MOTORCONTROL
MTCRL1: NORMALE ONTWIKKELING MOTORIEK 0 -1 JAAR
Normale ontwikkelingslijnen:
o Reflex → reactief → willekeurig
o Primitieve reflexen/ reacties zijn aanwezig vanaf de geboorde en verdwijnen na enige tijd
o Ze zijn altijd te doorbreken door het kind
o Verschillende soorten over het hele lichaam bv. Zoekreactie, zuig-slikreactie, automatisch
lopen, opstapreactie, grijpreactie
o Reflexen
▪ ATNR reflex → asymetrische tonische nek reflex
• Hoofd draait naar links dan strekken de linkerarm en het linkerbeen
• Rechts zal alles buigen
▪ Moro-reflex
• Bij harde geluiden
• Schrikreactie
• Armen in de lucht
▪ Grijpreflex
• Aanraken van de handpalm geeft grijpen
• Handjes in een vuistje
• Niet zelf los kunnen laten
▪ Loopreflex
• Men weet het doel niet
• Binnen twee maanden verdwenen
• Zegt wel iets over spieren
o Soms blijven primitieve reacties/ reflexen bestaan onder invloed van een hersenschade
o Deze zijn niet te doorbreken door het kind
o Flexie → extensie → lateroflexie → rotatie
o 0-3 maanden:
▪ kind ligt in flexie zowel in rug- als buiklig
o 3-4 maanden:
▪ in buiklig optillen hoofd en steunen op onderarmen → extensie romp/armen. Benen
zijn nog in flexie (bv. Met voeten spelen)
o 5-6 maanden:
▪ meer strekking in de romp en armen en ook strekking in de benen
▪ ruglig: reiken over de middenlijn = begin rotatie
▪ buiklig: steun op 1 arm, zijwaarts reiken en ontdekken pivotteren = lateroflexie
o 7-8 maanden:
▪ Volledige romp strekking, steeds hoger reiken waardoor rotatie ontstaat. Bij te hoog
reiken → omvallen. Dit is het begin van het omrollen.
o Doordat kinderen veel op de rug liggen, leren ze meestal eerder omrollen van rug naar buik
o Rotatie is super belangrijk voor alle verdere motorische activiteiten: lopen, pakken. Bij het
leren kruipen is eer verdere ontwikkeling van de rotatie
o Craniaal → caudaal
o Ontwikkeling loopt van boven naar beneden
o Er is eerder controle over het hoofd en de armen en daarna pas over de benen
o Centraal → perifeer
, o Eerst controle over gewrichten die dichtbij het lichaam zijn bv. Schouders. Het begint met een
klein beetje oprichten in buiklig
o Daarna ontwikkeling richting de uiteinden: het kind gaat in buiklig op de onderarmen steunen
en later op de handen
o Nog later zie je de ontwikkeling van bv. De pincetgreep
o Enkelzijdig → dubbelzijdig → gekruist
o Kind grijpt eerst naar het lichaam met 1 hand, brengt dit voorwerp naar de middellijn (2-3
maanden) en pakt over naar de andere hand
o Daarna kan het kind in elke hand iets vasthouden, slaat bv met blokjes tegen elkaar aan in de
middellijn
o Als laatste leert het kind het kruisen van de middellijn om dingen te kunnen pakken → inzet
van rollen vanuit de arm
o Totaal → selectief (geïsoleerd)
o Het kind beweegt eerst in patronen: been buigen = buigen heup, knie en enkel
o Een pasgeborenen zie je veel wisselen in patronen
o Later kan het kind de heup buigen en de knie strekken = selectief bewegen
o Armen: eerst totaalgreep naar later pincetgreep
o Mond: selectief bewegen van tong en lippen
o Alle ledematen gebogen → alle ledematen gestrekt
o Steun → opvang
o Vanuit flexie/ buiklig gaat het kind op de onderarmen steunen onder het lichaam. De armen
zijn eerst ver naar buiten voor een breder steunvlak
o Wanneer de ontwikkeling van het steunen helemaal is doorlopen (voor, zij, achter), begint de
ontwikkeling van de opvang pas
Kindkenmerken
o Tonus
o Verschillend per kind
o Al voelbaar vanaf de geboorte
o Meestal blijvend
o Hypotoon: verlaagde spierspanning → erg hangen over hand
o Hypertoon: verhoogde spierspanning
▪ Continue oversstrekken
▪ Beentjes en rugje zijn gestrekt
▪ Handjes blijven vuistjes
o Normatoon: voldoende basiskracht
▪ Nog grote onderlinge verschillen
▪ Kid heeft voldoende basis kracht om houdingen te handhaven
o Hypermobiel
o Hypermobiliteit en hypotoon is lastig te compenseren → je tonus is zo laag dat je je
gewrichten moeilijk in de houding kunt handhaven
o Sporten erg belangrijk, maar niet leuk voor hen
Wat kan een kind op welke leeftijd
❖ Onderlinge verschillen zijn groot
❖ Opsomming per maand
❖ Opsomming per motorische vaardigheid
o 1 maand
o Armen en benen gebogen
MTCRL1: NORMALE ONTWIKKELING MOTORIEK 0 -1 JAAR
Normale ontwikkelingslijnen:
o Reflex → reactief → willekeurig
o Primitieve reflexen/ reacties zijn aanwezig vanaf de geboorde en verdwijnen na enige tijd
o Ze zijn altijd te doorbreken door het kind
o Verschillende soorten over het hele lichaam bv. Zoekreactie, zuig-slikreactie, automatisch
lopen, opstapreactie, grijpreactie
o Reflexen
▪ ATNR reflex → asymetrische tonische nek reflex
• Hoofd draait naar links dan strekken de linkerarm en het linkerbeen
• Rechts zal alles buigen
▪ Moro-reflex
• Bij harde geluiden
• Schrikreactie
• Armen in de lucht
▪ Grijpreflex
• Aanraken van de handpalm geeft grijpen
• Handjes in een vuistje
• Niet zelf los kunnen laten
▪ Loopreflex
• Men weet het doel niet
• Binnen twee maanden verdwenen
• Zegt wel iets over spieren
o Soms blijven primitieve reacties/ reflexen bestaan onder invloed van een hersenschade
o Deze zijn niet te doorbreken door het kind
o Flexie → extensie → lateroflexie → rotatie
o 0-3 maanden:
▪ kind ligt in flexie zowel in rug- als buiklig
o 3-4 maanden:
▪ in buiklig optillen hoofd en steunen op onderarmen → extensie romp/armen. Benen
zijn nog in flexie (bv. Met voeten spelen)
o 5-6 maanden:
▪ meer strekking in de romp en armen en ook strekking in de benen
▪ ruglig: reiken over de middenlijn = begin rotatie
▪ buiklig: steun op 1 arm, zijwaarts reiken en ontdekken pivotteren = lateroflexie
o 7-8 maanden:
▪ Volledige romp strekking, steeds hoger reiken waardoor rotatie ontstaat. Bij te hoog
reiken → omvallen. Dit is het begin van het omrollen.
o Doordat kinderen veel op de rug liggen, leren ze meestal eerder omrollen van rug naar buik
o Rotatie is super belangrijk voor alle verdere motorische activiteiten: lopen, pakken. Bij het
leren kruipen is eer verdere ontwikkeling van de rotatie
o Craniaal → caudaal
o Ontwikkeling loopt van boven naar beneden
o Er is eerder controle over het hoofd en de armen en daarna pas over de benen
o Centraal → perifeer
, o Eerst controle over gewrichten die dichtbij het lichaam zijn bv. Schouders. Het begint met een
klein beetje oprichten in buiklig
o Daarna ontwikkeling richting de uiteinden: het kind gaat in buiklig op de onderarmen steunen
en later op de handen
o Nog later zie je de ontwikkeling van bv. De pincetgreep
o Enkelzijdig → dubbelzijdig → gekruist
o Kind grijpt eerst naar het lichaam met 1 hand, brengt dit voorwerp naar de middellijn (2-3
maanden) en pakt over naar de andere hand
o Daarna kan het kind in elke hand iets vasthouden, slaat bv met blokjes tegen elkaar aan in de
middellijn
o Als laatste leert het kind het kruisen van de middellijn om dingen te kunnen pakken → inzet
van rollen vanuit de arm
o Totaal → selectief (geïsoleerd)
o Het kind beweegt eerst in patronen: been buigen = buigen heup, knie en enkel
o Een pasgeborenen zie je veel wisselen in patronen
o Later kan het kind de heup buigen en de knie strekken = selectief bewegen
o Armen: eerst totaalgreep naar later pincetgreep
o Mond: selectief bewegen van tong en lippen
o Alle ledematen gebogen → alle ledematen gestrekt
o Steun → opvang
o Vanuit flexie/ buiklig gaat het kind op de onderarmen steunen onder het lichaam. De armen
zijn eerst ver naar buiten voor een breder steunvlak
o Wanneer de ontwikkeling van het steunen helemaal is doorlopen (voor, zij, achter), begint de
ontwikkeling van de opvang pas
Kindkenmerken
o Tonus
o Verschillend per kind
o Al voelbaar vanaf de geboorte
o Meestal blijvend
o Hypotoon: verlaagde spierspanning → erg hangen over hand
o Hypertoon: verhoogde spierspanning
▪ Continue oversstrekken
▪ Beentjes en rugje zijn gestrekt
▪ Handjes blijven vuistjes
o Normatoon: voldoende basiskracht
▪ Nog grote onderlinge verschillen
▪ Kid heeft voldoende basis kracht om houdingen te handhaven
o Hypermobiel
o Hypermobiliteit en hypotoon is lastig te compenseren → je tonus is zo laag dat je je
gewrichten moeilijk in de houding kunt handhaven
o Sporten erg belangrijk, maar niet leuk voor hen
Wat kan een kind op welke leeftijd
❖ Onderlinge verschillen zijn groot
❖ Opsomming per maand
❖ Opsomming per motorische vaardigheid
o 1 maand
o Armen en benen gebogen