Hoofdstuk 4 Wetenschap
Begrippen:
Vorming —> het proces van verwerving van een bepaalde identiteit
Binding —> de relatie en de onderlinge afhankelijkheden tussen mensen in een gezin of familie,
tussen leden van een groep, in de maatschappij en op het niveau van de staat
Verhouding —> de wijze waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar verhouden en
de manier waarop samenlevingen in sociale zin vorm geven aan deze verschillen. Het verwijst ook
naar onderlinge betrekkingen tussen staten
Verandering —> de richting en het tempo van de ontwikkelingen in de samenleving en de
mogelijkheden en onmogelijkheden om deze te beïnvloeden
4.1 Criminaliteit
Criminaliteit is gedrag dat door de overheid strafbaar is gesteld. Het is relatief, het
veranderd per tijd en samenleving.
4.2 Eisen
Voor wetenschappelijk onderzoek gelden allerlei eisen om ervoor te zorgen dat het een
goed onderzoek is:
o Betrouwbaarheid. Een onderzoek is betrouwbaar als herhaling van het onderzoek
dezelfde resultaten oplevert. Ook mag het niet uitmaken wie het onderzoek uitvoert.
o Validiteit. In het onderzoek moet gemeten worden met helder omschreven
standaarden die verantwoord kunnen worden op basis van eerder onderzoek.
o Representativiteit. Deze eis heeft te maken met de steekproef die gedaan word.
Ieder kenmerk van een groep mensen moet evenveel kans maken om in de
steekproef voor te komen. Steekproeven moeten ook aselect zijn, vooraf mag niet
bepaald worden wie onderzocht gaan worden.
o Generaliseerbaarheid. De steekproef moet gegevens opleveren die ook gelden voor
het deel dat niet in de steekproef zit. De kenmerken van de mensen in de steekproef
moeten dus gelden voor de hele populatie.
o Transparantie. Wetenschappers moeten helder zijn over hun manier van onderzoek
doen, hu verzamelde gegevens en hun analyse, omdat het onderzoek te herhalen
moet zijn.
Het empirisme gaat ervan uit dat alle ware kennis voortkomt uit waarnemingen, uit
de ‘buitenwereld’
Het rationalisme gaat ervan uit dat alle ware kennis voortkomt uit het verstand, de
rede, en de ratio
Wetenschappelijke theorieën zijn moeilijk te bewijzen. Daarom word er vaak gezocht
naar een waarneming die de theorie ontkracht, dat heet falsifiëren.
Een paradigma is een referentiekader dat een onderzoeker heeft. Het is een
bepaalde manier van kijken naar en denken over dingen.
4.3 Vraagstukken maatschappijwetenschappen
Begrippen:
Vorming —> het proces van verwerving van een bepaalde identiteit
Binding —> de relatie en de onderlinge afhankelijkheden tussen mensen in een gezin of familie,
tussen leden van een groep, in de maatschappij en op het niveau van de staat
Verhouding —> de wijze waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar verhouden en
de manier waarop samenlevingen in sociale zin vorm geven aan deze verschillen. Het verwijst ook
naar onderlinge betrekkingen tussen staten
Verandering —> de richting en het tempo van de ontwikkelingen in de samenleving en de
mogelijkheden en onmogelijkheden om deze te beïnvloeden
4.1 Criminaliteit
Criminaliteit is gedrag dat door de overheid strafbaar is gesteld. Het is relatief, het
veranderd per tijd en samenleving.
4.2 Eisen
Voor wetenschappelijk onderzoek gelden allerlei eisen om ervoor te zorgen dat het een
goed onderzoek is:
o Betrouwbaarheid. Een onderzoek is betrouwbaar als herhaling van het onderzoek
dezelfde resultaten oplevert. Ook mag het niet uitmaken wie het onderzoek uitvoert.
o Validiteit. In het onderzoek moet gemeten worden met helder omschreven
standaarden die verantwoord kunnen worden op basis van eerder onderzoek.
o Representativiteit. Deze eis heeft te maken met de steekproef die gedaan word.
Ieder kenmerk van een groep mensen moet evenveel kans maken om in de
steekproef voor te komen. Steekproeven moeten ook aselect zijn, vooraf mag niet
bepaald worden wie onderzocht gaan worden.
o Generaliseerbaarheid. De steekproef moet gegevens opleveren die ook gelden voor
het deel dat niet in de steekproef zit. De kenmerken van de mensen in de steekproef
moeten dus gelden voor de hele populatie.
o Transparantie. Wetenschappers moeten helder zijn over hun manier van onderzoek
doen, hu verzamelde gegevens en hun analyse, omdat het onderzoek te herhalen
moet zijn.
Het empirisme gaat ervan uit dat alle ware kennis voortkomt uit waarnemingen, uit
de ‘buitenwereld’
Het rationalisme gaat ervan uit dat alle ware kennis voortkomt uit het verstand, de
rede, en de ratio
Wetenschappelijke theorieën zijn moeilijk te bewijzen. Daarom word er vaak gezocht
naar een waarneming die de theorie ontkracht, dat heet falsifiëren.
Een paradigma is een referentiekader dat een onderzoeker heeft. Het is een
bepaalde manier van kijken naar en denken over dingen.
4.3 Vraagstukken maatschappijwetenschappen