M&O Personeel en Organisatie Hoofdstuk 2: Management
en Leiderschap
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2.1 Taken van het management
In een organisatie speelt het management een essentiële rol. De belangrijkste taken van het
management zijn: plannen,organiseren,leiden en controleren.
Plannen: vaststellen van doelen die op bepaalde tijdstippen bereikt moeten worden
en bepalen van de middelen en activiteiten die hier voor nodig zijn
Organiseren: het werk,bevoegdheden en middelen regelen en verdelen onder leden
van de organisatie zodat de doelstellingen van de organisatie op een efficiënte en
effectieve manier bereikt worden
Leiding geven: Sturen van mensen zodat zij zich optimaal inzetten. Motiveren is hier
belangrijk bij.
Controleren: opstellen van prestatienormen,meten van prestaties,vergelijken van
prestaties met de prestatienormen en indien nodig corrigerend optreden.
De spanwijdte is het aantal ondergeschikten aan wie direct leiding wordt gegeven. Het
omspanningsvermogen is het aantal directe medewerkers waaraan een chef leiding kan
geven of het aantal mensen waarvan de chef activiteiten doelmatig kan coördineren. Dit is
o.a. afhankelijk van:
deskundigheid,ervaring en kwaliteiten van de leider
houding en capaciteiten van de medewerkers
complexiteit van het werk van de medewerkers
aantal niveaus onder de leider( spandiepte)
In de ideale situatie is er evenwicht in spanwijdte en omspanningsvermogen van de
manager.
Hoe groter de spanwijdte hoe platter de structuur. Omgekeerd leidt een relatief kleine
spanwijdte tot een steile structuur: er zijn dan relatief veel niveaus. Een relatief platte
structuur heeft in het algemeen voordelen ten opzichte van een steile structuur:
relatief minder leidinggevenden
betere communicatie tussen de top en de uitvoerenden omdat de informatielijnen
veel korter zijn
en Leiderschap
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2.1 Taken van het management
In een organisatie speelt het management een essentiële rol. De belangrijkste taken van het
management zijn: plannen,organiseren,leiden en controleren.
Plannen: vaststellen van doelen die op bepaalde tijdstippen bereikt moeten worden
en bepalen van de middelen en activiteiten die hier voor nodig zijn
Organiseren: het werk,bevoegdheden en middelen regelen en verdelen onder leden
van de organisatie zodat de doelstellingen van de organisatie op een efficiënte en
effectieve manier bereikt worden
Leiding geven: Sturen van mensen zodat zij zich optimaal inzetten. Motiveren is hier
belangrijk bij.
Controleren: opstellen van prestatienormen,meten van prestaties,vergelijken van
prestaties met de prestatienormen en indien nodig corrigerend optreden.
De spanwijdte is het aantal ondergeschikten aan wie direct leiding wordt gegeven. Het
omspanningsvermogen is het aantal directe medewerkers waaraan een chef leiding kan
geven of het aantal mensen waarvan de chef activiteiten doelmatig kan coördineren. Dit is
o.a. afhankelijk van:
deskundigheid,ervaring en kwaliteiten van de leider
houding en capaciteiten van de medewerkers
complexiteit van het werk van de medewerkers
aantal niveaus onder de leider( spandiepte)
In de ideale situatie is er evenwicht in spanwijdte en omspanningsvermogen van de
manager.
Hoe groter de spanwijdte hoe platter de structuur. Omgekeerd leidt een relatief kleine
spanwijdte tot een steile structuur: er zijn dan relatief veel niveaus. Een relatief platte
structuur heeft in het algemeen voordelen ten opzichte van een steile structuur:
relatief minder leidinggevenden
betere communicatie tussen de top en de uitvoerenden omdat de informatielijnen
veel korter zijn