Lesweek 1:
Er zijn een aantal belangrijke functies van recht:
1. Ordenen van de samenleving
2. Beschermen van belangen
3. Voorwaarden scheppen voor de ontplooiing van mensen
4. Voorkomen van misstanden
5. Concretiseren van rechtvaardigheid
Indelingen van recht
Nationaal recht – Internationaal recht – Supranationaal recht
1. Nationaal recht – ieder land heeft zijn eigen regels
2. Internationaal recht – afspraken tussen landen onderling
3. Supranationaal recht – regels als de VN (Verenigde Naties)
Publiek recht en Privaatrecht
Publiekrecht
Het recht dat de relaties regelt tussen de overheid en burgers en de
overheidsorganen onderling. Regels waar je je als burger aan moet
houden.
Voorbeeld:
Overheid en burgers: belastingen. De overheid kan regels opleggen waar
je je als burger aan moet houden.
Onderdelen van het publiekrecht zijn: staatsrecht, bestuursrecht,
strafrecht en internationaal recht.
Privaatrecht
De regels die de relaties regelen tussen de burgers onderling.
Onderdelen van het privaatrecht zijn: personen- en familierecht,
rechtspersonen, erfrecht, vermogensrecht: zakenrecht,
verbintenissenrecht en handelsrecht.
Materieel en formeel recht
Materieel recht: de regels die bevoegdheden geven aan en
verplichtingen opleggen op deelnemers aan het rechtsverkeer. Regels van
materieel recht geven aan dat je rechten en/of plichten hebt.
Voorbeelden:
- een regel die jou het recht geeft om een stichting op te richten.
- een regel dat je inkomstenbelasting moet betalen legt een
verplichting op en is dus materieel recht.
Formeel recht: de regel die bij het gerechtelijk procederen is acht
genomen moet worden. Formeel recht regelen de rechtspraak.
Voorbeeld:
- een regel die zegt dat je een advocaat moet hebben bij de
rechtbank.
,Dwingend en regelend recht
Dwingend recht zijn regels waar we niet van mogen afwijken.
Voorbeeld: De hulpverlener richt een dossier in met betrekking tot de
behandeling van de patiënt.
Regelend recht zijn regels waarvan de wet aangeeft dat je er wel van
mag afwijken
Voorbeeld: De hulpverlener voert verrichtingen in het kader van de
behandelingsovereenkomst uit buiten de waarneming van anderen dan de
patiënt, tenzij de patiënt ermee heeft ingestemd dat de verrichtingen
kunnen worden waargenomen door anderen.
Subjectief recht, objectief recht en positief recht
Subjectief recht is de bevoegdheid of aanspraak die iemand in een
gegeven situatie in redelijkheid heeft ten opzichte van een ander.
Voorbeeld: Je gaat naar een fietsenwinkel en koopt een fiets, dan heb jij
recht op die fiets en de verkoper op de koopprijs.
Objectief recht is het geheel van regels en voorschriften dat vanuit een
gemeenschap met een dwingend karakter aan de samenlevingsgenoten is
opgelegd. Regels waar iedereen zich aan moet houden.
het objectieve recht wordt ook wel gezien als het positieve recht. Het
positieve recht is het objectieve recht dat op een bepaald tijd in een
bepaalde gemeenschap geldt.
Rechtsbronnen
wetgeving
verdrag
jurisprudentie de uitspraken van de rechter.
Rechtspleging
Rechtelijke macht: onafhankelijkheid van de rechter
de rechter moet onafhankelijk zijn, anders weet je vooraf al dat je de
rechtszaak gaat verliezen.
Ben je het er niet mee eens. Dan kan je in hoger beroep en gaat een
hogere rechter naar de zaak kijken.
Er zijn 3 rechters:
1. Civiele rechters = deze rechter regelt burgerlijke zaken
2. Bestuursrechter = deze rechter regelt zaken tussen de overheid en
de burger of tussen de overheid onderling
3. Strafrechter = deze rechter regelt de strafzaken
Een rechtszaak begint bij de rechtbank (11). Als de rechtbank heeft
rechtgesproken kun je bij het gerechtshof (4) in hoger beroep. Ben je het
niet eens met de uitspraak van het gerechtshof? Dan kun je in cassatie bij
de Hoge Raad. Deze Hoge Raad kijkt of de lage rechter de juiste regels
heeft toegepast. De Hoge Raad kijkt niet meer feitelijk naar de zaak,
omdat dat dan al twee keer gedaan is.
, Gezondheidsrecht
Er kan over de manier van handelen van iemand die in de zorg werkt
geklaagd worden bij een tuchtcollege voor de gezondheidszorg.
Lesweek 2:
Het gezondheidsrecht = het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft
op de zorg voor de gezondheid en de toepassing van de overig burgerlijk,
bestuurs- en strafrecht in dat verband.
Gezondheidsrecht
Het gezondheidsrecht in is in de jaren 60 en 70 ontstaan. Veel rechten van
het gezondheidsrecht vallen ook onder het bestuursrecht, denk maar aan
de wet BIG. En bijvoorbeeld de wet omtrent euthanasie valt ook onder het
strafrecht. Dus je ziet het gezondheidsrecht zijn allemaal regels die
betrekking hebben op de gezondheid, maar daarnaast ook passen bij
andere verbanden.
Gezondheidsethiek
De ethiek houden zich bezig met fundamentele vragen over goede en
kwaad, juist en onjuist. De gezondheidsethiek houdt zich bezig met allerlei
fundamentele morele beginsteren, die in de medische ethiek als
uitgangspunt worden beschouwd. We kennen 4 belangrijke beginselen die
we tegenkomen in de gezondheidsethiek:
1. Respect voor autonomie
2. Rechtsvaardigheid
3. Niet-schaden = andere niet kwaad mag niet
4. Weldoen = andere moet je helpen (binnen zekere grenzen)
Rechtsbeginselen = De grondslagen van het recht.
Belangrijk zijn daarbij:
- Beginsel van zelfbeschikking = jezelf mag beschikken over je leven
- Beschermingsbeginsel = mensen die een zwakke positie hebben in
de samenleving, die moeten we beschermen
- Gelijkheidsbeginsel = gelijk behandelen, niet discrimineren
Beginsel van zelfbeschikking
- Komt mens als zodanig toe, vloeit voor uit menselijke waardigheid
- Oorspronkelijk d.w.z. afgeleid van staat of gemeenschap
- Niet afhankelijk van de mate waarin mens het zelf feitelijk kan
uitoefenen
- Gerelateerd aan vrijheid
- Niet absoluut (je kan niet zomaar zeggen ik wil deze spullen van
andere hebben, daar heb ik recht op; je recht houdt een keer op)
- Komt niet als recht in (grond)wet voor
In het recht spreken ze van zelfbeschikkingsrecht