Bloed, Cellen en weefsels Samenvatting
Samenvatting van het boek Functionele Histologie, vak BLT
Hoofdstuk 1, Waarnemingsmethoden
Meter Millimeter Micrometer Nanometer
1 1 * 10-3 1 * 10-6 1 * 10-9
Histologie is onderzoek naar en werken met weefsels
Cytologie is onderzoek naar en werken met cellen
Coupes zijn plakjes weefsel van ongeveer 4 µm; worden gesneden met een microtoom (soort mes)
Na het snijden kunnen deze gekleurd worden
Tijdens de behandeling van weefsel kunnen kunstmatige veranderingen ontstaan = Artefacten
Fixatie zorgt ervoor dat het metabolisme van de cel wordt stilgelegd en het bewerkt kan worden.
Coagulerende fixatie: water wordt uit cel gehaald, waardoor eiwitten aan elkaar plakken en
koolhydraten en nucleïne zuren in de eiwitten vast zitten.
Niet-coagulerende fixatie (cross-linkend): er wordt een stof gebruikt die de moleculen in de
cel aan elkaar maakt m.b.v. additie reacties en condensatiereacties
Formaldehyde is het gas wat tot 40% in water wordt opgelost waardoor fixatief formaline ontstaat
Kan doormiddel van:
Immersie (onderdompelen van weefsel in fixatief)
Perfusie (via bloedvaten fixatief inbrengen -> zorgt voor directe inwerking op cellen)
Inbedding wordt gedaan om het weefsel hard genoeg te maken voor bewerking:
1. Weefsel wordt gedehydreerd (water wordt uit cel gehaald) m.b.v. een doorvoermachine
2. Weefsel wordt in intermedium gedaan (bijv. xyleen) want ethanol en paraffine mengt niet
3. Weefsel wordt in paraffine gelegd, dit is een inbedmedium
Grid is een roostertje wat wordt gebruikt om ultradunne coupes op te vangen
Bij een kleuring worden kleurstoffen gebruikt die verschillende delen van weefsel aankleuren:
Basofiele weefselbestandsdelen ( DNA en RNA) worden gekleurd door basische kleurstoffen
o Bijv. Haematoxyline
Acidofiele weefselbestandsdelen (bijv. –NH2 groep in eiwit) kleurt door zure kleurstoffen
o Heten ook wel eosinofiel of acidofiel doordat ze kleuren door eosine (zuur)
Verschillende microscopen
Lichtmicroscoop (LM) wordt ook wel helderveld-LM genoemd door het doorvallend witte
licht.
Vergroting hangt af van vergroting objectief x vergroting oculair
Oplossend vermogen / resolutie: de kleinste afstand tussen 2 punten die scherp kan
worden gezien
Numerieke apertuur zegt iets over de hoek waarin licht nog kan worden opgevangen door
objectief
Fasecontrast-microscoop kan contrast laten zien in ongekleurde preparaten
Kan door kleine brekingsverschillen in weefsels en structuren
Fluorescentie microscoop kan m.b.v. fluorescerende stoffen delen in cellen laten zien
Samenvatting van het boek Functionele Histologie, vak BLT
Hoofdstuk 1, Waarnemingsmethoden
Meter Millimeter Micrometer Nanometer
1 1 * 10-3 1 * 10-6 1 * 10-9
Histologie is onderzoek naar en werken met weefsels
Cytologie is onderzoek naar en werken met cellen
Coupes zijn plakjes weefsel van ongeveer 4 µm; worden gesneden met een microtoom (soort mes)
Na het snijden kunnen deze gekleurd worden
Tijdens de behandeling van weefsel kunnen kunstmatige veranderingen ontstaan = Artefacten
Fixatie zorgt ervoor dat het metabolisme van de cel wordt stilgelegd en het bewerkt kan worden.
Coagulerende fixatie: water wordt uit cel gehaald, waardoor eiwitten aan elkaar plakken en
koolhydraten en nucleïne zuren in de eiwitten vast zitten.
Niet-coagulerende fixatie (cross-linkend): er wordt een stof gebruikt die de moleculen in de
cel aan elkaar maakt m.b.v. additie reacties en condensatiereacties
Formaldehyde is het gas wat tot 40% in water wordt opgelost waardoor fixatief formaline ontstaat
Kan doormiddel van:
Immersie (onderdompelen van weefsel in fixatief)
Perfusie (via bloedvaten fixatief inbrengen -> zorgt voor directe inwerking op cellen)
Inbedding wordt gedaan om het weefsel hard genoeg te maken voor bewerking:
1. Weefsel wordt gedehydreerd (water wordt uit cel gehaald) m.b.v. een doorvoermachine
2. Weefsel wordt in intermedium gedaan (bijv. xyleen) want ethanol en paraffine mengt niet
3. Weefsel wordt in paraffine gelegd, dit is een inbedmedium
Grid is een roostertje wat wordt gebruikt om ultradunne coupes op te vangen
Bij een kleuring worden kleurstoffen gebruikt die verschillende delen van weefsel aankleuren:
Basofiele weefselbestandsdelen ( DNA en RNA) worden gekleurd door basische kleurstoffen
o Bijv. Haematoxyline
Acidofiele weefselbestandsdelen (bijv. –NH2 groep in eiwit) kleurt door zure kleurstoffen
o Heten ook wel eosinofiel of acidofiel doordat ze kleuren door eosine (zuur)
Verschillende microscopen
Lichtmicroscoop (LM) wordt ook wel helderveld-LM genoemd door het doorvallend witte
licht.
Vergroting hangt af van vergroting objectief x vergroting oculair
Oplossend vermogen / resolutie: de kleinste afstand tussen 2 punten die scherp kan
worden gezien
Numerieke apertuur zegt iets over de hoek waarin licht nog kan worden opgevangen door
objectief
Fasecontrast-microscoop kan contrast laten zien in ongekleurde preparaten
Kan door kleine brekingsverschillen in weefsels en structuren
Fluorescentie microscoop kan m.b.v. fluorescerende stoffen delen in cellen laten zien
