Samenvatting methodisch sociaal werk

Inleiding


Interventies:

1. Sociaaljuridische dienstverlening
2. Sociale trajectbegeleiding
3. Activering en sociale actie
4. Sociale dienst- en hulpverlening
5. Bemiddelen tussen personeel (vrijwilligers en organisatie)
6. Educatief werk
7. Cultureel werk
8. Gemeenschapsvorming

 komen in praktijk vaak samen voor

 hierbij 3 bewuste keuzes vd SW’er:

1. Doelwit? (waarop richt ik mijn handelen?)
2. Opbouw? (hoe ga ik te werk?)
3. Veranderingsproces vh doelwit?

 3 dingen relevant voor SW’er:

1. Algemene paradigma’s (maatschappelijke-, wetenschappelijke-, ervarings- & organisatie-)
2. Veranderkundige paradigma’s (hoe breng je best sociale verandering op gang?)
3. Professionele begrippenkader

 deze 3 bepalen opvatting SW’er in zijn beroep

 centrale opvatting SW/MSW: normatief-reflexieve professional = deskundig optreden is niet
alleen het adequaat (geschikt voor beoogde doel) en krachtig hanteren ve technisch
instrumentarium maar ook permanent uitbouwen ve kwaliteitsvol en waarde-geladen relatie met het
deelnemerssysteem en sociaal-culturele context

(reflexief = naar zichzelf terugkerend)

Professioneel SW = dynamisch en steeds veranderend samenspel tss communicatief handelen,
strategisch handelen en reflectie

 elk H is 1 aspect vh professioneel SW (basisvraag)

,H1: Wat verstaan we onder ‘sociale verandering’?

H2: Mensen zijn subject van sociaal handelen in situaties van sociale verandering. Wat betekent
dit? Welke rol kan de sociaal werker hier spelen?

H3: Als de sociaal werker aan de slag gaat, door wie of wat wordt zijn/haar interventie dan
bepaald? En hoe verhoud jij jezelf tot deze factoren?

H4: Vanuit welke grondmodellen kan je als sociaal werker tussenkomen in een
veranderingsproces?

H5: Hoe ga je als sociaal werker systematisch te werk om professioneel te interveniëren
betreffende het sociaal handelen?

H6: Hoe verhoud ik mij als sociaal werker tav de focus van mijn professionele interventie?

H7: Welk soort professional wil ik als sociaal werker worden/zijn?




SW’er begeeft zich op spanningsveld tss 2 handelingsperspectieven:

 Communicatief handelen (elkaar begrijpen)
 Strategisch handelen (bereiken ve resultaat)

Internationale definitie SW:

‘Sociaal werk is een op de praktijk gebaseerd beroep en een academische discipline die sociale
verandering en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen bevordert.
Principes van sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve sociale verantwoordelijkheid en
respect voor vormen van diversiteit staan centraal in het sociaal werk. Onderbouwd door
sociaalwerktheorieën, sociale- en menswetenschappen en inheemse of lokale vormen van kennis,
engageert sociaal werk mensen en structuren om problemen aan te pakken en welzijn te
bevorderen.’

, Hoofdstuk 1: sociaal werk en sociale verandering: eeuwige partners


H1: Wat verstaan we onder ‘sociale verandering’?

Dit hoofdstuk:

 Wat is sociale verandering?
 Hoe doet het zich voor?
 Waarom doet het zich voor?
 Hoe moeten we ernaar leren kijken als SW’er?

Doelstellingen hoofdstuk:

 Sociale veranderingen waar je zelf mee geconfronteerd wordt benoemen
 Processen van sociale verandering kunnen aanduiden en typeren
 Inzien dat sociale veranderingen (en oorzaken en verklaringen) aanduiden
persoonlijk/subjectief is

‘sociaal’:

 Niet eenduidig te definiëren (bv ‘sociaal geval’)
 Verwijst naar situaties waarin personen betrokken zijn
 Gaat over samenlevingssituaties
 Betrokken zijn van mensen op elkaar (relaties, interacties)
 Brede benadering
 Vertrekt vanuit totale/holistische benadering ve persoon
 Dat wat met het belang van mensen te maken heeft
 Smalle/enge benadering v ‘sociaal’ = aandacht voor personen/groepen (met een tekort,
probleem, achterstelling)  focus ligt hier op 1 of cluster v kenmerken

Kenmerken sociale verandering: (wanneer spreken we v sociale verandering?)

 Wijzigingen in interactiepatronen tss mensen
o Bv jongeren maken zich los van hun ouders
 Mensen gaan anders over eigen ervaringen denken
o Bv iemand die met pensioen gaat, gaat anders omgaan met vrije tijd
 Manier van samenleven verandert
o Bv migraties veranderen bevolkingssamenstelling
 Gewoonten aanpassen, naar nieuwe levensstijl zoeken
o Bv zware handicap door verkeersongeval
 Positie verandert (in samenleving, leefwereld)
 Duurzaam karakter (langdurig effect)

Sociale verandering  geen éénduidig begrip, veel uitzichten op waar een SW’er zich bewust van
moet zijn