Sectie 5: Voorspellen en budgetteren
In dit hoofdstuk bekijken we veel cijfers. Op het examen moet je de zaken kwantitatief
kunnen plaatsen, met de voor- en nadelen.
Voorspellen van de verkoop
Terminologie
- Rating, schatting
Er wordt een waarde, meestal kwantitatief, gegeven aan een bestaand fenomeen
of een fenomeen uit het verleden. “Hoe groot is de Japanse markt.”
- Extrapolatie
Een punt dat buiten de range van een bestaande dataset ligt, wordt voorspeld.
Wanneer je voor X 3, 4 en 5 hebt, ga je bijvoorbeeld onderzoeken wat er gebeurt als
X tien zou zijn.
- Voorspellen (Prediction)
Dit is zeer subjectief. Het gaat om het buikgevoel. Dit is een mentale reflex dat gaat
reageren op een prikkel. Managers gaan aan de hand van artikels de gevolgen al
kunnen voorspellen.
- Voorspellen (Prevision, forecasting)
Voorspellingen aan de hand van statistiek en wiskunde. Het gebeurt op een
wetenschappelijke manier, en is dus beter.
- Projectie
Dit is gebaseerd op aannames. Het gaat om premissen die nog niet echt bewezen
zijn. “Wat-indien-scenario’s” We noemen het ook doemscenario’s, omdat er een
nadruk is op het negatieve.
- Raden (Guess)
- Inferentie (Inference)
Wanneer je een steekproef van honderd mensen hebt bevraagd, ga je de resultaten
infereren naar de populatie. Hiervoor wordt ook vaak de term extrapoleren
gebruikt.
- Target, doelstelling
Een expressie van ambitie, aanzet en wens.
- Plan
Een uitgelijnde beschrijving van de strategie leidend naar een target.
- Budget
Een manier van het verzekeren van de geplande uitgaven in een bepaalde periode
om het inkomen niet te overschreiden.
Educated guess
Je maakt een schatting die gebaseerd is op een aantal elementen die de moeite waard zijn.
De schatting is gebaseerd op bestaande observaties van primaire en secundaire data en
bedekt zowel het verleden als het heden. Het is de bedoeling dat de beste schatting bereikt
wordt door zich te baseren op kennis en expertise.
In dit hoofdstuk bekijken we veel cijfers. Op het examen moet je de zaken kwantitatief
kunnen plaatsen, met de voor- en nadelen.
Voorspellen van de verkoop
Terminologie
- Rating, schatting
Er wordt een waarde, meestal kwantitatief, gegeven aan een bestaand fenomeen
of een fenomeen uit het verleden. “Hoe groot is de Japanse markt.”
- Extrapolatie
Een punt dat buiten de range van een bestaande dataset ligt, wordt voorspeld.
Wanneer je voor X 3, 4 en 5 hebt, ga je bijvoorbeeld onderzoeken wat er gebeurt als
X tien zou zijn.
- Voorspellen (Prediction)
Dit is zeer subjectief. Het gaat om het buikgevoel. Dit is een mentale reflex dat gaat
reageren op een prikkel. Managers gaan aan de hand van artikels de gevolgen al
kunnen voorspellen.
- Voorspellen (Prevision, forecasting)
Voorspellingen aan de hand van statistiek en wiskunde. Het gebeurt op een
wetenschappelijke manier, en is dus beter.
- Projectie
Dit is gebaseerd op aannames. Het gaat om premissen die nog niet echt bewezen
zijn. “Wat-indien-scenario’s” We noemen het ook doemscenario’s, omdat er een
nadruk is op het negatieve.
- Raden (Guess)
- Inferentie (Inference)
Wanneer je een steekproef van honderd mensen hebt bevraagd, ga je de resultaten
infereren naar de populatie. Hiervoor wordt ook vaak de term extrapoleren
gebruikt.
- Target, doelstelling
Een expressie van ambitie, aanzet en wens.
- Plan
Een uitgelijnde beschrijving van de strategie leidend naar een target.
- Budget
Een manier van het verzekeren van de geplande uitgaven in een bepaalde periode
om het inkomen niet te overschreiden.
Educated guess
Je maakt een schatting die gebaseerd is op een aantal elementen die de moeite waard zijn.
De schatting is gebaseerd op bestaande observaties van primaire en secundaire data en
bedekt zowel het verleden als het heden. Het is de bedoeling dat de beste schatting bereikt
wordt door zich te baseren op kennis en expertise.