Introductie virologie • Hoorcollege
1. Een virus repliceert zich.
a. Juist
b. Onjuist
2. Wat is een virus?
3. Circa 5-8% van het humane genoom bestaat uit retrovirussen.
a. Juist
b. Onjuist
4. In welke theorie is een virus een reductie van een eencellig organisme?
a. Escape
b. Regression
c. Viruses first
5. Wat is tropisme?
6. Via welke route kan besmetting met een virus plaatsvinden?
⬜ Direct contact
⬜ Aerogeen
⬜ Vector
⬜ Vehikel
7. Een virus beschikt over structurele en regulatoire eiwitten.
a. Juist
b. Onjuist
8. Bij een negatieve streng zit de 5'-positie aan het "begin" en de 3'-positie aan
het "eind“.
a. Juist
b. Onjuist
9. Uit welke stappen bestaat de virale replicatiecyclus?
I&I I → week 3 → vragen → 1
,10. Een positieve streng RNA-virus wordt door ribosomen herkend en afgelezen.
a. Juist
b. Onjuist
Antivirale therapie • Hoorcollege
11. Waarom is antivirale therapie niet altijd zinvol?
12. Wat is aangrijpingspunt voor een M2-remmer?
a. Afsnoering
b. Binding
c. Maturatie
d. Ontmanteling
e. Penetratie
f. Synthese virionen
13. Het herpessimplexvirus is een dubbelstrengs DNA-virus.
a. Juist
b. Onjuist
14. Hoe vindt transmissie van het herpessimplexvirus plaats?
15. Primo-herpessimplexvirusinfecties zijn veelal symptomatisch.
a. Juist
b. Onjuist
16. Wat is de eerste keus geneesmiddel in behandeling van een
herpessimplexvirusinfectie?
17. Het influenzavirus is een enkelstrengs DNA-virus.
a. Juist
b. Onjuist
18. Welk type influenza komt niet alleen bij mensen voor?
a. A
b. B
c. C
19. Welke verandering kan leiden tot een pandemie?
a. Antigeen drift
b. Antigeen shift
I&I I → week 3 → vragen → 2
, 20. Door de pathogenese van influenza ontstaat de kans op een secundaire
bacteriële infectie.
a. Juist
b. Onjuist
21. Humaan immunodeficiëntievirus is een enkelstrengs positieve RNA-virus.
a. Juist
b. Onjuist
22. Humaan immunodeficiëntievirus infecteert CD8+ cellen en leidt zo tot
opportunistische infecties.
a. Juist
b. Onjuist
23.Wat doet reverse transcriptase?
24.Hepatitis C-virus is een enkelstrengs negatief RNA-virus.
a. Juist
b. Onjuist
25. Waardoor wordt het hepatitis C-virus gekenmerkt?
26. Hoe vindt transmissie van hepatitis C-virus plaats?
27. Hoeveel procent van de hepatitis C-patiënten ontwikkelt een chronische
infectie?
a. 20%
b. 40%
c. 60%
d. 80%
28. SARS-CoV-2 is een enkelstrengs negatief RNA-virus.
a. Juist
b. Onjuist
I&I I → week 3 → vragen → 3