100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting probleem 7

Rating
-
Sold
-
Pages
14
Uploaded on
12-02-2023
Written in
2021/2022

Met dit document heb je een handig overzicht van probleem 7

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
February 12, 2023
Number of pages
14
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

Probleem 2.7.7– In de aard van het beestje?
LD 1: Wat is een angststoornis en wanneer is het een stoornis?
Bron: Kennisclip 1 & 2 & 3
Angststoornissen
 Angst =
o Anxiety (vrees)  een op de toekomst gericht gevoel dat
gekenmerkt wordt door het gevoel dat je geen controle hebt op een
mogelijke negatieve gebeurtenis. Het is onvoorspelbaar of en
wanneer dit dan gebeurt. Je bent alert op potentieel gevaarlijke
situaties en jouw reactie hierin. Bijvoorbeeld de vrees dat je een
tentamen niet gaat halen.
o Fear (angst)  reactie op een acute of aanwezige dreiging. Je gaat
in alarm stand.
 Angst en vrees uiten zich bij een ervaren dreiging op 3
manieren
 Gedragsmatige reactie  wegrennen als er brand is
 Cognitieve reactie  angstige gedachten
 Fysiologische reactie  verhoogde hartslag of
ademhaling
o Worry (piekeren)  ervaren van moeilijk te controleren en
opdringerige gedachten.
 Het ervaren van angst, vrees en zorgen is normaal en adaptief. Die
angsten zijn vaak gekoppeld aan ontwikkelingstaken van het kind of
fase/leeftijd. Denk aan de angst voor harde geluiden (6-9 mnd). Angst voor
fantasiefiguren (2j).
 Angst heeft een beschermende werking  door angst op hoogte is de kans
op vallen kleiner. De hoeveelheid angst en de intensiteit neemt af met de
leeftijd. Uit onderzoek zijn meisjes na de kleuterklas meer en heviger
angstig. Mogelijk een gevoed beeld door gendertyperingen.
o Vertekend beeld - Rond 7-8 jaar kan een kind cognitief piekeren
 Wanneer wijkt angst af van normale ontwikkeling?  angst word
problematisch beschouwd als deze intenser en langduriger is dan verwacht
wordt op basis van normale ontwikkeling. Ook wanneer angst zorgt voor
leidingdruk en impact heeft op functioneren van het kind. Bij kinderen zijn
angstklachten en depressieve klachten vaak aanwezig.
 Prevalentie  alle angststoornissen samen zijn angststoornissen en van de
meest voorkomende bij adolescenten en kinderen [12-15%]. Meisjes lijken
2x zo vaak een angststoornis te hebben. Er zijn geen cross-culturele
verschillen in prevalentie in het algemeen, maar wel in prevalentie van
specifieke angststoornissen.
o Kan mogelijk door discriminatie en acculturatie processen
 Beloop  Bij een deel van de adolescenten en kinderen verdwijnt de angst
vanzelf  longitudinaal onderzoek bij adolescenten blijkt instabiliteit van
angststoornissen. Na 1 jaar voldoet 40% van de adolescenten niet meer
aan de criteria voor een stoornis. 40% voldeed aan de criteria van een
andere angststoornis en 20% had nog steeds dezelfde
 Co-morbiditeit 

, o Homo typische  co-morbiditeit tussen de angststoornissen. Er is 1
onderliggend construct voor alle angststoornissen
o Hetero typische  co-morbiditeit tussen angststoornissen en andere
psychiatrische stoornissen.
 Specifieke angststoornissen bij kinderen & jongeren – er is sprake van een
bepaalde mate van bezorgdheid of vrees voor objecten en situaties en
bepaalde mate van angst reducerend of vermijdend gedrag:




De specifieke fobie
 Wordt beschreven als een
overmatige, onredelijke angst die
veroorzaakt wordt door een specifiek
object of situatie (hoogte). Als
iemand hieraan wordt blootgesteld
leidt dit altijd tot een angstreactie
een willen ze het vermijden, Bij
kinderen zien we dit door het
huilen/bevriezen.
 Er moet sprake zijn van leidingsdruk
en beperkingen in het dagelijks
functioneren.
o Gedragsreactie  bevriezen/wegrennen
o Cognitieve reactie  catastrofale gedachten [als ik in dit vliegtuig
stap, dan ga ik dood]
o Fysiologische reactie  misselijk of hyperventileren
 We onderscheiden verschillende subcategorieën afhankelijk van waar de
angst over gaat
o Dier
o Natuur
o Bloed & injectie
o Situationele
o Overig
 Fobieachtige angsten zijn op jonge leeftijd gebruikelijk en iet per se
problematisch.
 Prevalentie  ongeveer 3-4 % van de algemene populatie
 Genderverschillen  specifieke fobieën komen vaker voor bij meisjes en
de symptomen zijn bij meisjes vaak heviger en komen vaker voor in
vergelijking tot jongens
 Co-morbiditeit  gaat vaak samen met andere fobieën, angststoornissen,
depressiviteit, gedragsproblemen en ODD
 Beloop  begint in de kindertijd. Een deel van de fobieën blijft langdurig
bestaan en bezorgd problemen in het functioneren op oudere leeftijd,
problemen kunnen overgaan in andere angststoornis.

De sociale fobie / angststoornissen
$8.38
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
farahkarimbaksh

Get to know the seller

Seller avatar
farahkarimbaksh Erasmus Universiteit Rotterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
2
Member since
4 year
Number of followers
2
Documents
0
Last sold
3 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions