Bedrijfskunde Integraal (3e druk)
Hoofdstuk 4 – Het verkennen van de bedrijfsomgeving.
Organisatieomgeving -> alles wat buiten de organisatie ligt, maar wel invloed heeft op de organisatie.
Door jezelf de vraag te stellen: ‘what business are we in?’ kijk je breder naar de omgeving.
De vragen die je jezelf hierbij moet stellen zijn:
Welk product/dienst verkopen we?
Op welke markt ben ik actief?
Door middel van welke technologieën en processen bieden wij ons product/dienst aan?
Typen omgevingen (behoren tot de Marco-omgeving):
Transactionele omgeving -> organisatieomgeving, gedefinieerd als de partijen waarmee de
organisatie relaties heeft. De organisatie heeft hier zelf wél invloed op. (Transactie = ruil).
Contextuele omgeving -> organisatieomgeving in termen van politieke, sociale en
technologische factoren die invloed hebben op de organisatie. De organisatie heeft hier zelf
géén invloed op.
De organisatieomgeving kan worden onderverdeeld in drie lagen:
1. Interne belanghebbende (transactionele omgeving)
Voorbeelden: werknemers en aandeelhouders.
2. Externe belanghebbende (transactionele omgeving)
Voorbeelden: leveranciers, concurrenten en klanten.
3. Indirecte omgeving (contextuele omgeving)
STEP (Sociaal, Technologisch, Economisch en Politiek)
De STEP-analyse wordt hieronder verder uitgelegd
, Indirecte omgeving (Macro-omgeving)
De indirecte omgeving wordt bepaald door de STEP-analyse.
De vraag die we moeten beantwoorden bij de STEP-analyse is: ‘Welke STEP-variabelen (Sociaal,
Technologisch, Economisch en Politiek) vormen nu, of in de toekomst, kansen of bedreigingen voor
het bedrijf?’.
Een andere methode om het bedrijf voor te bereiden op toekomstige dreigingen vanuit de STEP-
analyse is de scenariomethode (deze methode is ontwikkeld door Shell)-> strategische
analysemethode waarbij het bedrijf verschillende scenario’s voor de toekomst bedenkt en dan
verder uitwerkt met optimale reactiepatronen.
Oftewel: een bedrijf stelt mogelijke scenario’s op over dingen die mogelijk zouden kunnen gebeuren,
zodat het bedrijf hier op in kan spelen als het ook daadwerkelijk gebeurt.
Hoofdstuk 4 – Het verkennen van de bedrijfsomgeving.
Organisatieomgeving -> alles wat buiten de organisatie ligt, maar wel invloed heeft op de organisatie.
Door jezelf de vraag te stellen: ‘what business are we in?’ kijk je breder naar de omgeving.
De vragen die je jezelf hierbij moet stellen zijn:
Welk product/dienst verkopen we?
Op welke markt ben ik actief?
Door middel van welke technologieën en processen bieden wij ons product/dienst aan?
Typen omgevingen (behoren tot de Marco-omgeving):
Transactionele omgeving -> organisatieomgeving, gedefinieerd als de partijen waarmee de
organisatie relaties heeft. De organisatie heeft hier zelf wél invloed op. (Transactie = ruil).
Contextuele omgeving -> organisatieomgeving in termen van politieke, sociale en
technologische factoren die invloed hebben op de organisatie. De organisatie heeft hier zelf
géén invloed op.
De organisatieomgeving kan worden onderverdeeld in drie lagen:
1. Interne belanghebbende (transactionele omgeving)
Voorbeelden: werknemers en aandeelhouders.
2. Externe belanghebbende (transactionele omgeving)
Voorbeelden: leveranciers, concurrenten en klanten.
3. Indirecte omgeving (contextuele omgeving)
STEP (Sociaal, Technologisch, Economisch en Politiek)
De STEP-analyse wordt hieronder verder uitgelegd
, Indirecte omgeving (Macro-omgeving)
De indirecte omgeving wordt bepaald door de STEP-analyse.
De vraag die we moeten beantwoorden bij de STEP-analyse is: ‘Welke STEP-variabelen (Sociaal,
Technologisch, Economisch en Politiek) vormen nu, of in de toekomst, kansen of bedreigingen voor
het bedrijf?’.
Een andere methode om het bedrijf voor te bereiden op toekomstige dreigingen vanuit de STEP-
analyse is de scenariomethode (deze methode is ontwikkeld door Shell)-> strategische
analysemethode waarbij het bedrijf verschillende scenario’s voor de toekomst bedenkt en dan
verder uitwerkt met optimale reactiepatronen.
Oftewel: een bedrijf stelt mogelijke scenario’s op over dingen die mogelijk zouden kunnen gebeuren,
zodat het bedrijf hier op in kan spelen als het ook daadwerkelijk gebeurt.