Nederlands pww
2021
(beeldspraak)
Metafora
- vergelijking met verbindingswoord = auteur gebruikt een beeld om de
werkelijkheid te omschrijven. Verbindingswoorden zijn: van, alsof, kww & als
VB: ze is een schat van een meid.
- zuivere metafoor = alleen beeld wordt genoemd, werkelijkheid niet.
VB: Hoe heb je ooit met die ezel kunnen samenwerken?
- personificatie = menselijke eigenschappen geven aan dingen.
VB: De bomen wiegen in de wind.
- synesthesie = twee soorten zintuiglijke waarnemingen worden vergeleken.
VB: een scherpe geur (voelen-ruiken), een bittere conclusie (smaken-horen)
Metonymia
- pars pro toto = deel genoemd, geheel bedoelt (‘he krullebol’)
- totum pro parte = geheel genoemd, deel bedoelt (‘NL verloor de wedstrijd’)
- abstractum pro concreto = begrip genoemd, personen bedoeld (‘hele klas’)
- concreto pro abstractum = concrete genoemd, abstracte bedoeld (weinig
hersenen hebben)
- eponiem = maker genoemd, product bedoeld (een echte Van Gogh)
- metalepsis = onwaarschijnlijke oorzaak genoemd, gevolg bedoelt (ben je je
tong verloren?)
Stijlfiguren
- repetitio = herhaling
VB: Als je de woordjes wilt kennen moet je herhalen, herhalen en herhalen.
- anafoor = herhaling van hetzelfde woord of dezelfde woordgroep aan begin
van opeenvolgende z innen of zinsdelen.
VB: niemand zag iets, niemand deed iets, niemand wist iets
- tricolon = opsomming in drieën
VB: heerlijk, helder, heineken!
- climax = serie van drie elementen waarvan inhoud steeds sterker wordt.
VB: dat wordt lachen, gieren, brullen
- anticlimax = in de reeks is de laatste stap ‘tegenvaller’
VB: Of ik van sporten hou? Vechtsporten, wielrennen, hockey, volleybal, ik
vind er niks aan
- eufemisme = verzachtende uitdrukking
VB: dat is een hele uitdaging (groot probleem)
- hyperbool = sterke overdrijving
2021
(beeldspraak)
Metafora
- vergelijking met verbindingswoord = auteur gebruikt een beeld om de
werkelijkheid te omschrijven. Verbindingswoorden zijn: van, alsof, kww & als
VB: ze is een schat van een meid.
- zuivere metafoor = alleen beeld wordt genoemd, werkelijkheid niet.
VB: Hoe heb je ooit met die ezel kunnen samenwerken?
- personificatie = menselijke eigenschappen geven aan dingen.
VB: De bomen wiegen in de wind.
- synesthesie = twee soorten zintuiglijke waarnemingen worden vergeleken.
VB: een scherpe geur (voelen-ruiken), een bittere conclusie (smaken-horen)
Metonymia
- pars pro toto = deel genoemd, geheel bedoelt (‘he krullebol’)
- totum pro parte = geheel genoemd, deel bedoelt (‘NL verloor de wedstrijd’)
- abstractum pro concreto = begrip genoemd, personen bedoeld (‘hele klas’)
- concreto pro abstractum = concrete genoemd, abstracte bedoeld (weinig
hersenen hebben)
- eponiem = maker genoemd, product bedoeld (een echte Van Gogh)
- metalepsis = onwaarschijnlijke oorzaak genoemd, gevolg bedoelt (ben je je
tong verloren?)
Stijlfiguren
- repetitio = herhaling
VB: Als je de woordjes wilt kennen moet je herhalen, herhalen en herhalen.
- anafoor = herhaling van hetzelfde woord of dezelfde woordgroep aan begin
van opeenvolgende z innen of zinsdelen.
VB: niemand zag iets, niemand deed iets, niemand wist iets
- tricolon = opsomming in drieën
VB: heerlijk, helder, heineken!
- climax = serie van drie elementen waarvan inhoud steeds sterker wordt.
VB: dat wordt lachen, gieren, brullen
- anticlimax = in de reeks is de laatste stap ‘tegenvaller’
VB: Of ik van sporten hou? Vechtsporten, wielrennen, hockey, volleybal, ik
vind er niks aan
- eufemisme = verzachtende uitdrukking
VB: dat is een hele uitdaging (groot probleem)
- hyperbool = sterke overdrijving