1. België is een land met een hoge welvaart
Onderwijssociologie: sociologie, onderwijs, selectie, kwalificatie, socialisatie, structuren,
verzorgingsstaat, mechanismen, sociale reproductie, ongelijkheid van kansen en
verwachtingen.
o Al deze termen komen voor in de cursus.
In de huidige samenleving gaat ongeveer een kwart van de bevolking naar school: als leerling
of als leerkracht. In de helft van de huishoudens stelt men de vraag: Hoe was het vandaag op
school? Wat heb je geleerd? Die vragen zijn heel normaal.
Belang van onderwijs voor onze sociale verzorgingsstaat en kennismaatschappij. België is
een sociale verzorgingsstaat. We hebben een kennismaatschappij: burgers worden
constant in vraag gesteld, worden burgers constant gevraagd om te investeren in zichzelf,
om op die manier een bijdrage te leveren aan die kennismaatschappij.
o Niet enkel om die kennismaatschappij in stand te houden, maar we weten ook dat
onderwijs zorgt voor stabiliteit in de samenleving. Ook kunnen we via onderwijs
bepaalde technische vraagstukken oplossen, zoals het klimaatvraagstuk
Dat brengt verwachtingen met zich mee. Onderwijs is zowel een oorzaak als een gevolg van
die kennismaatschappij. Onderwijs wordt constant in vraag gesteld en we stellen constant
hoge verwachtingen aan het onderwijs, instituties die het onderwijs representeren. Dat gaat
dan vaak over de kwaliteit van het onderwijs die in de laatste jaren dalende is. Iedereen die
in het onderwijs staat worden geconfronteerd (leerkrachten, mensen die voor de
onderwijskoepels werken, minister van onderwijs) met hoge verwachtingen. Tegelijkertijd
zien we dat de omstandigheden waarin een school moet werken zeer complex zijn.
Doel van de cursus: de complexiteit van het onderwijsveld ontrafelen.
o We zullen sociologie als kennisweg gebruiken om die complexiteit te helpen
begrijpen, zicht te krijgen op dat onderwijsveld.
2. Bouwstenen onderwijssociologie
De traditie van onderwijssociologie is gebouwd op drie bouwstenen:
1. De kwalificatiefunctie: verwijst naar de functie van onderwijs om jongeren, die les
volgen in ons onderwijs, bepaalde vaardigheden en competenties aan te leren.
Bijvoorbeeld: om klaar te zijn voor de arbeidsmarkt, ze voor te bereiden voor
hoger onderwijs.
Binnen de kwalificatiefunctie zou een onderwijssocioloog kijken in welke
mate ons onderwijs daadwerkelijk voorbereid op de vaardigheden die hetzij
verreist zijn voor de arbeidsmarkt, hetzij verreist zijn voor het hoger
onderwijs.
2. De selectie- en allocatiefunctie: die onderzoekt in welke mate ons onderwijs dezelfde
positie verleend. Afhankelijk van het diploma dat je behaalt (middelbaar, hoger
onderwijs) zorgt voor een bepaalde positie binnen de maatschappij, bepaalde
1|Pagina