FAC vraag 1
Tegen BV Stubborn loopt per 13 december 2020 nog een rechtszaak. Een ontevreden klant heeft een schadeclaim ingediend omdat
het gebruik van de door BV Stubborn geleverde producten tot gezondheidsschade zou hebben geleid. Deze klant eist nu een
schadevergoeding van € 25.000
De zaak ligt nog bij de rechter. De door BV Stubborn geraadpleegde jurist schat de kans op toewijzing van de eis (dus veroordeling
van BV Stubborn) op 60%. De directie ziet het minder somber in en denkt dat ze worden vrijgesproken.
Wat moet BV Stubborn doen?
A Niets, want de directie gaat ervan uit dat ze niet hoeven te betalen
B Op de balans een schuld opnemen van € 25.000,- vanwege het toepassen van het realisatiebeginsel.
C Op de balans een schuld opnemen van € 15.000,- (dwz 60% van 25.000) vanwege het toepassen van het
voorzichtigheidsbeginsel.
D Op de balans een voorziening opnemen van € 25.000,-
FAC Vraag 2
De volgende zin is ontleend aan een jaarrapport van Grolsch n.v. De waarderingsgrondslagen zijn ten opzichte van het vorig
boekjaar ongewijzigd. Naar welke verslaggevingsgrondslag wordt hier verwezen?
A De continuïteit.
B De betrouwbaarheid.
C De vergelijkbaarheid.
D De voorzichtigheid.
FAC Vraag 3
Artikel 362 lid 5 van Titel 9 BW 2 luidt als volgt: “De baten en lasten van het boekjaar worden in de jaarrekening opgenomen,
onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in dat boekjaar hebben geleid.”
Welk beginsel staat hier beschreven?
A Continuïteit.
B Realisatie.
C Voorzichtigheid.
D Toerekening.
FAC Vraag 4
De maximale termijn waarbinnen publicatie van het jaarrapport dient plaats te vinden is:
A 12 maanden na het boekjaar.
B 5 maanden na het boekjaar.
C 2 maanden ná opmaking van het jaarrapport.
D 13 maanden na het boekjaar
FAC Vraag 5
Titel 9, 2 BW geeft ‘kleine’ en ‘middelgrote’ ondernemingen bepaalde vrijstellingen t.a.v. de wettelijke regels. De classificatie vindt
plaats op basis van drie criteria. Welke van de onderstaand opgesomde criteria zijn juist?
A Balanstotaal, gemiddeld aantal werknemers en winsttotaal.
B Totaal van de activa, gemiddeld aantal werknemers en winsttotaal.
C Gemiddeld aantal werknemers, totaal van de balans en bruto-omzet.
D Netto-omzet, totaal van de activa en gemiddeld aantal werknemers.
FAC Vraag 6
Een onderneming neemt op 2 januari 2021 een tweejarig project aan voor een bedrag van €140 mln. De totale kosten worden
begroot op €125 mln, waarvan €75 mln. gepland in 2021. De aanneemsom wordt bij oplevering ontvangen. De uitvoering verloopt
in 2021 volgens begroting.
Hoeveel is de balanswaarde op 31 december 2021 van het onderhanden project en de genomen winst in 2021 volgens de
'percentage of completion-method’.
A Onderhanden projecten: € 75 mln, winst €0
B Onderhanden projecten: € 75 mln, winst €9 mln.
C Onderhanden projecten: € 84 mln, winst €0
D Onderhanden projecten: € 84 mln, winst €9 mln 75 + (75/125 x (140 - 125)) ; 75/125 x (140 - 125)
FAC Vraag 7
Een ondernemer sluit in januari 2020 een verkoopcontract.
In februari 2020 worden de goederen gefactureerd en afgeleverd bij de klant. In maart 2020 wordt de helft van
het verkoopbedrag ontvangen, in april 2020 de rest.
De winst van dit contract is gerealiseerd in:
A januari 2020
B februari 2020
C maart 2020
D april 2020
FAC Vraag 8
In welk geval moet bij het opstellen van de jaarrekening van de specifieke wetsbepalingen worden afgeweken?
A Als het inzicht dit vereist.
B Uit concurrentieoverwegingen.
C Uit overwegingen van solvabiliteit.
D Als de algemene vergadering van aandeelhouders het goedkeurt.
Tegen BV Stubborn loopt per 13 december 2020 nog een rechtszaak. Een ontevreden klant heeft een schadeclaim ingediend omdat
het gebruik van de door BV Stubborn geleverde producten tot gezondheidsschade zou hebben geleid. Deze klant eist nu een
schadevergoeding van € 25.000
De zaak ligt nog bij de rechter. De door BV Stubborn geraadpleegde jurist schat de kans op toewijzing van de eis (dus veroordeling
van BV Stubborn) op 60%. De directie ziet het minder somber in en denkt dat ze worden vrijgesproken.
Wat moet BV Stubborn doen?
A Niets, want de directie gaat ervan uit dat ze niet hoeven te betalen
B Op de balans een schuld opnemen van € 25.000,- vanwege het toepassen van het realisatiebeginsel.
C Op de balans een schuld opnemen van € 15.000,- (dwz 60% van 25.000) vanwege het toepassen van het
voorzichtigheidsbeginsel.
D Op de balans een voorziening opnemen van € 25.000,-
FAC Vraag 2
De volgende zin is ontleend aan een jaarrapport van Grolsch n.v. De waarderingsgrondslagen zijn ten opzichte van het vorig
boekjaar ongewijzigd. Naar welke verslaggevingsgrondslag wordt hier verwezen?
A De continuïteit.
B De betrouwbaarheid.
C De vergelijkbaarheid.
D De voorzichtigheid.
FAC Vraag 3
Artikel 362 lid 5 van Titel 9 BW 2 luidt als volgt: “De baten en lasten van het boekjaar worden in de jaarrekening opgenomen,
onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in dat boekjaar hebben geleid.”
Welk beginsel staat hier beschreven?
A Continuïteit.
B Realisatie.
C Voorzichtigheid.
D Toerekening.
FAC Vraag 4
De maximale termijn waarbinnen publicatie van het jaarrapport dient plaats te vinden is:
A 12 maanden na het boekjaar.
B 5 maanden na het boekjaar.
C 2 maanden ná opmaking van het jaarrapport.
D 13 maanden na het boekjaar
FAC Vraag 5
Titel 9, 2 BW geeft ‘kleine’ en ‘middelgrote’ ondernemingen bepaalde vrijstellingen t.a.v. de wettelijke regels. De classificatie vindt
plaats op basis van drie criteria. Welke van de onderstaand opgesomde criteria zijn juist?
A Balanstotaal, gemiddeld aantal werknemers en winsttotaal.
B Totaal van de activa, gemiddeld aantal werknemers en winsttotaal.
C Gemiddeld aantal werknemers, totaal van de balans en bruto-omzet.
D Netto-omzet, totaal van de activa en gemiddeld aantal werknemers.
FAC Vraag 6
Een onderneming neemt op 2 januari 2021 een tweejarig project aan voor een bedrag van €140 mln. De totale kosten worden
begroot op €125 mln, waarvan €75 mln. gepland in 2021. De aanneemsom wordt bij oplevering ontvangen. De uitvoering verloopt
in 2021 volgens begroting.
Hoeveel is de balanswaarde op 31 december 2021 van het onderhanden project en de genomen winst in 2021 volgens de
'percentage of completion-method’.
A Onderhanden projecten: € 75 mln, winst €0
B Onderhanden projecten: € 75 mln, winst €9 mln.
C Onderhanden projecten: € 84 mln, winst €0
D Onderhanden projecten: € 84 mln, winst €9 mln 75 + (75/125 x (140 - 125)) ; 75/125 x (140 - 125)
FAC Vraag 7
Een ondernemer sluit in januari 2020 een verkoopcontract.
In februari 2020 worden de goederen gefactureerd en afgeleverd bij de klant. In maart 2020 wordt de helft van
het verkoopbedrag ontvangen, in april 2020 de rest.
De winst van dit contract is gerealiseerd in:
A januari 2020
B februari 2020
C maart 2020
D april 2020
FAC Vraag 8
In welk geval moet bij het opstellen van de jaarrekening van de specifieke wetsbepalingen worden afgeweken?
A Als het inzicht dit vereist.
B Uit concurrentieoverwegingen.
C Uit overwegingen van solvabiliteit.
D Als de algemene vergadering van aandeelhouders het goedkeurt.
