Postpartale periode 1
Lesweek 1 les 1 Borstvoeding
Inhoud
• Inleiding
• 10 vuistregels
• BFHI
• Een geslaagde borstvoeding
o Baby
• Hongersignalen
• Houding
• Zuigtechniek
o Moeder
• Houding
o Actoren van de borstvoeding
• De praktijk van de voeding
o Eigenlijke start
o Drinkgedrag
o Het verdere verloop
• Omgaan met moedermelk
o Afkolven
• 6 maanden exclusief borstvoeding
• Samenstelling moedermelk
• Standpunt UNICEF en WHO
- gezondheidszorg en gezondheidspromotie
- bevorderen en beschermen van BV
- goede begeleiding is doorslaggevend voor wel/niet slagen van BV
• 10 vuistregels als belangrijke leidraad
• 10 basisvereisten voor behalen BFHI-label
(baby friendly hospital initiatif- een internationaal project)
Alle instellingen voor moeder- en kindzorg dienen er zorg voor te dragen: (GOED WETEN)
1. dat zij een beleid ten aanzien van borstvoeding op papier hebben, dat standaard bekend gemaakt
wordt aan alle betrokken medewerkers.
2. dat alle betrokken medewerkers de vaardigheden aanleren, die noodzakelijk zijn voor het
uitvoeren van dat beleid.
3. dat alle zwangere vrouwen voorgelicht worden over de voordelen en de praktijk van borstvoeding
geven.
4. dat moeders binnen een uur na de geboorte van hun kind geholpen worden met borstvoeding
geven.
5. dat aan vrouwen uitgelegd wordt hoe ze hun baby aan moeten leggen en hoe zij de melkproductie
in stand kunnen houden, zelfs als de baby van de moeder gescheiden moet worden. (afkolven)
6. dat pasgeborenen geen andere voeding dan borstvoeding krijgen, noch extra vocht, tenzij op
medische indicatie.
7. dat moeder en kind dag en nacht bij elkaar op een kamer mogen blijven ('rooming-in').
8. dat borstvoeding op verzoek wordt nagestreefd.
9. dat aan pasgeborenen die borstvoeding krijgen geen speen of fopspeen gegeven wordt.
10. dat er borstvoedingsbegeleidingsgroepen (moedergroepen) gevormd kunnen worden en dat
vrouwen bij het beëindigen van de zorg naar deze groepen verwezen worden.
,Geslaagde BV:
Belangrijke actoren:
• Baby
o Belangrijk dat de mama de signalen herkent!
o Laat baby beetje zelf zoeken en duw niet zijn hoofd tegen de borst
o Belangrijk dat je de baby naar mama brengt en niet andersom. Mama moet eerst goed zitten
voor ze haar kind krijgt.
o Altijd babytje iets onder de tepel
leggen. Anders gaat hij teveel met zijn
kin op de borst. Dus de tepel ongeveer
ter hoogte van het neusje.
, o Laat het kind rustig eten en ga niet de wangetjes aaien (in de eerste fase) omdat het
dan verwarrend kan zijn voor het kindje waar het dan op moet zuigen
o Overzicht:
, o Belangrijk dat je baby hoort
slikken, en het bewegen van
oortjes
o Belangrijk dat je goed start want
het is moeilijk om dit later nog
anders aan te sturen
o Samenspel van 3 reflexen. Deze
moeten alle 3 apart al goed
verlopen dan is het goed.
• Moeder
o Houding:
• prettige en ontspannen houding
• afwisselen van houding =
▪ alle melkkanaaltjes stimuleren en
leegdrinken
▪ voorkomen van borststuwing
▪ voorkomen van borstontsteking
• zittend of liggend voeden
• voorwaarde bij elke houding = buikje tegen buik
• Madonnahouding (houding zien we het meest)
• Rechtopzittend (vaak is het kindje wat ouder, dit is
niet bij een pasgeborene)
• liggend (manier 1 en 2) (vaak bij mensen die sectio
gehad hebben omdat het niet fijn is de baby op de
buik, of bv in de nacht als de moeder zelf ook nog wat
wil rusten) -> als je de andere borst wil geven draai je
een beetje door ipv helemaal aan de andere kant te gaan liggen
Lesweek 1 les 1 Borstvoeding
Inhoud
• Inleiding
• 10 vuistregels
• BFHI
• Een geslaagde borstvoeding
o Baby
• Hongersignalen
• Houding
• Zuigtechniek
o Moeder
• Houding
o Actoren van de borstvoeding
• De praktijk van de voeding
o Eigenlijke start
o Drinkgedrag
o Het verdere verloop
• Omgaan met moedermelk
o Afkolven
• 6 maanden exclusief borstvoeding
• Samenstelling moedermelk
• Standpunt UNICEF en WHO
- gezondheidszorg en gezondheidspromotie
- bevorderen en beschermen van BV
- goede begeleiding is doorslaggevend voor wel/niet slagen van BV
• 10 vuistregels als belangrijke leidraad
• 10 basisvereisten voor behalen BFHI-label
(baby friendly hospital initiatif- een internationaal project)
Alle instellingen voor moeder- en kindzorg dienen er zorg voor te dragen: (GOED WETEN)
1. dat zij een beleid ten aanzien van borstvoeding op papier hebben, dat standaard bekend gemaakt
wordt aan alle betrokken medewerkers.
2. dat alle betrokken medewerkers de vaardigheden aanleren, die noodzakelijk zijn voor het
uitvoeren van dat beleid.
3. dat alle zwangere vrouwen voorgelicht worden over de voordelen en de praktijk van borstvoeding
geven.
4. dat moeders binnen een uur na de geboorte van hun kind geholpen worden met borstvoeding
geven.
5. dat aan vrouwen uitgelegd wordt hoe ze hun baby aan moeten leggen en hoe zij de melkproductie
in stand kunnen houden, zelfs als de baby van de moeder gescheiden moet worden. (afkolven)
6. dat pasgeborenen geen andere voeding dan borstvoeding krijgen, noch extra vocht, tenzij op
medische indicatie.
7. dat moeder en kind dag en nacht bij elkaar op een kamer mogen blijven ('rooming-in').
8. dat borstvoeding op verzoek wordt nagestreefd.
9. dat aan pasgeborenen die borstvoeding krijgen geen speen of fopspeen gegeven wordt.
10. dat er borstvoedingsbegeleidingsgroepen (moedergroepen) gevormd kunnen worden en dat
vrouwen bij het beëindigen van de zorg naar deze groepen verwezen worden.
,Geslaagde BV:
Belangrijke actoren:
• Baby
o Belangrijk dat de mama de signalen herkent!
o Laat baby beetje zelf zoeken en duw niet zijn hoofd tegen de borst
o Belangrijk dat je de baby naar mama brengt en niet andersom. Mama moet eerst goed zitten
voor ze haar kind krijgt.
o Altijd babytje iets onder de tepel
leggen. Anders gaat hij teveel met zijn
kin op de borst. Dus de tepel ongeveer
ter hoogte van het neusje.
, o Laat het kind rustig eten en ga niet de wangetjes aaien (in de eerste fase) omdat het
dan verwarrend kan zijn voor het kindje waar het dan op moet zuigen
o Overzicht:
, o Belangrijk dat je baby hoort
slikken, en het bewegen van
oortjes
o Belangrijk dat je goed start want
het is moeilijk om dit later nog
anders aan te sturen
o Samenspel van 3 reflexen. Deze
moeten alle 3 apart al goed
verlopen dan is het goed.
• Moeder
o Houding:
• prettige en ontspannen houding
• afwisselen van houding =
▪ alle melkkanaaltjes stimuleren en
leegdrinken
▪ voorkomen van borststuwing
▪ voorkomen van borstontsteking
• zittend of liggend voeden
• voorwaarde bij elke houding = buikje tegen buik
• Madonnahouding (houding zien we het meest)
• Rechtopzittend (vaak is het kindje wat ouder, dit is
niet bij een pasgeborene)
• liggend (manier 1 en 2) (vaak bij mensen die sectio
gehad hebben omdat het niet fijn is de baby op de
buik, of bv in de nacht als de moeder zelf ook nog wat
wil rusten) -> als je de andere borst wil geven draai je
een beetje door ipv helemaal aan de andere kant te gaan liggen
