OND samenvatting Hoofdstuk 1 – Wat wil je weten?
1.1 - Wat zijn de probleemstelling, de doelstelling en de onderzoeksvraag?
Probleemstelling
Onderzoeksethiek Onderzoeksvraag
Doelstelling
Bij de vertaling van een probleem in een onderzoeksvraag moet je achtereenvolgens nadenken over
de volgende zaken:
1. De probleemstelling = De achtergrond waaruit de onderzoeksvraag voortkomt
De 6 w analyse:
o Wat is het probleem?
o Wie heeft het probleem?
o Wanneer is het probleem ontstaan?
o Waarom is het een probleem?
o Waar doet het probleem zich voor?
o Wat is de aanleiding?
2. De doelstelling = Het antwoord op de vraag waarom je het onderzoek doet, wat je ermee
wilt bereiken
Uit de doelstelling blijkt ook het verschil tussen zuiver wetenschappelijk en
toegepast onderzoek
o Zuiver wetenschappelijk onderzoek = Het doel om alleen kennis te
verzamelen
o Toegepast onderzoek =Het doel om kennis te verzamelen en toe te passen
3. De onderzoeksethiek
Je kan alleen onderzoek doen als de volgende vragen positief kunnen worden beantwoord:
Doet de respondent vrijwillig mee?
Ondervindt de respondent geen negatieve gevolgen van het onderzoek?
Legt de onderzoeker goed uit wat hij gaat doen en waarom?
Zijn de onderzoeksresultaten minimaal vertrouwelijk, maar het liefst anoniem?
Wordt het onderzoek op een betrouwbare en valide manier uitgevoerd?
4. De onderzoeksvraag = De vraag waarop het onderzoek antwoord moet geven
De onderzoeksvraag deel je op in deelvragen
Om een goed beeld te krijgen over hoe de onderzoeksvraag er uit moet gaan zien
kan een mindmap gemaakt worden.
Het is belangrijk dat je in je onderzoeksverslag en onderzoeksplan een goede schets geeft van de
achtergrond van je onderzoek.
1.1 - Wat zijn de probleemstelling, de doelstelling en de onderzoeksvraag?
Probleemstelling
Onderzoeksethiek Onderzoeksvraag
Doelstelling
Bij de vertaling van een probleem in een onderzoeksvraag moet je achtereenvolgens nadenken over
de volgende zaken:
1. De probleemstelling = De achtergrond waaruit de onderzoeksvraag voortkomt
De 6 w analyse:
o Wat is het probleem?
o Wie heeft het probleem?
o Wanneer is het probleem ontstaan?
o Waarom is het een probleem?
o Waar doet het probleem zich voor?
o Wat is de aanleiding?
2. De doelstelling = Het antwoord op de vraag waarom je het onderzoek doet, wat je ermee
wilt bereiken
Uit de doelstelling blijkt ook het verschil tussen zuiver wetenschappelijk en
toegepast onderzoek
o Zuiver wetenschappelijk onderzoek = Het doel om alleen kennis te
verzamelen
o Toegepast onderzoek =Het doel om kennis te verzamelen en toe te passen
3. De onderzoeksethiek
Je kan alleen onderzoek doen als de volgende vragen positief kunnen worden beantwoord:
Doet de respondent vrijwillig mee?
Ondervindt de respondent geen negatieve gevolgen van het onderzoek?
Legt de onderzoeker goed uit wat hij gaat doen en waarom?
Zijn de onderzoeksresultaten minimaal vertrouwelijk, maar het liefst anoniem?
Wordt het onderzoek op een betrouwbare en valide manier uitgevoerd?
4. De onderzoeksvraag = De vraag waarop het onderzoek antwoord moet geven
De onderzoeksvraag deel je op in deelvragen
Om een goed beeld te krijgen over hoe de onderzoeksvraag er uit moet gaan zien
kan een mindmap gemaakt worden.
Het is belangrijk dat je in je onderzoeksverslag en onderzoeksplan een goede schets geeft van de
achtergrond van je onderzoek.