100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Examen

Oefentoets blok 2.6 Anxiety and Stress

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
23
Grado
7-8
Subido en
14-12-2022
Escrito en
2020/2021

Bevat 80 vragen (10 per probleem en 10 voor de lectures). De meeste antwoorden bevatten een uitgebreide uitleg. Erg representatief voor het tentamen.

Institución
Grado










Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
14 de diciembre de 2022
Número de páginas
23
Escrito en
2020/2021
Tipo
Examen
Contiene
Preguntas y respuestas

Temas

Vista previa del contenido

Oefentoets blok 2.6 Anxiety and Stress

Probleem 1
Vraag 1
Hoe heet de fysieke en psychologische reactie op een prikkel of gebeurtenis die stress
veroorzaakt?
A. Stressor
B. Transactie
C. Strain
D. Appraisal

Vraag 2
Welk van de volgende begrippen is/zijn onderdeel van primaire beoordeling?
A. Harm-loss
B. Bedreiging
C. Uitdaging
D. Alle bovenstaande

Vraag 3
Wat kan er gezegd worden over het fight-or-flight respons?
A. Vooral perfectionistische mensen ervaren dit vaak.
B. Je lichaam maakt tijdens deze reactie onnodig stress-hormonen aan.
C. Je lichaam kan zo snel op gevaar kan reageren maar het kan ook slecht zijn voor de
gezondheid als het lang blijft aanhouden.
D. Dit zorgt ervoor dat je gevaar al ver van tevoren ziet aankomen maar het kan ook vals
alarm zijn waardoor je lichaam onnodig stress-hormonen aanmaakt.

Vraag 4
Wat is de juiste volgorde tijdens de alarmreactie (GAS)?
A. De bijnieren worden geactiveerd door het sympathisch zenuwstelsel en scheiden epinefrine
en norepinefrine af. Hierna wordt de HPA geactiveerd. De hypothalamus activeert de
hypofyse die dan ACTH vrijlaat. Hierdoor scheidt de bijnier cortisol af in het bloed, wat het
lichaam verder mobiliseert.
B. De HPA wordt geactiveerd door het sympathisch zenuwstelsel en die geeft epinefrine en
norepinefrine af. Hierna laten de bijnieren ACTH vrij en komen de hypothalamus en hypofyse
in actie, die cortisol afscheiden in het bloed zodat het lichaam verder gemobiliseerd wordt.
C. De bijnieren worden geactiveerd door het somatisch zenuwstelsel en scheiden epinefrine
en norepinefrine af. Hierna wordt de HPA geactiveerd. De hypothalamus laat ACTH vrij en
dat stimuleert de hypofyse om cortisol af te geven in het bloed, wat het lichaam verder
mobiliseert.
D. De HPA wordt geactiveerd door het somatisch zenuwstelsel en die geeft epinefrine en
norepinefrine af. Hierdoor worden de bijnieren geactiveerd die cortisol afgeven waardoor de
hypothalamus en hypofyse geactiveerd worden die ACTH afgeven zodat het lichaam verder
gemobiliseerd wordt.




Lara de Jong

,Vraag 5
Welke van de volgende stellingen is niet waar?
A. Hoge levels van allostatic load zijn gerelateerd aan een slechte gezondheid.
B. Distress is positieve stress en eustress is negatieve stress.
C. Cortisol verlaagt angst in stressreacties.
D. De schrikreflex is een betrouwbare index voor angstleren.

Vraag 6
Welke van de volgende factoren draagt niet bij aan fysiologische stress?
A. Slaap.
B. Sterke reactiviteit.
C. Hoge blootstelling.
D. Langzaam herstel.

Vraag 7
Kim is aan het leren in haar kamer voor haar toets die ze deze week moet maken. Ze is
bezorgd dat ze deze toets niet gaat halen. Opeens ziet ze een spin, waardoor ze begint te trillen
van angst.
Welke categorieën van angst passen het best bij deze situaties?
A. Haar bezorgdheid over de toets past het best bij een fobie omdat dit een irrationele angst is.
Haar reactie op de spin past het best bij anxiety aangezien dit een vaag gevoel van ongemak
teweegbrengt.
B. Haar bezorgdheid over de toets past het best bij anxiety omdat dit een irrationele angst is.
Haar reactie op de spin past het best bij een fobie aangezien dit een vaag gevoel van ongemak
teweegbrengt.
C. Haar bezorgdheid over de toets past het best bij een fobie omdat dit een vaag gevoel van
ongemak teweegbrengt. Haar reactie op de spin past het best bij anxiety aangezien dit een
irrationele angst is.
D. Haar bezorgdheid over de toets past het best bij anxiety omdat dit een vaag gevoel van
ongemak teweegbrengt. Haar reactie op de spin past het best bij een fobie aangezien dit een
irrationele angst is.

Vraag 8
Welk van de onderstaande stellingen is/zijn waar?
I: Een polygraaf is bedoeld voor het meten van stress en meet het ademhalingsritme, de
huidgeleiding, de bloeddruk en het hartritme.
II. Vrouwen maken meer gebruik van fight-or-flight dan mannen en bij vrouwen duurt het
langer voordat de stress weggaat.
A. I is waar, II is niet waar.
B. II is waar, I is niet waar.
C. Beide stellingen zijn waar.
D. Beide stellingen zijn niet waar.




Lara de Jong

, Vraag 9
Welk van de volgende stellingen is waar over de amygdala?
A. Bij schade aan de amygdala krijgen mensen angstreacties door conditionering, maar weten
ze niet waarom.
B. Bij schade aan de amygdala kunnen mensen wel de associatie leren met een negatieve
gebeurtenis, maar vindt er geen angstconditionering plaats.
C. De amygdala is nodig voor alle vormen van emotioneel leren en geheugen.
D. De amygdala heeft expliciete kennis over de emotionele eigenschappen van een stimulus.

Vraag 10
Welk van de onderstaande stellingen is/zijn waar?
I: Bij automatisme is er sprake van de lage pad (low road).
II. Het hoge pad (high road) zorgt voor een verfijnde en complete analyse van sensorische
informatie.
A. I is waar, II is niet waar.
B. II is waar, I is niet waar.
C. Beide stellingen zijn waar.
D. Beide stellingen zijn niet waar.

Probleem 2
Vraag 11
Welke taak voor het meten van aandachtsbias wordt hieronder beschreven?
Er wordt visuele informatie verkregen door snelle oogbewegingen genaamd saccades.
A. Visueel zoeken taak
B. Spatial cueing taak
C. Dot probe taak
D. Eye tracking taak

Vraag 12
Wat gebeurde er bij mensen die veel anxiety hadden tijdens de dichotische luistertaak?
A. Deze mensen identificeerden meer woorden met een bedreigende betekenis dan met een
neutrale betekenis.
B. Er vond geen stemmingscongruentie plaats.
C. Er was een langere reactietijd naarmate er meer afleidende informatie gegeven werd.
D. Mensen die bang waren voor spinnen keken meer naar plaatjes van spinnen dan plaatjes
van bloemen.

Vraag 13
Welke stelling over aandachtsbias is waar?
A. Er is geen twijfel over mogelijk dat aandachtsbias een automatisch proces is.
B. Er is duidelijk bewezen dat er een oorzakelijk verband is tussen aandachtsbias en anxiety
stoornissen.
C. Bij aandachtsbias is er sprake van temporele verandering: het tijdsverloop van
aandachtsbias is onduidelijk.
D. De uiting van aandachtsbias blijft hetzelfde gedurende iemands leven.


Lara de Jong
$7.06
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada


Documento también disponible en un lote

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
laradejong3 Erasmus Universiteit Rotterdam
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
126
Miembro desde
2 año
Número de seguidores
74
Documentos
17
Última venta
4 meses hace

4.0

8 reseñas

5
2
4
4
3
2
2
0
1
0

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes