Metabool syndroom en overgewicht:
- Epidemiologie
-
- Definitie
Het metabool syndroom is een stofwisselingsaandoening waarbij de balans tussen
energieverbruik en energieopname verstoord is.
- Diagnose
Officieel spreken we volgens de WHO van het metabool syndroom wanneer 3 van de
5 volgende criteria aanwezig zijn:
1. Tailleomvang
Bij vrouwen: groter dan 88 cm
Bij mannen: groter dan 102 cm
2. Een triglyceridengehalte van ≥150 mg/dl (1,7 mmol/l) in de bloedwaardes
3. HDL-cholestorol
Bij vrouwen: <50 mg/dl (1,3 mmol/l)
Bij mannen: <40 mg/dl (1,0 mmol/l)
4. Bloeddruk: systolisch ≥130 mm Hg en/of diastolisch ≥85 mm Hg
5. Nuchtere bloedglucosespiegel: ≥100 mg/dl (5,5 mmol/l)
- Onderliggende factoren
Risicofactoren:
o Te veel visceraal vet
o Verhoogde bloedspiegel: triglyceriden, LDL-cholesterol
o Verlaagde bloedspiegel: HDL-cholesterol
o Verhoogde bloeddruk
o Hyperinsulinemie:
o Chronische laaggradige ontstekingen
o Verhoogde oxidatieve stress
o Verslechtering van de vaatwanden
o Meer kans op stollingen
o Insulineresistentie
Insulineresistentie: insulinegevoelige weefsel reageren minder goed op insuline. De
alvleesklier gaat steeds meer insuline afgeven. Dit zorgt voor een continue hoge
bloedsuikerspiegel.
Oorzaken:
o Te veel eetmomenten
o Een voedingspatroon met te veel koolhydraten, verzadigde vetten of
transvetten
o Een voedingspatroon met onvoldoende vitamines en mineralen
o Onvoldoende groenten en fruit
o Te veel koffie en/of alcohol
o Roken
o Te weinig bewegen
, o Slaaptekort
o Langdurige stress
o Laag geboortegewicht
o Lagere gevoeligheid voor insuline
o Genetisch meer kans op overgewicht
o Medicijngebruik (antidepressiva en pilgebruik)
- Pathofysiologie en gevolgen van obesitas en metabool syndroom
Er ontstaat een vicieuze cirkel van ontstekingen omdat vetweefsel pro-inflammatoire
stoffen (adipocytokinen) afgeven met als gevolg ontstekingsreacties,
insulineresistentie en bloedvatvernauwing. De kans op atherosclerose vergroot
aanzienlijk.
- Relatie metabool syndroom en insulineresistentie
De insulineresistentie komt doordat de cellen minder gevoelig zijn voor insuline door
een afname van het aantal receptoren en/of een verminderde werking van de
receptoren voor insuline. Glucosegehalte blijft hoog en het lichaam reageert door
meer insuline aan te maken. Plasma-insulineconcentratie neemt toe en hierdoor
ontstaan allerlei metabole veranderingen die leiden tot een verhoogd cardiovasculair
risico. Dit leidt namelijk tot bekende risicofactoren zoals laag HDL,
hypertriglyceridemie en hypertensie.
Diabetes Mellitus:
- Verschil type 1 en 2 met klinisch beeld
Diabetes mellitus of suikerziekte is een stoornis in de stofwisseling door een absoluut
of relatief tekort aan insuline dat leidt tot een chronisch verhoogd
bloedglucosegehalte.
Bij diabetes type 2:
- Verminderde gevoeligheid van de Bèta-cel -> B-celdisfunctie
- Verminderde gevoeligheid voor insuline -> insulineresistentie
Type 1 Type 2
Vernietiging B-cellen eilandjes van Insuline resistentie
Langerhans
Auto-antistoffen: vallen eigen weefsel aan Insuline deficiëntie
Combinatie erfelijke aanleg en exogene Combinatie van verminderde werking van
factoren insuline (resistentie) en een (relatief) tekort
in de aanmaak van insuline
Erfelijkheid 30-60% (tweelingonderzoek) Erfelijkheid 100%
Overgewicht = risicofactor
Absoluut tekort insuline Relatief tekort insuline
Ontstaan type 1 Type 2
Ontstaat snel Sluipend begin
Kort klachten 5-7 jaar zonder klachten
Afvallen Hyperglycaemie
Stijging spierafbraak Overgewicht
Moe Chronische complicaties
, Diagnose DM
Symptomen - Polyurie (veel plassen)
- Polydipsie (veel dorst)
- Visusstoornissen
Ontstekingen doordat witte bloedcellen
minder goed werken bij hoge
bloedsuikerspiegel:
- Recediverende steenpuisten
- Pruritis vulvae (irritaties rond vulva)
- Balanitis (irritaties rond eikel)
Bloedglucosewaarde Normaal:
- Nuchter <5,6
- Niet nuchter <7,8
DM:
- Nuchter >6,0
- Niet nuchter >11,0
Complicaties van diabetes op lange termijn:
- Microangiopathie (aantasting van bloedvaten, met name slagaders)
o Retinopathie (netvlies)
Meest voorkomende blindheid bij volwassenen
Bloedinkjes op het netvlies
Minder scherp zien, nachtblind, dubbelzien
o Nefropathie (nieraantasting)
Belangrijkste reden voor overlijden
Hoge bloedsuikers
Hypertensie
Genetische factoren
o Neuropathie
Degeneratieve aandoening van zenuwen
Vooral handen en voeten
Meestal symmetrisch
- Macroangiopathie
o Hart- en vaatziekten: myocardinfarct, CVA, perifeer arterieel vaatlijden
- Diabetische voet
, o Wond in de voet
Behandeling
DM type 1 DM type 2
Insuline toedienen Afvallen
Leefstijlverandering
Orale antidiabetica, evt. insuline
Cardiovasculaire risicofactoren!
Invloed training bij DM: verbeteren insulinegevoeligheid
- Up-regulatie van glucosetransport in de skeletspier (meer GLUT4 eiwitten)
- Stijging spierdoorbloeding
- Daling glucoseproductie lever
- Normaliseren lipidenprofiel bloed (HDL gaat omhoog, LDL gaat omlaag)
- Gestructureerd bewegen -> daling HbA1c
Doel: uitstellen late complicaties om kwaliteit van leven en levensduur te bevorderen
Controle therapie:
HbA1c:
- Percentage geglyceerd hemoglobine
- Inschatting kwaliteit glucoseregulatie
- Voorspelt kans op complicaties
HbA1c: maat om te kijken of bloedsuikerspiegel op de lange termijn (3 maanden) goed blijft.
Als de bloedsuikerspiegel hoog is dan gaat glucose aan hemoglobine zitten en dan krijg je
geglyceerd hemoglobine. Daaraan kan je meten of iemand goed ingesteld is.
Relatie tussen diabetes en overgewicht:
Centrale adipositas (constante calorieoverschot) -> insulineresistentie
Gevolg:
- Ontremde lipolyse
- Stijging glucoseproductie door lever
- Daling glucose opname spier- en vetweefsel
Vetweefsel produceert adipocytokinen: