Thema 3: Elektriciteit
hoofdstuk 1: geladen toestand
● Een voorwerp wordt negatief (-) elektrisch geladen al het elektronen opneemt en
positief(+) geladen als het elektronen afstaat.
- Voorwerpen met een gelijksoortige lading stoten elkaar af.
- Voorwerpen met een ongelijksoortige lading trekken elkaar aan.
● Een hoeveelheid elektrische lading wordt voorgesteld door het symbool Q. De
SI-eenheid van elektrische lading is de coulomb (C)
● Als een geleider extra elektronen ontvangt vanuit de omgeving, worden die
verspreid doorheen het materiaal. Een niet-geleider / isolator is een stof waardoor
de lading zich niet kan verplaatsen. Elektrische isolatie is een materiaal waardoor de
lading niet kan bewegen.
● Elektrische isolatie is een materiaal waardoor de lading niet kan bewegen.
Hoe kun je de geladen toestand zichtbaar maken?
- Isolator: in geladen toestand kun je bij haar, papiersnippers of andere lichte
materialen aantrekken of afstoting waarnemen
- geleider: in geladen toestand kun je de lading overbrengen op een
elektroscoop en de uitwijking van het bewegende deel waarnemen.
Elektrisch neutraal voorwerp ⇾ Wanneer in een voorwerp het aantal positieve ladingen
gelijk is aan het aantal negatieve ladingen.
, Fysica:
Hoofdstuk 2: Elektrische spanning en stroomsterkte
Elektrische spanning (U) ⇾ Het verschil in elektrische potentiële energie per eenheid van
lading tussen 2 punten.
● De SI-eenheid is volt (V)
Gelijkspanning ⇾ spanning waarbij polariteit + en - niet wisselt.
° Bij wisselspanning wijzigt de polariteit met een vast ritme.
● Spanningsbron ⇾ werkt als een ‘pomp’ die de lading van lage potentiële energie
terugbrengt naar een toestand van hoge potentiële energie.
● De elektrische stroom ontstaat door ladingen in beweging.
- De conventionele stroomzin : van de pluspool naar de minpool van de
spanningsbron.
- De werkelijke stroomzin: beschrijft de beweging van elektronen en heeft een
tegengestelde zin.
● De elektrische stroomsterkte (I) is de hoeveelheid lading (ΔQ) die per tijdseenheid
(Δt) door een geleider stroomt.
𝐶
● De SI-eenheid is 𝑠
of ampère (A).
∆𝑄
● Formule: I = ∆𝑡