Decentrale selectie geneeskunde
H5 Infectieziektebestrijding
Kernbegrippen, theorien en methoden, feiten:
Infectieziekten worden veroorzaakt door:
- Virussen= Klein deeltje van organisch materiaal dat vermenigvuldigt in cellen levende wezens.
- Bacteriën= Eencellig organisme zonder celkern
- Parasieten= Klein organisme wat zich voorplant in mens/ overleeft ten koste van mens.
- Schimmels= Eukaryote micro-organismen, kunnen ziektes veroorzaken.
- Prionen= Verkeerd gevouwen eiwit wat ziektes veroorzaakt doordat het verkeerde ruimtelijke
structuur doorgeeft aan andere eiwitten.
Transmissie= Overdragen, zo onderscheiden infectieziekten zich van niet-overdraagbare aandoeningen.
Primaire preventie= Voorkomen overdracht bron gastheer of voorkomen dat potentiële gastheren
vatbaar zijn.
- Hygiëne, immunisatie & vaccinatie, gezondheidsbevordering.
Secundaire preventie= Bestrijding van infectieziekte uitbraken/ voorkomen dat gastheer ziek wordt.
- Preparedness, surveillance, screening en bron- en contactopsporing.
Reproductiegetal R0 bepaalt of/hoe snel micro-organisme zich kan verspreiden in bevolking.
Bijv: een R van 1,9 betekent dat 100 geïnfecteerde individuen gemiddeld 190 anderen besmetten.
Groepsimmuniteit= Resterende niet-immune personen zijn beschermd, doordat micro-organisme zich
niet kan verspreiden (R0 < 1)
- Veroorzaakt doordat voldoende personen wel immuun zijn door natuurlijke infectie of vaccinatie.
Antimicrobiele resistentie= Ziekteverwekkers zijn niet meer gevoelig/ resistent tegen antibiotica.
, 5.1 Inleiding
Covid-19 wordt gemeld door China aan Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO). Een epidemie breekt uit en
het bereikt ook Nederland. Zo ging Nederland er mee om:
1. Contaminentfase= Indammen van verspreiding van het virus.
2. Mirigatiefase= Vertraging van opmars van het virus (piek aan besmettingen voorkomen)
3. Adaptiefase= Transmissie maximaal onder controle, toegankelijke zorg en kwetsbare
beschermen.
Infectieziekten worden veroorzaakt door, virussen, bacterien, parasieteen, schimmels en prionen.
- Worden overgdragen door transmissie.
- Vormen een bedreiging van volksgezondheid (zowel oude als nieuwe)
o Emerging infectious diseases zijn nieuwe ziektes in populatie die snel verspreiden.
- Er ontstaat steeds meer antimicrobiële resistentie.
- Zoönosen zijn ziekteverwekkers die van dier naar mens gaan.
Infectieziektebestrijding= Alle activiteiten die tot doel hebben om infectieziekten te voorkomen,
vroegtijdig te signaleren en in te dammen.
5.2 De transmissiecyclus
5..4 Maatregelen op het terrein van primaire en secundaire preventie
5.5 Het probleem van antimicrobiële resistentie.
5.6 Wetteljik kader voor infectieziekte bestrijding in Nl.
H5 Infectieziektebestrijding
Kernbegrippen, theorien en methoden, feiten:
Infectieziekten worden veroorzaakt door:
- Virussen= Klein deeltje van organisch materiaal dat vermenigvuldigt in cellen levende wezens.
- Bacteriën= Eencellig organisme zonder celkern
- Parasieten= Klein organisme wat zich voorplant in mens/ overleeft ten koste van mens.
- Schimmels= Eukaryote micro-organismen, kunnen ziektes veroorzaken.
- Prionen= Verkeerd gevouwen eiwit wat ziektes veroorzaakt doordat het verkeerde ruimtelijke
structuur doorgeeft aan andere eiwitten.
Transmissie= Overdragen, zo onderscheiden infectieziekten zich van niet-overdraagbare aandoeningen.
Primaire preventie= Voorkomen overdracht bron gastheer of voorkomen dat potentiële gastheren
vatbaar zijn.
- Hygiëne, immunisatie & vaccinatie, gezondheidsbevordering.
Secundaire preventie= Bestrijding van infectieziekte uitbraken/ voorkomen dat gastheer ziek wordt.
- Preparedness, surveillance, screening en bron- en contactopsporing.
Reproductiegetal R0 bepaalt of/hoe snel micro-organisme zich kan verspreiden in bevolking.
Bijv: een R van 1,9 betekent dat 100 geïnfecteerde individuen gemiddeld 190 anderen besmetten.
Groepsimmuniteit= Resterende niet-immune personen zijn beschermd, doordat micro-organisme zich
niet kan verspreiden (R0 < 1)
- Veroorzaakt doordat voldoende personen wel immuun zijn door natuurlijke infectie of vaccinatie.
Antimicrobiele resistentie= Ziekteverwekkers zijn niet meer gevoelig/ resistent tegen antibiotica.
, 5.1 Inleiding
Covid-19 wordt gemeld door China aan Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO). Een epidemie breekt uit en
het bereikt ook Nederland. Zo ging Nederland er mee om:
1. Contaminentfase= Indammen van verspreiding van het virus.
2. Mirigatiefase= Vertraging van opmars van het virus (piek aan besmettingen voorkomen)
3. Adaptiefase= Transmissie maximaal onder controle, toegankelijke zorg en kwetsbare
beschermen.
Infectieziekten worden veroorzaakt door, virussen, bacterien, parasieteen, schimmels en prionen.
- Worden overgdragen door transmissie.
- Vormen een bedreiging van volksgezondheid (zowel oude als nieuwe)
o Emerging infectious diseases zijn nieuwe ziektes in populatie die snel verspreiden.
- Er ontstaat steeds meer antimicrobiële resistentie.
- Zoönosen zijn ziekteverwekkers die van dier naar mens gaan.
Infectieziektebestrijding= Alle activiteiten die tot doel hebben om infectieziekten te voorkomen,
vroegtijdig te signaleren en in te dammen.
5.2 De transmissiecyclus
5..4 Maatregelen op het terrein van primaire en secundaire preventie
5.5 Het probleem van antimicrobiële resistentie.
5.6 Wetteljik kader voor infectieziekte bestrijding in Nl.