Scheikunde samenvatting pww 4
Reactiesnelheid wordt gemeten aan de hand van het verschil in concentraties over een bepaalde
tijdperiode.
In een vat van 5,0 L wordt 0,60 mol N2 (g) gemengd met 1,60 mol H2 (g). Na dertig seconden is er 0,70 mol
NH3 aanwezig. Het volume blijft tijdens de reactie constant. De reactie die plaatsvindt, is:
N2 (g) + 3 H2 (g) à 2 NH3 (g)
Bereken van elk van de drie deelnemende stoffen de gemiddelde reactiesnelheid over dertig seconden.
0,60/ 5,0 = 0,12 mol/L
1,60/ 5,0 = 0,32 mol/L
0,70/ 5,0 = 0,14 mol/L
Concentratie [N2] [H2] [NH3]
Begin 0,12 0,32 0,0
Omgezet -0,07 -0,21 0,14
Eind 0,05 0,11 0,14
Molverhouding: 1:3:2
Aan de hand van deze verhouding kunnen we de ontbrekende gegevens invullen. Nu hoeven we deze
gegevens alleen nog in te vullen in de formule
𝑜𝑚𝑔𝑒𝑧𝑒𝑡𝑡𝑒 [𝐴] 𝑜𝑚𝑔𝑒𝑧𝑒𝑡𝑡𝑒 [𝐵] 𝑜𝑚𝑔𝑒𝑧𝑒𝑡𝑡𝑒 [𝐶]
𝑠= − = − = +
𝑡 ∙ 𝑔𝑒𝑡𝑎𝑙 𝑚𝑜𝑙𝑣𝑒𝑟ℎ𝑜𝑢𝑑𝑖𝑛𝑔 𝑡 ∙ 𝑔𝑒𝑡𝑎𝑙 𝑚𝑜𝑙𝑣𝑒𝑟ℎ𝑜𝑢𝑑𝑖𝑛𝑔 𝑡 ∙ 𝑔𝑒𝑡𝑎𝑙 𝑚𝑜𝑙𝑣𝑒𝑟ℎ𝑜𝑢𝑑𝑖𝑛𝑔
𝑜𝑚𝑔𝑒𝑧𝑒𝑡𝑡𝑒 [𝐷]
= +
𝑡 ∙ 𝑔𝑒𝑡𝑎𝑙 𝑚𝑜𝑙𝑣𝑒𝑟ℎ𝑜𝑢𝑑𝑖𝑛𝑔
!","$ !",&' ",'* $
Zie hier de berekening: 𝑠 = − %" = − % ∙%" = + & ∙%" = %""" = 2,3 ∙ 10!% 𝑚𝑜𝑙/𝐿/𝑠
Je kan de reactiesnelheid ook bepalen aan de hand van een diagram:
1. Bekijk een bepaalde periode voor de beginstof.
2. H2 begin: 0,32 mol/L, eind: 0,20 mol/L
3. Gebruik molverhouding en formule.
",&"!",%&
4. 𝑠 = − % ∙'" = 4,0 ∙ 10!% 𝑚𝑜𝑙/𝐿/𝑠
5. NH3 begin: 0,09 mol/L, eind: 0,14 mol/L
",'*!","+
6. 𝑠 = + & ∙&" = 1,3 ∙ 10!% 𝑚𝑜𝑙/𝐿/𝑠
7. De gemiddelde reactiesnelheid neemt dus af.
Bij een exotherme reactie komt energie vrij, een endotherme reactie heeft energie nodig.
Als ∆E groter is dan 0 spreken we van endotherm, is ∆E kleiner dan nul à exotherm.
Gemiddelde reactiesnelheid s heeft als eenheid mol/L/s.
Een katalysator verlaagt de activeringsenergie en verhoogd de reactiesnelheid. Zelf wordt hij dus
niet verbruikt en is na afloop van de reactie aanwezig.
Heterogene katalysatoren zijn van groot belang in de chemische industrie.
Behalve de katalysator zijn er nog drie factoren die invloed hebben op de reactiesnelheid:
Temperatuur verhoogd à reactiesnelheid neemt toe, deeltjes botsen meer
Reactiesnelheid wordt gemeten aan de hand van het verschil in concentraties over een bepaalde
tijdperiode.
In een vat van 5,0 L wordt 0,60 mol N2 (g) gemengd met 1,60 mol H2 (g). Na dertig seconden is er 0,70 mol
NH3 aanwezig. Het volume blijft tijdens de reactie constant. De reactie die plaatsvindt, is:
N2 (g) + 3 H2 (g) à 2 NH3 (g)
Bereken van elk van de drie deelnemende stoffen de gemiddelde reactiesnelheid over dertig seconden.
0,60/ 5,0 = 0,12 mol/L
1,60/ 5,0 = 0,32 mol/L
0,70/ 5,0 = 0,14 mol/L
Concentratie [N2] [H2] [NH3]
Begin 0,12 0,32 0,0
Omgezet -0,07 -0,21 0,14
Eind 0,05 0,11 0,14
Molverhouding: 1:3:2
Aan de hand van deze verhouding kunnen we de ontbrekende gegevens invullen. Nu hoeven we deze
gegevens alleen nog in te vullen in de formule
𝑜𝑚𝑔𝑒𝑧𝑒𝑡𝑡𝑒 [𝐴] 𝑜𝑚𝑔𝑒𝑧𝑒𝑡𝑡𝑒 [𝐵] 𝑜𝑚𝑔𝑒𝑧𝑒𝑡𝑡𝑒 [𝐶]
𝑠= − = − = +
𝑡 ∙ 𝑔𝑒𝑡𝑎𝑙 𝑚𝑜𝑙𝑣𝑒𝑟ℎ𝑜𝑢𝑑𝑖𝑛𝑔 𝑡 ∙ 𝑔𝑒𝑡𝑎𝑙 𝑚𝑜𝑙𝑣𝑒𝑟ℎ𝑜𝑢𝑑𝑖𝑛𝑔 𝑡 ∙ 𝑔𝑒𝑡𝑎𝑙 𝑚𝑜𝑙𝑣𝑒𝑟ℎ𝑜𝑢𝑑𝑖𝑛𝑔
𝑜𝑚𝑔𝑒𝑧𝑒𝑡𝑡𝑒 [𝐷]
= +
𝑡 ∙ 𝑔𝑒𝑡𝑎𝑙 𝑚𝑜𝑙𝑣𝑒𝑟ℎ𝑜𝑢𝑑𝑖𝑛𝑔
!","$ !",&' ",'* $
Zie hier de berekening: 𝑠 = − %" = − % ∙%" = + & ∙%" = %""" = 2,3 ∙ 10!% 𝑚𝑜𝑙/𝐿/𝑠
Je kan de reactiesnelheid ook bepalen aan de hand van een diagram:
1. Bekijk een bepaalde periode voor de beginstof.
2. H2 begin: 0,32 mol/L, eind: 0,20 mol/L
3. Gebruik molverhouding en formule.
",&"!",%&
4. 𝑠 = − % ∙'" = 4,0 ∙ 10!% 𝑚𝑜𝑙/𝐿/𝑠
5. NH3 begin: 0,09 mol/L, eind: 0,14 mol/L
",'*!","+
6. 𝑠 = + & ∙&" = 1,3 ∙ 10!% 𝑚𝑜𝑙/𝐿/𝑠
7. De gemiddelde reactiesnelheid neemt dus af.
Bij een exotherme reactie komt energie vrij, een endotherme reactie heeft energie nodig.
Als ∆E groter is dan 0 spreken we van endotherm, is ∆E kleiner dan nul à exotherm.
Gemiddelde reactiesnelheid s heeft als eenheid mol/L/s.
Een katalysator verlaagt de activeringsenergie en verhoogd de reactiesnelheid. Zelf wordt hij dus
niet verbruikt en is na afloop van de reactie aanwezig.
Heterogene katalysatoren zijn van groot belang in de chemische industrie.
Behalve de katalysator zijn er nog drie factoren die invloed hebben op de reactiesnelheid:
Temperatuur verhoogd à reactiesnelheid neemt toe, deeltjes botsen meer