Eetproblemen Pediatrie
BMI
Overgewicht kent het criterium van een BMI van 25 of hoger en een BMI van boven de 30 is obesitas.
Er moet beseft worden dat obesitas een medisch criterium heeft en niet een esthetisch criterium.
Obesitas wordt gekenmerkt door overmaat aan vetweefsel, maar alleen de hoeveelheid van
vetweefsel meten is omslachtig.
Gewicht in functie van de lengte geeft een idee over de lichaamssamenstelling. BMI is (G/L 2) of
‘gewicht voor lengte’. Dit is best gemakkelijk te meten en is een behoorlijk goede maat voor gehalte
aan lichaamsvet.
Ook voor kinderen is de BMI een snelle en gemakkelijke methode om overgewicht te bepalen. Maar
daarvoor moeten wel aangepast grenswaarden worden gebruikt. Tijdens de groeifase (tot en met 21
jaar) verandert namelijk de hoeveelheid vetweefsel. Bovendien is de BMI bij jonge kinderen
geslachtsafhankelijk: meisjes hebben gemiddeld een iets hogere BMI dan jongens.
Het gewicht wordt beoordeeld aan de hand van een standaard groeicurve. In die curve is een
omslagpunt te zien:
Adiposity rebound
Gedurende het eerste levensjaar stijgt de BMI en vervolgens daalt
deze om daarna , meestal tussen het vijfde en zesde jaar, weer toe te
nemen. Bekend is dat kinderen waarbij op relatief jonge leeftijd de
BMI weer toeneemt, een verhoogd risico hebben overgewicht te
ontwikkelen. (Percentage van jongens en meisjes met overgewicht
neemt door de tijd heen toe ).
Groeidiagram
Als een kind de hele tijd gemiddeld groeit en ineens onder de lijn
terecht komt moeten er alarmbellen gaan rinkelen. Het jeugd
consultatiebureau houdt dit in de gaten.
Perceptie en tevredenheid
Bij kinderen is het heel moeilijk om visueel te zien of er gewichtsproblemen zijn. Ouders hebben vaak
dat ze hun kind liever wat dikker zien. Dit is in veel gevallen cultureel afhankelijk en wordt gezien als
een teken van welvaart.
Je kan ouders plaatjes laten zien en vragen op welk plaatje het kind het meest lijkt. De keuze wordt
dan vergeleken met de actuele lichaamsgrootte om de perceptie te bepalen. Je kan de plaatjes
nogmaals laten zien en vragen hoe ze zouden willen dat hun kind eruit zag. Het verschil met de
actuele lichaamsgrootte is de mate van tevredenheid.
Dik kind, dikke volwassenen?
Dikke kinderen worden vaak ook dikke volwassenen en leefstijl is hierbij de belangrijkste oorzaak. Op
jonge leeftijd is gewicht nog goed bij te sturen, dus preventie op jonge leeftijd is belangrijk:
1/3 van de dikke kleuters wordt later dik
½ als dik schoolkind wordt later dik
¾ als dikke adolescent wordt later dik
BMI
Overgewicht kent het criterium van een BMI van 25 of hoger en een BMI van boven de 30 is obesitas.
Er moet beseft worden dat obesitas een medisch criterium heeft en niet een esthetisch criterium.
Obesitas wordt gekenmerkt door overmaat aan vetweefsel, maar alleen de hoeveelheid van
vetweefsel meten is omslachtig.
Gewicht in functie van de lengte geeft een idee over de lichaamssamenstelling. BMI is (G/L 2) of
‘gewicht voor lengte’. Dit is best gemakkelijk te meten en is een behoorlijk goede maat voor gehalte
aan lichaamsvet.
Ook voor kinderen is de BMI een snelle en gemakkelijke methode om overgewicht te bepalen. Maar
daarvoor moeten wel aangepast grenswaarden worden gebruikt. Tijdens de groeifase (tot en met 21
jaar) verandert namelijk de hoeveelheid vetweefsel. Bovendien is de BMI bij jonge kinderen
geslachtsafhankelijk: meisjes hebben gemiddeld een iets hogere BMI dan jongens.
Het gewicht wordt beoordeeld aan de hand van een standaard groeicurve. In die curve is een
omslagpunt te zien:
Adiposity rebound
Gedurende het eerste levensjaar stijgt de BMI en vervolgens daalt
deze om daarna , meestal tussen het vijfde en zesde jaar, weer toe te
nemen. Bekend is dat kinderen waarbij op relatief jonge leeftijd de
BMI weer toeneemt, een verhoogd risico hebben overgewicht te
ontwikkelen. (Percentage van jongens en meisjes met overgewicht
neemt door de tijd heen toe ).
Groeidiagram
Als een kind de hele tijd gemiddeld groeit en ineens onder de lijn
terecht komt moeten er alarmbellen gaan rinkelen. Het jeugd
consultatiebureau houdt dit in de gaten.
Perceptie en tevredenheid
Bij kinderen is het heel moeilijk om visueel te zien of er gewichtsproblemen zijn. Ouders hebben vaak
dat ze hun kind liever wat dikker zien. Dit is in veel gevallen cultureel afhankelijk en wordt gezien als
een teken van welvaart.
Je kan ouders plaatjes laten zien en vragen op welk plaatje het kind het meest lijkt. De keuze wordt
dan vergeleken met de actuele lichaamsgrootte om de perceptie te bepalen. Je kan de plaatjes
nogmaals laten zien en vragen hoe ze zouden willen dat hun kind eruit zag. Het verschil met de
actuele lichaamsgrootte is de mate van tevredenheid.
Dik kind, dikke volwassenen?
Dikke kinderen worden vaak ook dikke volwassenen en leefstijl is hierbij de belangrijkste oorzaak. Op
jonge leeftijd is gewicht nog goed bij te sturen, dus preventie op jonge leeftijd is belangrijk:
1/3 van de dikke kleuters wordt later dik
½ als dik schoolkind wordt later dik
¾ als dikke adolescent wordt later dik