gemeten waarde)
