Economie samenvatting
Behoeften = Alles wat je graag wil hebben of nodig hebt
Behoeften
Primaire behoeften Secundaire behoeften
( Oftewel basisbehoeften ) ( Oftewel overige behoeften )
Primaire behoeften = Alles wat je nodig hebt om te kunnen leven
Eten, drinken , kleding , gezondheidszorg, onderwijs & onderdak
Secundaire behoeften = Alles om het leven prettiger te maken
Telefoon, make-up, snoep , dagjes weg
Je hebt ook een splitsing in Secundaire behoeften :
Normale behoeften & Luxe behoeften
Normale behoeften : Telefoon, Fiets
Luxe behoeften : Auto
Schaarste ontstaat doordat je niet genoeg middelen hebt om in al je behoeften
te voorzien
- Hierdoor moet je keuzes maken : hoe besteed je je tijd en geld?
Schaarste = Als je niet genoeg hebt om in je behoeften te voorzien.
Middelen = Grondstoffen, arbeid, energie tijd & geld
, Vrije goederen zijn niet schaars
Hiervoor hoef je geen middelen in te zetten.
Denk aan:
Een schaars goed wil niet zeggen dat er weinig van is, maar dat de middelen
die nodig zijn om het te maken niet oneindig aanwezig zijn.
Consumeren = Wanneer mensen producten kopen om in hun behoeften te
voorzien.
Mensen die iets kopen Consumenten
Goederen & Diensten
Als jij behoefte hebt om naar een café te gaan om biertje te drinken,
dan worden jouw behoeften op twee manieren bevredigd. De eerste
bevrediging is het biertje dat je drinkt (goederen) en de tweede is
de vriendelijke barman of barvrouw die jou het biertje serveert
(diensten).
Gebruiksgoederen en verbruiksgoederen
Gebruik = Auto – tandenborstel – bidon – pen
Verbruik = benzine – tandpasta – drinkwater – inkt
Gebruiksgoederen kan je meerdere keren gebruiken
Omdat je middelen beperkt zijn, moet je kiezen hoe je ze aanwendt
Als je verschillende mogelijkheden hebt om in je behoeften te voorzien noem
je dat alternatief aanwendbaar
Behoeften = Alles wat je graag wil hebben of nodig hebt
Behoeften
Primaire behoeften Secundaire behoeften
( Oftewel basisbehoeften ) ( Oftewel overige behoeften )
Primaire behoeften = Alles wat je nodig hebt om te kunnen leven
Eten, drinken , kleding , gezondheidszorg, onderwijs & onderdak
Secundaire behoeften = Alles om het leven prettiger te maken
Telefoon, make-up, snoep , dagjes weg
Je hebt ook een splitsing in Secundaire behoeften :
Normale behoeften & Luxe behoeften
Normale behoeften : Telefoon, Fiets
Luxe behoeften : Auto
Schaarste ontstaat doordat je niet genoeg middelen hebt om in al je behoeften
te voorzien
- Hierdoor moet je keuzes maken : hoe besteed je je tijd en geld?
Schaarste = Als je niet genoeg hebt om in je behoeften te voorzien.
Middelen = Grondstoffen, arbeid, energie tijd & geld
, Vrije goederen zijn niet schaars
Hiervoor hoef je geen middelen in te zetten.
Denk aan:
Een schaars goed wil niet zeggen dat er weinig van is, maar dat de middelen
die nodig zijn om het te maken niet oneindig aanwezig zijn.
Consumeren = Wanneer mensen producten kopen om in hun behoeften te
voorzien.
Mensen die iets kopen Consumenten
Goederen & Diensten
Als jij behoefte hebt om naar een café te gaan om biertje te drinken,
dan worden jouw behoeften op twee manieren bevredigd. De eerste
bevrediging is het biertje dat je drinkt (goederen) en de tweede is
de vriendelijke barman of barvrouw die jou het biertje serveert
(diensten).
Gebruiksgoederen en verbruiksgoederen
Gebruik = Auto – tandenborstel – bidon – pen
Verbruik = benzine – tandpasta – drinkwater – inkt
Gebruiksgoederen kan je meerdere keren gebruiken
Omdat je middelen beperkt zijn, moet je kiezen hoe je ze aanwendt
Als je verschillende mogelijkheden hebt om in je behoeften te voorzien noem
je dat alternatief aanwendbaar