Les 4 – schema : conceptualisering en sociale context
0. Vooraf: twee vragen
1. Conceptualisering in de semiotiek
a. Teken en betekenis (De Saussure, Peirce)
a. twee definities
Volgens de Saussure:
Signe = signifiant (betekenaar) + signifié (betekenis); arbitraire en
conventionele relatie
Volgens Peirce:
Sign = representamen (vorm) + interpretant (betekenis) + object
(referent waarnaar verwezen wordt, is ding in realiteit)
b. types: symbool, icoon, index
Onderverdeling door Chandler:
Symbool: berust op conventioneel verband (bv taal, verkeersteken,
nationale vlag)
Icoon: berust op gelijkenis (bv portret, onomatopee)
Index: berust op niet-arbitraire relatie (bv symptoom-ziekte, ringtoon
v.e. telefoon, thermometer)
c. Illustratie
Op welke manieren zijn toilet signs cultureel gedetermineerd?
o Westers concept van M/V kledij
o 19e eeuws concept van sekse (Eng. gender)
Vraag 3: Zijn de ‘toilet signs’ iconisch of symbolisch?
o Om echt iconisch te zijn, zou een teken doorzichtig moeten zijn
voor iemand die het nooit eerder heeft gezien - en het lijkt
onwaarschijnlijk dat dit zo het geval is als soms wordt
verondersteld. We zien de gelijkenis als we de betekenis al
kennen" (Cook 1992, 70).
o dus ook symbolisch (én arbitrair)
symbolisch: want iemand die het teken nog nooit gezien
heeft kan niet direct weten dat het voor toiletten
gebruikt wordt
arbitrair: want we gebruiken deze tekens omdat we
gewoon zijn om te gebruiken. Is dus ook gesocialiseerd,
net zoals taal ( denk aan liftsymbool)
b. Connotatie en mythe (Barthes) (post-strucuralistische semiotiek)
0. Vooraf: twee vragen
1. Conceptualisering in de semiotiek
a. Teken en betekenis (De Saussure, Peirce)
a. twee definities
Volgens de Saussure:
Signe = signifiant (betekenaar) + signifié (betekenis); arbitraire en
conventionele relatie
Volgens Peirce:
Sign = representamen (vorm) + interpretant (betekenis) + object
(referent waarnaar verwezen wordt, is ding in realiteit)
b. types: symbool, icoon, index
Onderverdeling door Chandler:
Symbool: berust op conventioneel verband (bv taal, verkeersteken,
nationale vlag)
Icoon: berust op gelijkenis (bv portret, onomatopee)
Index: berust op niet-arbitraire relatie (bv symptoom-ziekte, ringtoon
v.e. telefoon, thermometer)
c. Illustratie
Op welke manieren zijn toilet signs cultureel gedetermineerd?
o Westers concept van M/V kledij
o 19e eeuws concept van sekse (Eng. gender)
Vraag 3: Zijn de ‘toilet signs’ iconisch of symbolisch?
o Om echt iconisch te zijn, zou een teken doorzichtig moeten zijn
voor iemand die het nooit eerder heeft gezien - en het lijkt
onwaarschijnlijk dat dit zo het geval is als soms wordt
verondersteld. We zien de gelijkenis als we de betekenis al
kennen" (Cook 1992, 70).
o dus ook symbolisch (én arbitrair)
symbolisch: want iemand die het teken nog nooit gezien
heeft kan niet direct weten dat het voor toiletten
gebruikt wordt
arbitrair: want we gebruiken deze tekens omdat we
gewoon zijn om te gebruiken. Is dus ook gesocialiseerd,
net zoals taal ( denk aan liftsymbool)
b. Connotatie en mythe (Barthes) (post-strucuralistische semiotiek)