Samenvatting Arbeidsrecht hoofdstuk 1 tot en met hoofdstuk 11

Samenvatting arbeidsrecht hoofdstuk 1




De aanstelling als ambtenaar (ambtenarenwet):
 Gezag (de werkgever mag de werknemer opdrachten en aanwijzingen geven)
 Arbeid door de ambtenaar zelf te verrichten
 Loon door de overheid te betalen
 Inspanningsverbintenis (de ambtenaar krijgt loon omdat hij zijn best doet. Hij
wordt niet op het resultaat afgerekend)

Partijen: bestuursorgaan en ambtenaar (werkzaam bij politie/defensie, rechters
en officieren van justitie of politieke ambtsdragers zoals Kamerleden,
burgermeesters en wethouders)

Per 01/01/2020: nieuwe rechtpositie ambtenaren:
 Ambtenaren krijgen zoveel mogelijk dezelfde rechten als werknemers in het
bedrijfsleven. Dit staat in de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren
(Wnra).
 Voor ambtenaren geldt vanaf 1 januari 2020 het private arbeidsrecht. Net als
voor werknemers in het bedrijfsleven.
 Normalisering rechtspositie ambtenaren | VNG

Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra):
 Speciale status ambtenaren blijft
o geheimhoudingsplicht;
o verbod om giften aan te nemen;
o de plicht andere functies te melden.
 Arbeidsovereenkomst in plaats van aanstelling
 Private arbeids- en ontslagrecht voor ambtenaren
 Geldt voor bijna alle ambtenaren maar niet voor
o (bepaalde) medewerkers van politie en defensie
o rechters en officieren van justitie en het geldt niet voor
o politieke ambtsdragers zoals Kamerleden, burgemeesters
en wethouders
bruidsjurk, schilderen van een school
Partijen: opdrachtgever en aannemer

,De overeenkomst tot het aannemen van werk:
 De aannemer verricht het werk zelfstandig (er is geen gezag relatie)
 De overeenkomst gaat over een tastbaar product:
o b.v. het bouwen van een schuur
 Resultaatsverbintenis (de aannemer wordt afgerekend op het resultaat)
o b.v. bouwen van een huis, reparatie van auto, naaien van bruidsjurk,
schilderen van een school
Partijen: opdrachtgever en aannemer




De overeenkomst tot opdracht:
 De opdrachtnemer voert zijn opdracht zelfstandig uit (er is geen gezag
relatie)
 De opdracht bestaat uit een niet-tastbare dienst
o Bijvoorbeeld: een advies, een opleiding, een concert of een
medische behandeling)
 Inspanningsverbintenis (de opdrachtnemer wordt niet afgerekend op het
resultaat maar op zijn inspanningen)
o Bijvoorbeeld: Belastingadviseur, adviesbureaus, advocaat,
pianist, freelancers
Partijen: opdrachtgever en opdrachtnemer


De vier juridische constructies voor het tegen betaling verrichten van
werk voor een ander:
 Arbeidsovereenkomst (bijv een doktersassistent)
 Aanstelling als ambtenaar (bijv een rechter)
 Overeenkomst tot het aannemen van werk (bijv een aannemer of loodgieter)
 Overeenkomst tot opdracht (bijv een advocaat)


Zzp’er:
 Zelfstandige zonder personeel.
 Verricht arbeid op basis van aanneming of opdracht.

, Niet in dienst, dus geen recht op werknemersverzekeringen (WW, WWI) en
geen recht op doorbetaling bij ziekte
 Geen ontslagbescherming.



Payrolling:
 Er is sprake van payrolling als een werknemer formeel-juridisch in dienst is bij
de ene werkgever (payrollbedrijf), maar feitelijk werkzaamheden verricht
voor een andere werkgever.
 Het payroll bedrijf zorgt voor:
o Uitbetalen van het loon
o Het afdragen van belastingen en premies en
o Draagt het risico van een ontslagvergoeding als de organisatie
de werknemer ontslaat

, Samenvatting arbeidsrecht hoofdstuk 3

Kenmerken van een arbeidsovereenkomst:
 Gezag
 Loon
 Arbeid

Gezag:
 De bevoegdheid van de werkgever om de werknemer aanwijzingen te geven
over het uitvoeren van het werk.
 Of er sprake is van een gezag relatie blijkt onder andere uit:
o Instructies die de werkgever aan de werknemer mag geven over het
uitvoeren van het werk en over de tijden waarop (ook al heeft de
werkgever inhoudelijke geen verstand van het werk)

Loon:
 Bedrag in geld dat een werknemer ontvangt als tegenprestatie voor zijn werk
 Als de werknemer maandelijks een vast bedrag (basis)loon
ontvangt ongeacht het aantal opdrachten, dan wijst dat op het bestaan
van een arbeidsovereenkomst.
 Werkgever is verplicht loon op tijd uit te betalen. Bij te late betaling na drie
dagen recht op vertragingsschade (zie art. 7:625 BW)
 Hoogte loon is in principe vrij maar wordt beperkt door:
o Wettelijk minimumloon (lager loon afspreken is nietig)
o Cao
o wetgeving op het terrein van de gelijke behandeling
 Loon kan ook in natura worden uitbetaald. B.v. Leaseauto, maaltijden

Arbeid:
 De werknemer is verplicht om zelf (persoonlijk) de werkzaamheden voor
de werkgever uit te voeren.
 Werkt iemand maar voor 1 organisatie, dan zal er vaak sprake zijn van
een arbeidsovereenkomst (en geen overeenkomst tot opdracht).

Overwerk:
 Er is sprake van overwerk als de werkgever zijn werknemer duidelijke
opdracht geeft om extra lang te werken.
 De bereidheid tot overwerk bij drukte hoort bij ‘goed werknemerschap’.
 Uitbetaling overwerk:
o Zie Cao