Les 7
Licht -> beweegt zich rechtlijnig voort
Wit licht bestaat uit alle kleuren van de regenboog
Directe lichtbron -> een bron dat zelf licht geeft -> lamp, kaars, zon etc
Indirecte lichtbron -> een bron dat zelf geen licht geeft -> papier, maan, kleding etc.
Lichtbundel bestaan uit meerdere lichtstralen.
Lichtstralen worden gedeeltelijk geabsorbeerd en gedeeltelijk diffuus teruggekaatst.
Het lichtbundel die op een voorwerp valt wordt in alle richtingen weerkaatst.
Schaduw -> waar het licht niet komt
- Teken de randstralen (lichtstralen die net niet door het voorwerp worden
tegengehouden)
- Arceer het gebied tussen de randstralen -> dit is de schaduw
Bij een terugkaatsing door een spiegel geldt = hoek van inval = hoek van
terugkaatsing
, Symbolen = Li = Lt -> spiegelwet
Spiegelbeeld -> vanuit elk punt van het voorwerp valt er licht op de spiegel. De
spiegel kaatst dit licht terug naar je ogen. Daardoor lijkt het licht uit een punt achter
de spiegel te komen.
Spiegelbeeld is een virtueel beeld. -> Virtueel beeld betekent dat het beeld niet echt
is (er lijkt dat er een voorwerp achter de spiegel is, maar dat is niet zo). Een virtueel
beeld kan je niet zichtbaar maken op een scherm, je ziet het alleen als je in de
spiegel kijkt.
Een teruggekaatste lichtbundel tekenen
- Teken het spiegelbeeld van de lichtbron
- Teken de randstralen (rand van de spiegel vanuit de lichtbron)
- Teken de teruggekaatste lichtstralen alsof ze uit de lichtbron komen
Spectraal kleuren -> zuivere kleuren -> kleuren die je niet verder kan splitsen
Spectrum -> de licht van de zon wordt gesplitst in rood, oranje, geel, groen, blauw en
violet.
Prisma -> driehoekig stuk glas. Een prisma splitst een lichtbundel wit licht in de
kleuren van de regenboog.
Als je de regenboogkleuren (spectraal kleuren) weer samenvoegt krijg je witlicht.
Spectroscoop -> zie je alle kleuren in het licht
Mengkleur -> verschillende kleuren
Je ogen kunnen het verschil niet zien tussen mengkleur rood en de spectraal kleur
rood (zuiver rood)
Ultraviolette straling (uv-straling) -> ligt naast het violet de naam ultraviolet betekent
letterlijk ‘voorbij het violet’. Mensen kunnen uv-straling niet zien, maar sommige
dieren wel.
Fluoresceren -> oplichten van dergelijke stoffen (kan uv-straling).
Beschermingsfactor -> geeft aan hoeveel keer je langer in de zon (of ergens anders)
kan blijven. Een zonnebrand met factor 10 kan je 10x langer in de zon blijven.
Infrarode straling (ir-straling) -> naast het rood en betekent letterlijk ‘voor het rood.
Hoe hoger de temperatuur van een voorwerp hoe meer ir-straling voorwerp uitzendt.
De infrarode straling wordt ook wel warmtestraling genoemd. Het beeld wat je krijgt
noemen we het warmtebeeld of thermogram.
Lenzen -> schijfjes van glas of kunststof
Een lens is ontworpen om licht op een bepaalde manier van richting te doen
veranderen -> licht breken
Licht -> beweegt zich rechtlijnig voort
Wit licht bestaat uit alle kleuren van de regenboog
Directe lichtbron -> een bron dat zelf licht geeft -> lamp, kaars, zon etc
Indirecte lichtbron -> een bron dat zelf geen licht geeft -> papier, maan, kleding etc.
Lichtbundel bestaan uit meerdere lichtstralen.
Lichtstralen worden gedeeltelijk geabsorbeerd en gedeeltelijk diffuus teruggekaatst.
Het lichtbundel die op een voorwerp valt wordt in alle richtingen weerkaatst.
Schaduw -> waar het licht niet komt
- Teken de randstralen (lichtstralen die net niet door het voorwerp worden
tegengehouden)
- Arceer het gebied tussen de randstralen -> dit is de schaduw
Bij een terugkaatsing door een spiegel geldt = hoek van inval = hoek van
terugkaatsing
, Symbolen = Li = Lt -> spiegelwet
Spiegelbeeld -> vanuit elk punt van het voorwerp valt er licht op de spiegel. De
spiegel kaatst dit licht terug naar je ogen. Daardoor lijkt het licht uit een punt achter
de spiegel te komen.
Spiegelbeeld is een virtueel beeld. -> Virtueel beeld betekent dat het beeld niet echt
is (er lijkt dat er een voorwerp achter de spiegel is, maar dat is niet zo). Een virtueel
beeld kan je niet zichtbaar maken op een scherm, je ziet het alleen als je in de
spiegel kijkt.
Een teruggekaatste lichtbundel tekenen
- Teken het spiegelbeeld van de lichtbron
- Teken de randstralen (rand van de spiegel vanuit de lichtbron)
- Teken de teruggekaatste lichtstralen alsof ze uit de lichtbron komen
Spectraal kleuren -> zuivere kleuren -> kleuren die je niet verder kan splitsen
Spectrum -> de licht van de zon wordt gesplitst in rood, oranje, geel, groen, blauw en
violet.
Prisma -> driehoekig stuk glas. Een prisma splitst een lichtbundel wit licht in de
kleuren van de regenboog.
Als je de regenboogkleuren (spectraal kleuren) weer samenvoegt krijg je witlicht.
Spectroscoop -> zie je alle kleuren in het licht
Mengkleur -> verschillende kleuren
Je ogen kunnen het verschil niet zien tussen mengkleur rood en de spectraal kleur
rood (zuiver rood)
Ultraviolette straling (uv-straling) -> ligt naast het violet de naam ultraviolet betekent
letterlijk ‘voorbij het violet’. Mensen kunnen uv-straling niet zien, maar sommige
dieren wel.
Fluoresceren -> oplichten van dergelijke stoffen (kan uv-straling).
Beschermingsfactor -> geeft aan hoeveel keer je langer in de zon (of ergens anders)
kan blijven. Een zonnebrand met factor 10 kan je 10x langer in de zon blijven.
Infrarode straling (ir-straling) -> naast het rood en betekent letterlijk ‘voor het rood.
Hoe hoger de temperatuur van een voorwerp hoe meer ir-straling voorwerp uitzendt.
De infrarode straling wordt ook wel warmtestraling genoemd. Het beeld wat je krijgt
noemen we het warmtebeeld of thermogram.
Lenzen -> schijfjes van glas of kunststof
Een lens is ontworpen om licht op een bepaalde manier van richting te doen
veranderen -> licht breken