FUNCTIELEER, DEEL 1
Belangrijke personen in de geschiedenis
424/423 – 348/347 v.C.: Plato Geest is niet onderhevig aan dezelfde wetten als lichaam,
vrije wil
1561 - 1626: Francis Bacon Voorloper empirisme
1588 – 1679: Thomas Hobbes Voorloper empirisme
1596 - 1650: René Descartes Dualisme, res cogitans vs res extensa, epifyse
1632 – 1704: John Locke Eerste grote voorloper en dus grondlegger van het empirisme
1685 – 1735: George Berkeley Gaat een stap verder dan Locke en beweert “esse est percipi”;
vertegenwoordigt het immaterialisme in de kenleer
1711 – 1776: David Hume Derde grote vertegenwoordiger en hoogtepunt empirisme,
filosoof met de meest uitgewerkte “psychologie”
1745 - 1826: Philippe Pinel Pionier psychiatrie; Van bezeten door de duivel naar
“geesteszieken”
1758 - 1828: Franz Joseph Gall Frenologie; bobbeltjes in de hersenen
1774 – 1842: Charles Bell Onderscheid tussen sensorische en motorische zenuwbanen;
ontdekking fysiologie
1776 - 1841: Johann F. Herbart Opvolger van Kant; psychologie aangeduid als afzonderlijk
vakgebied; psychologie moet empirisch en kwantitatief zijn
1801 – 1858: Johannes Müller Zenuwen “bemiddelen” tussen objecten en bewustzijn; leer van
specifieke zenuwkwaliteiten
1801 – 1887: Gustav Theodor Grondlegger psychofysica, “rare vogel”, panpsychisme
Fechner
1818 - 1889: Franciscus C. Donders Subtractie- methode; Nederlands oftalmoloog
1821 – 1894: Hermann von Kleurentheorie met 3 soorten receptoren voor de 3 basiskleuren;
Helmholtz empirische metingen van de snelheid van transmissie van
signalen in zenuwbanen
1832 - 1920: Wilhelm Wundt Grondlegger van de experimentele psychologie door uitbouw
laboratorium van de experimentele psychologie in Leipzich; ook
zeer veel theoretische bijdrage
1833 – 1911: Wilhelm Dilthey Onderscheid natuurwetenschappen (verklaren) en
menswetenschappen (begrijpen)
Belangrijke personen in de geschiedenis
424/423 – 348/347 v.C.: Plato Geest is niet onderhevig aan dezelfde wetten als lichaam,
vrije wil
1561 - 1626: Francis Bacon Voorloper empirisme
1588 – 1679: Thomas Hobbes Voorloper empirisme
1596 - 1650: René Descartes Dualisme, res cogitans vs res extensa, epifyse
1632 – 1704: John Locke Eerste grote voorloper en dus grondlegger van het empirisme
1685 – 1735: George Berkeley Gaat een stap verder dan Locke en beweert “esse est percipi”;
vertegenwoordigt het immaterialisme in de kenleer
1711 – 1776: David Hume Derde grote vertegenwoordiger en hoogtepunt empirisme,
filosoof met de meest uitgewerkte “psychologie”
1745 - 1826: Philippe Pinel Pionier psychiatrie; Van bezeten door de duivel naar
“geesteszieken”
1758 - 1828: Franz Joseph Gall Frenologie; bobbeltjes in de hersenen
1774 – 1842: Charles Bell Onderscheid tussen sensorische en motorische zenuwbanen;
ontdekking fysiologie
1776 - 1841: Johann F. Herbart Opvolger van Kant; psychologie aangeduid als afzonderlijk
vakgebied; psychologie moet empirisch en kwantitatief zijn
1801 – 1858: Johannes Müller Zenuwen “bemiddelen” tussen objecten en bewustzijn; leer van
specifieke zenuwkwaliteiten
1801 – 1887: Gustav Theodor Grondlegger psychofysica, “rare vogel”, panpsychisme
Fechner
1818 - 1889: Franciscus C. Donders Subtractie- methode; Nederlands oftalmoloog
1821 – 1894: Hermann von Kleurentheorie met 3 soorten receptoren voor de 3 basiskleuren;
Helmholtz empirische metingen van de snelheid van transmissie van
signalen in zenuwbanen
1832 - 1920: Wilhelm Wundt Grondlegger van de experimentele psychologie door uitbouw
laboratorium van de experimentele psychologie in Leipzich; ook
zeer veel theoretische bijdrage
1833 – 1911: Wilhelm Dilthey Onderscheid natuurwetenschappen (verklaren) en
menswetenschappen (begrijpen)