Samenvatting oefenvragen van kloosterklas tot basisschool deel1

Vragen pedagogiek :
Middeleeuwen ( schrijf het jaartaal er naast)

1. Welke drie gebeurtenissen hebben er toe geleid dat de middeleeuwen begon:
A : het sluiten van academie van Athene, keizer Karel gaf het bevel om het “Onze vader” uit
hun hoofd moet kennen, Synode van Vaisson.

B: Het sluiten van academie van Athene, Synode van Vaisson, Stichtte van klooster Monte
Cassino

C: Het stichtte van klooster Monte Cassino, Elke parochieschool moet een meester hebben,
Synode van Vaisson.



2. Wat is het juiste standen schema in de middeleeuwen ( op volgorde)
A: De burgerij, de wapenstand, boerenbevolking

B:De wapenstand, de burgerij , boerenbevolking

C: De geestelijkheid en haar leer, De wapenstand, boerenbevolking



3. Welke van de volgende uitspraken over kinderen hoort bij de middeleeuwen? (2
antwoorden)

A: Kinderen kregen veel aandacht van ouders.

B: In kloosters hadden ze wel oog voor waar kinderen behoeften aan hadden.

C: Alle kinderen moesten naar school om de bijbel te leren lezen

D: Kinderen werden gezien als kleine volwassene



4. Wat betekend ootmoed?

………………………………………………………………………………….

,5. Welke van de onderstaande antwoorden zijn christelijke deugden?

A: Matigheid, De hoop, De Liefde

B: Het geloof, De hoop, Rechtvaardigheid

C: Het geloof, De hoop , De liefde

6. Wat zijn de 7 werken van barmhartigheid?

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.



7. Wat moesten de mensen in 805 door Karel de grote uit hun hoofd kennen?

1.
2.
3.


8.Wat zijn oblaten?

……………………………………………………….



9. Welke scholen werden kleuters opgevangen?

A: Kloosterschool

B: De bijschool

C: De begijnenschool

, 10. Welke van de onderstaande antwoorden horen bij de visie van Al Ghazzali ( 2
antwoorden)

A: De leraren is de baas in klas en hoort dit ook uit te stralen.

B: Kennis is verplicht voor alle mannen, voor vrouwen niet.

C: Leraren mogen geen loon vragen voor hun dienst

D: Hij hoort zijn leerlingen als zijn eigen kinderen te beschouwen