Week 5: Obesitas
Thursday, 16 December 2021 18:47
Hoorcollege:
Obesitas: Hoe werkt dit en waarom
is het gevaarlijk?
Hormonen:
Er worden omtrent hongergevoelens en de regulatie hiervan een aantal hormonen
geproduceerd. Ten eerste wordt er vanuit vetweefsel dat ook voor opslag dient een hormoon
uitgescheiden, namelijk leptine. Dit hormoon wordt afgegeven vanuit vet en zorgt voor een
gevoel van verzadiging: je hebt het gevoel dat je vol zit. Leptineconcentraties in het bloed
zullen verhoogd worden nadat je een maaltijd hebt gegeten, doordat vetweefsel dit
produceert.
Daarnaast zijn maagcellen in staat om een ander hormoon te produceren: ghreline. Dit
hormoon
zorgt juist voor een hongergevoel: je hebt zin om een maaltijd te eten. Wanneer je een
maaltijd hebt gegeten is de plasmaconcentratie van ghreline het laagst en deze zal weer
stijgen, totdat je een maaltijd eet. Ghreline is opvallend genoeg bij mensen met overgewicht/
obesitas
Over de dag worden deze hormonen steeds geproduceerd en geremd, er is sprake van een
feedback loop. Je begint 's ochtends met een hoge concentratie ghreline: je hebt honger een
gaat ontbijten. Hierdoor zal ghreline dalen en de leptine stijgen. Je zit vol. Na een paar uur is
de concentratie ghreline weer gestegen en heb je zin in snacks, enzovoorts.
Anorexigene hormonen zijn hormonen die ervoor zorgen dat er een gevoel van
verzadiging
ontstaat en het effect zal zijn dat er verminderde eetlust is.
Voorbeelden: leptine, CCK, secretine, PYY, GLP-1, α-MSH (POMC)
Orexigene hormonen zijn hormonen die zorgen voor een hongergevoel, ze stimuleren
dus
eetdrang.
Voorbeelden: Ghreline, NYP, AgRP
Bij obesitas/ overgewicht:
Oorzaken van overgewicht zijn onderverdeeld in 2 klassen: genetische oorzaken en
omgevingsoorzaken. Zo'n 40-70% van de mensen die kampen met overgewicht hebben last
van een genetische oorzaak. Dit zijn ofwel (heel zeldzaam) monogenetische aandoeningen
of deze mensen hebben bepaalde 'susceptibility genes'. De aandoeningen zal ik later verder
uitwerken, hier zijn er 4 van. De susceptibility genes zijn veel verschillende soorten mutaties
in genen die ervoor zorgen dat overgewicht ontstaat.
Daarnaast zijn er omgevingsfactoren: denk aan cultuur, mate van beweging,
voedselinname en
metabolic rate (BMR). Deze hebben ook invloed op de kans op overgewicht bij een individu.
Je kunt je voorstellen dat iemand die weinig beweegt en een lage metabolische rate heeft
een grotere kans heeft op overgewicht dan iemand die elke dag sport en op de voeding let
(genen worden nu buiten beschouwing gelaten).
De monogenetische afwijkingen die mensen kunnen hebben zijn zeldzaam, maar leren
ons wel
veel over de werking van de regulatie van dit systeem. Ze zijn homogeen. Er zijn vier grote
bekende afwijkingen:
▫ Leptine-defficiëntie: dit zorgt ervoor dat de plasmaconcentratie te laag is, waardoor er
geen gevoel van verzadiging wordt bereikt. Patiënten met deze mutatie zullen geen vol
gevoel krijgen en dus blijven ze door eten en krijgen ze overgewicht.
▫ Leptine-receptor mutaties: deze mutatie zorgt ervoor dat patiënten wel leptine in goede
mate kunnen produceren, maar de cellen in de hersenen die leptine-receptoren
bevatten zijn ongevoelig (geworden) voor leptine, waardoor er opnieuw geen gevoel
van verzadiging wordt bereikt. Ook deze patiënten zullen overgewicht ontwikkelen.
▫ MC4-receptor mutaties: de MC4-receptor zorgt ervoor dat de cascade kan
plaatsvinden. De MC4-receptor wordt geactiveerd door α-MSH. Dit kan door de
STOFWI Pagina 1
Thursday, 16 December 2021 18:47
Hoorcollege:
Obesitas: Hoe werkt dit en waarom
is het gevaarlijk?
Hormonen:
Er worden omtrent hongergevoelens en de regulatie hiervan een aantal hormonen
geproduceerd. Ten eerste wordt er vanuit vetweefsel dat ook voor opslag dient een hormoon
uitgescheiden, namelijk leptine. Dit hormoon wordt afgegeven vanuit vet en zorgt voor een
gevoel van verzadiging: je hebt het gevoel dat je vol zit. Leptineconcentraties in het bloed
zullen verhoogd worden nadat je een maaltijd hebt gegeten, doordat vetweefsel dit
produceert.
Daarnaast zijn maagcellen in staat om een ander hormoon te produceren: ghreline. Dit
hormoon
zorgt juist voor een hongergevoel: je hebt zin om een maaltijd te eten. Wanneer je een
maaltijd hebt gegeten is de plasmaconcentratie van ghreline het laagst en deze zal weer
stijgen, totdat je een maaltijd eet. Ghreline is opvallend genoeg bij mensen met overgewicht/
obesitas
Over de dag worden deze hormonen steeds geproduceerd en geremd, er is sprake van een
feedback loop. Je begint 's ochtends met een hoge concentratie ghreline: je hebt honger een
gaat ontbijten. Hierdoor zal ghreline dalen en de leptine stijgen. Je zit vol. Na een paar uur is
de concentratie ghreline weer gestegen en heb je zin in snacks, enzovoorts.
Anorexigene hormonen zijn hormonen die ervoor zorgen dat er een gevoel van
verzadiging
ontstaat en het effect zal zijn dat er verminderde eetlust is.
Voorbeelden: leptine, CCK, secretine, PYY, GLP-1, α-MSH (POMC)
Orexigene hormonen zijn hormonen die zorgen voor een hongergevoel, ze stimuleren
dus
eetdrang.
Voorbeelden: Ghreline, NYP, AgRP
Bij obesitas/ overgewicht:
Oorzaken van overgewicht zijn onderverdeeld in 2 klassen: genetische oorzaken en
omgevingsoorzaken. Zo'n 40-70% van de mensen die kampen met overgewicht hebben last
van een genetische oorzaak. Dit zijn ofwel (heel zeldzaam) monogenetische aandoeningen
of deze mensen hebben bepaalde 'susceptibility genes'. De aandoeningen zal ik later verder
uitwerken, hier zijn er 4 van. De susceptibility genes zijn veel verschillende soorten mutaties
in genen die ervoor zorgen dat overgewicht ontstaat.
Daarnaast zijn er omgevingsfactoren: denk aan cultuur, mate van beweging,
voedselinname en
metabolic rate (BMR). Deze hebben ook invloed op de kans op overgewicht bij een individu.
Je kunt je voorstellen dat iemand die weinig beweegt en een lage metabolische rate heeft
een grotere kans heeft op overgewicht dan iemand die elke dag sport en op de voeding let
(genen worden nu buiten beschouwing gelaten).
De monogenetische afwijkingen die mensen kunnen hebben zijn zeldzaam, maar leren
ons wel
veel over de werking van de regulatie van dit systeem. Ze zijn homogeen. Er zijn vier grote
bekende afwijkingen:
▫ Leptine-defficiëntie: dit zorgt ervoor dat de plasmaconcentratie te laag is, waardoor er
geen gevoel van verzadiging wordt bereikt. Patiënten met deze mutatie zullen geen vol
gevoel krijgen en dus blijven ze door eten en krijgen ze overgewicht.
▫ Leptine-receptor mutaties: deze mutatie zorgt ervoor dat patiënten wel leptine in goede
mate kunnen produceren, maar de cellen in de hersenen die leptine-receptoren
bevatten zijn ongevoelig (geworden) voor leptine, waardoor er opnieuw geen gevoel
van verzadiging wordt bereikt. Ook deze patiënten zullen overgewicht ontwikkelen.
▫ MC4-receptor mutaties: de MC4-receptor zorgt ervoor dat de cascade kan
plaatsvinden. De MC4-receptor wordt geactiveerd door α-MSH. Dit kan door de
STOFWI Pagina 1