Investeren
Cashflow > inkomende geldstromen – uitgaande geldstromen (na belasting en excl. Afschrijvingen)
CW= k x (1 + p/100)n
Terugverdienperiode > tijd die nodig is om het geïnvesteerde/uitgeven geld terug te ontvangen
Investering/jaarlijkse cashflow
Contante waarde (positieve kasstromen) > CW jaarlijkse cashflow + CW restwaarde
NCW (positieve kasstromen) > CW jaarlijkse cashflows – investeringen + CW restwaarde
Door kasstromen/cashflows contant te maken wordt rekening gehouden met de interestkosten van een investering.
Hoe maak je ook alweer een bedrag contant? Een tijdlijn helpt hierbij!
Cashflows: De intereskosten/gewenst rendement bedraagt 5%:
Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 €5.000 : 1,05 = €4.731,9
€5.000 €5.000 €5.000 €5.000 : 1,05 ^2 = €4.535,15
€5.000 : 1,05^3 = €4.319,19
Totale contante waarde = €13.583,95
Stel dat de investering €7.500 was, dan is de netto contante
waarde van deze investering €6.086,95
WEL INVESTEREN ALS NCW=0
Waardebepaling bedrijf
1. Intrinsieke waarde > bepalen van het EV. Berekenen door formule: TV-VV (totaal vermogen
– vreemd vermogen) VOOR VOF OF EENMANSZAAK, voor NV OF BV geplaatste
aandelenkapitaal +alle reserves + nettowinst na belasting
2. Rentabiliteitswaarde > genormaliseerd resultaat uit verleden, incl. opbrengsten en kosten
maar excl. Bijzondere opbrengsten en kosten.
3. Discounted cashflowmethode > toekomstige kasstromen
CF jaar 1,2 ,3, 4 > 500000,400000, 300000, 200000 met een 10% rendementseis
DCF= CW jaar 1 + CW jaar 2 + CW jaar 3 + CW jaar 4 CW= k x (1 + p/100)n
1 > 500000 x 1,1-1
2 > 400000 x 1,1-2
3 > 300000 x 1,1-3
4 > 200000 x 1,1-4
= 1147121.09 euro
4. Liquidatiewaarde > waarde gebaseerd bij gedwongen verkoop. Alle activa + de opbrengst na
bedrijfsverkoop – schulden onderneming
Cashflow > inkomende geldstromen – uitgaande geldstromen (na belasting en excl. Afschrijvingen)
CW= k x (1 + p/100)n
Terugverdienperiode > tijd die nodig is om het geïnvesteerde/uitgeven geld terug te ontvangen
Investering/jaarlijkse cashflow
Contante waarde (positieve kasstromen) > CW jaarlijkse cashflow + CW restwaarde
NCW (positieve kasstromen) > CW jaarlijkse cashflows – investeringen + CW restwaarde
Door kasstromen/cashflows contant te maken wordt rekening gehouden met de interestkosten van een investering.
Hoe maak je ook alweer een bedrag contant? Een tijdlijn helpt hierbij!
Cashflows: De intereskosten/gewenst rendement bedraagt 5%:
Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 €5.000 : 1,05 = €4.731,9
€5.000 €5.000 €5.000 €5.000 : 1,05 ^2 = €4.535,15
€5.000 : 1,05^3 = €4.319,19
Totale contante waarde = €13.583,95
Stel dat de investering €7.500 was, dan is de netto contante
waarde van deze investering €6.086,95
WEL INVESTEREN ALS NCW=0
Waardebepaling bedrijf
1. Intrinsieke waarde > bepalen van het EV. Berekenen door formule: TV-VV (totaal vermogen
– vreemd vermogen) VOOR VOF OF EENMANSZAAK, voor NV OF BV geplaatste
aandelenkapitaal +alle reserves + nettowinst na belasting
2. Rentabiliteitswaarde > genormaliseerd resultaat uit verleden, incl. opbrengsten en kosten
maar excl. Bijzondere opbrengsten en kosten.
3. Discounted cashflowmethode > toekomstige kasstromen
CF jaar 1,2 ,3, 4 > 500000,400000, 300000, 200000 met een 10% rendementseis
DCF= CW jaar 1 + CW jaar 2 + CW jaar 3 + CW jaar 4 CW= k x (1 + p/100)n
1 > 500000 x 1,1-1
2 > 400000 x 1,1-2
3 > 300000 x 1,1-3
4 > 200000 x 1,1-4
= 1147121.09 euro
4. Liquidatiewaarde > waarde gebaseerd bij gedwongen verkoop. Alle activa + de opbrengst na
bedrijfsverkoop – schulden onderneming