Standpunten ➞
Een standpunt = een mening / opinie / stelling.
(signaalwoorden die vaak te vinden zijn in een standpunt: ik vind, ik denk, in mijn opinie…)
Argumenten ➞
Argumenten verdedigen jouw mening of de mening van een ander.
(signaalwoorden die vaak te vinden zijn in een argument: want, omdat, immers, namelijk,
aangezien…)
Er zijn twee soorten argumenten:
1) feitelijk argument = het argument is een feitelijke uitspraak (iets is waar of onwaar)
Voorbeeld: het is geen lekker weer deze week, want het regent al de hele week.
2) waarderend argument = het argument is een uitspraak waar meningen over kunnen
verschillen.
Voorbeeld: het is geen lekker weer deze week, want ik houd niet van zon.
Tegenargumenten en weerleggingen ➞
Tegenargumenten = een argument tegen het standpunt, je ontkracht het standpunt.
Weerlegging = een argument tegen het argument, je ontkracht het argument.
-----------2; argumentatiestructuren ----------------------------------------------
Er zijn vier argumentatiestructuren:
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1) enkelvoudige argumentatie:
1 argument ondersteund het standpunt
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2) onderschikkende argumentatie:
een argument wordt ondersteund door
een ander argument