2017
Albertien Kappelhof
Inholland Alkmaar
Femke de Jong | 563246
[NETWERKBENADERING]
De opdracht netwerkbenadering is bedoeld om te leren hoe cliënten ondersteund kunnen worden
bij het versterken van en het gebruik maken van het netwerk. Er wordt minder op het probleem
gericht en meer onderzocht hoe de cliënt in hun eigen omgeving steun kan vinden, verbindende
activiteiten kan ondernemen en ook zelf steun kan geven aan mensen om zich heen. Het verslag
,bestaat uit twee opdrachten: een opdracht samen met een cliënt en een opdracht om een korte
handreiking te maken voor de instelling.
Naam student Femke de Jong
Studentnummer 563246
Klas MWD2B
Domein Gezondheid, Welzijn & Sport
Opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD)
Variant (VT / DT / DU) VT
Jaar 2
Locatie Alkmaar
Netwerkbenadering
Titel werkstuk
Naam toets 2.3.1C Netwerkbenadering
Toetscode 2314HVW31C
Naam docent: Albertien Kappelhof
Studiejaar 2016-2017
Toetsperiode 3
Kans Regulier
Ik verklaar dat ik bij het onderzoek voor en het schrijven van dit werkstuk niet heb
Verklaring student geplagieerd, gefraudeerd of anderszins in strijd met de Onderwijs- en Examen
Regeling (OER) heb gehandeld.
Datum 30-03-2017
In te vullen door de examinator: In te vullen door het servicepunt:
Beoordeling docent In ontvangst
(Eindcijfer) genomen door
Datum beoordeling Datum ontvangst
Naam examinator
Handtekening
Handtekening
1
,Inhoudsopgave
Inleiding .................................................................................................................................................... 3
Opdracht 1................................................................................................................................................ 4
Opdracht 2.............................................................................................................................................. 10
Bibliografie ............................................................................................................................................. 13
Bijlagen ................................................................................................................................................... 14
2
,Inleiding
De opdracht netwerkbenadering is bedoeld om te leren hoe cliënten ondersteund kunnen worden bij het
versterken van en het gebruik maken van het netwerk. Er wordt minder op het probleem gericht en meer
onderzocht hoe de cliënt in hun eigen omgeving steun kan vinden, verbindende activiteiten kan ondernemen
en ook zelf steun kan geven aan mensen om zich heen. Het verslag bestaat uit twee opdrachten: een opdracht
samen met een cliënt en een opdracht om een korte handreiking te maken voor de instelling.
Ik heb deze opdracht ingedeeld op de volgende wijze:
In opdracht 1 is aan de hand van de vijf fasen van de sociale netwerkmethodiek vormgegeven aan deze
deelopdracht.
Tot slot volgt er nog een bibliografie en de bijlagen.
3
, Opdracht 1
In deze opdracht ga ik in gesprek met een cliënt over haar netwerk. Voorafgaand aan het uitvoeren van deze
opdracht heb ik de cliëntsituatie even kort weergeven en voor mezelf een voorbereiding getroffen voor het
gesprek. Ik ga deze opdracht vormgeven aan de vijf fasen:
- Fase 1: Inventariseren van het sociaal netwerk
- Fase 2: Analyseren van de mogelijkheden van het sociaal netwerk
- Fase 3: Opzetten van een werkplan
- Fase 4: Uitvoeren van het werkplan
- Fase 5: Evalueren en consolideren van de bereikte resultaten
(Scheffers, 2015).
Tot slot geef ik nog een allesomvattende reflectie en stel nog een leerdoel op.
Cliëntsituatie
Elke week doe ik boodschappen met mevrouw. Ik ben bij mevrouw terecht gekomen met de vraag vanuit haar
dochter. Mevrouw belast haar twee kinderen te veel en daar hebben de kinderen naast een baan en verre
reisafstand niet altijd tijd voor. Mevrouw praat vooral over haar twee kinderen. Ik ben daarom benieuwd hoe
haar verdere netwerk in elkaar zit.
Voorbereiding van het gesprek
Ik open het gesprek met een uitleg over wat de bedoeling is van deze opdracht. Als de mevrouw bereid is om
mee te werken dan kunnen we beginnen met de inventarisatie van het netwerk van de cliënt.
Ik zal starten met de vraag: Hoe ziet het contact met elk van uw kinderen eruit? Ik doe dit omdat mevrouw
graag over haar kinderen praat en zij zich zo snel op haar gemak voelt wat betreft deze opdracht. Ik wil graag
doorvragen op de verschillende sectoren die genoemd zijn in het boek:
• Sector verwanten
• Sector vriendschappelijke betrekkingen
• Sector buren en woonomgeving
• Sector maatschappelijke diensten
(Scheffers, 2015).
Ik zal proberen zoveel mogelijk door te vragen met wat-vragen: wat betekent uw zoon voor u? Wat belemmerd
u in het contact met ……? Ik ben er door de presentatie van een gastspreker achter gekomen dat wat-vragen
veel meer informatie geven dan elk ander vraagwoord. Wat geeft openheid aan de vraag en stelt de ander in
de gelegenheid alles over dit onderwerp te vertellen, zo krijg ik veel meer informatie. Ik vooraf erop letten dat
ik mijn gezichtsuitdrukkingen neutraal houd en onwetendheid heb. Dit houdt in dat ik het gesprek voer met
onwetendheid voor de situatie, dus goed doorvraag en niet mijn eigen interpretatie erbij betrek.
Fase 1: Inventariseren van het sociaal netwerk
In deze fase breng ik samen met de cliënt het netwerk in kaart. Ik heb dit gedaan tijdens de begeleiding van de
cliënt. Om het netwerk overzichtelijk in kaart te brengen, gebruik ik de volgende formulieren: de
beslissingsbalans, het ecogram, het genogram, het inventarisatieformulier en een schema met de
mogelijkheden van het sociaal netwerk. Deze formulieren zijn terug te vinden in de bijlagen. Ik inventariseer
het netwerk met behulp van de vragenlijst op pagina 170 van het boek: Sterk met een vitaal netwerk van Maria
Scheffers. De ecogram en de vragenlijst zijn opgedeeld in vier sectoren: verwanten, vriendschappelijke
betrekkingen, de maatschappelijke diensten en de buren en woonomgeving. Dit is gedaan door Baars, Uffers
en Dekkers (Scheffers, 2015).
Sector verwanten
Algemeen het gezin
De cliënt heeft is negentien jaar geleden gescheiden van haar man. Voorderest heeft zij contact met haar twee
kinderen: Esther en Jack. Met haar derde kind Marcel is sinds zes jaar geen contact meer. De ouders van de
cliënt zijn overleden.
Algemeen overige familieleden
De cliënt heeft contact met haar twee broers en haar zus. Verder heeft zij nog contact met haar nichtje.
4
Albertien Kappelhof
Inholland Alkmaar
Femke de Jong | 563246
[NETWERKBENADERING]
De opdracht netwerkbenadering is bedoeld om te leren hoe cliënten ondersteund kunnen worden
bij het versterken van en het gebruik maken van het netwerk. Er wordt minder op het probleem
gericht en meer onderzocht hoe de cliënt in hun eigen omgeving steun kan vinden, verbindende
activiteiten kan ondernemen en ook zelf steun kan geven aan mensen om zich heen. Het verslag
,bestaat uit twee opdrachten: een opdracht samen met een cliënt en een opdracht om een korte
handreiking te maken voor de instelling.
Naam student Femke de Jong
Studentnummer 563246
Klas MWD2B
Domein Gezondheid, Welzijn & Sport
Opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD)
Variant (VT / DT / DU) VT
Jaar 2
Locatie Alkmaar
Netwerkbenadering
Titel werkstuk
Naam toets 2.3.1C Netwerkbenadering
Toetscode 2314HVW31C
Naam docent: Albertien Kappelhof
Studiejaar 2016-2017
Toetsperiode 3
Kans Regulier
Ik verklaar dat ik bij het onderzoek voor en het schrijven van dit werkstuk niet heb
Verklaring student geplagieerd, gefraudeerd of anderszins in strijd met de Onderwijs- en Examen
Regeling (OER) heb gehandeld.
Datum 30-03-2017
In te vullen door de examinator: In te vullen door het servicepunt:
Beoordeling docent In ontvangst
(Eindcijfer) genomen door
Datum beoordeling Datum ontvangst
Naam examinator
Handtekening
Handtekening
1
,Inhoudsopgave
Inleiding .................................................................................................................................................... 3
Opdracht 1................................................................................................................................................ 4
Opdracht 2.............................................................................................................................................. 10
Bibliografie ............................................................................................................................................. 13
Bijlagen ................................................................................................................................................... 14
2
,Inleiding
De opdracht netwerkbenadering is bedoeld om te leren hoe cliënten ondersteund kunnen worden bij het
versterken van en het gebruik maken van het netwerk. Er wordt minder op het probleem gericht en meer
onderzocht hoe de cliënt in hun eigen omgeving steun kan vinden, verbindende activiteiten kan ondernemen
en ook zelf steun kan geven aan mensen om zich heen. Het verslag bestaat uit twee opdrachten: een opdracht
samen met een cliënt en een opdracht om een korte handreiking te maken voor de instelling.
Ik heb deze opdracht ingedeeld op de volgende wijze:
In opdracht 1 is aan de hand van de vijf fasen van de sociale netwerkmethodiek vormgegeven aan deze
deelopdracht.
Tot slot volgt er nog een bibliografie en de bijlagen.
3
, Opdracht 1
In deze opdracht ga ik in gesprek met een cliënt over haar netwerk. Voorafgaand aan het uitvoeren van deze
opdracht heb ik de cliëntsituatie even kort weergeven en voor mezelf een voorbereiding getroffen voor het
gesprek. Ik ga deze opdracht vormgeven aan de vijf fasen:
- Fase 1: Inventariseren van het sociaal netwerk
- Fase 2: Analyseren van de mogelijkheden van het sociaal netwerk
- Fase 3: Opzetten van een werkplan
- Fase 4: Uitvoeren van het werkplan
- Fase 5: Evalueren en consolideren van de bereikte resultaten
(Scheffers, 2015).
Tot slot geef ik nog een allesomvattende reflectie en stel nog een leerdoel op.
Cliëntsituatie
Elke week doe ik boodschappen met mevrouw. Ik ben bij mevrouw terecht gekomen met de vraag vanuit haar
dochter. Mevrouw belast haar twee kinderen te veel en daar hebben de kinderen naast een baan en verre
reisafstand niet altijd tijd voor. Mevrouw praat vooral over haar twee kinderen. Ik ben daarom benieuwd hoe
haar verdere netwerk in elkaar zit.
Voorbereiding van het gesprek
Ik open het gesprek met een uitleg over wat de bedoeling is van deze opdracht. Als de mevrouw bereid is om
mee te werken dan kunnen we beginnen met de inventarisatie van het netwerk van de cliënt.
Ik zal starten met de vraag: Hoe ziet het contact met elk van uw kinderen eruit? Ik doe dit omdat mevrouw
graag over haar kinderen praat en zij zich zo snel op haar gemak voelt wat betreft deze opdracht. Ik wil graag
doorvragen op de verschillende sectoren die genoemd zijn in het boek:
• Sector verwanten
• Sector vriendschappelijke betrekkingen
• Sector buren en woonomgeving
• Sector maatschappelijke diensten
(Scheffers, 2015).
Ik zal proberen zoveel mogelijk door te vragen met wat-vragen: wat betekent uw zoon voor u? Wat belemmerd
u in het contact met ……? Ik ben er door de presentatie van een gastspreker achter gekomen dat wat-vragen
veel meer informatie geven dan elk ander vraagwoord. Wat geeft openheid aan de vraag en stelt de ander in
de gelegenheid alles over dit onderwerp te vertellen, zo krijg ik veel meer informatie. Ik vooraf erop letten dat
ik mijn gezichtsuitdrukkingen neutraal houd en onwetendheid heb. Dit houdt in dat ik het gesprek voer met
onwetendheid voor de situatie, dus goed doorvraag en niet mijn eigen interpretatie erbij betrek.
Fase 1: Inventariseren van het sociaal netwerk
In deze fase breng ik samen met de cliënt het netwerk in kaart. Ik heb dit gedaan tijdens de begeleiding van de
cliënt. Om het netwerk overzichtelijk in kaart te brengen, gebruik ik de volgende formulieren: de
beslissingsbalans, het ecogram, het genogram, het inventarisatieformulier en een schema met de
mogelijkheden van het sociaal netwerk. Deze formulieren zijn terug te vinden in de bijlagen. Ik inventariseer
het netwerk met behulp van de vragenlijst op pagina 170 van het boek: Sterk met een vitaal netwerk van Maria
Scheffers. De ecogram en de vragenlijst zijn opgedeeld in vier sectoren: verwanten, vriendschappelijke
betrekkingen, de maatschappelijke diensten en de buren en woonomgeving. Dit is gedaan door Baars, Uffers
en Dekkers (Scheffers, 2015).
Sector verwanten
Algemeen het gezin
De cliënt heeft is negentien jaar geleden gescheiden van haar man. Voorderest heeft zij contact met haar twee
kinderen: Esther en Jack. Met haar derde kind Marcel is sinds zes jaar geen contact meer. De ouders van de
cliënt zijn overleden.
Algemeen overige familieleden
De cliënt heeft contact met haar twee broers en haar zus. Verder heeft zij nog contact met haar nichtje.
4
