100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Kinesitherapie bij gynaecologische en urologische aandoeningen

Puntuación
-
Vendido
2
Páginas
53
Subido en
24-05-2021
Escrito en
2020/2021

Samenvatting Kinesitherapie bij Gynaecologische en Urologische Aandoeningen

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
24 de mayo de 2021
Número de páginas
53
Escrito en
2020/2021
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

KINESITHERAPIE BIJ
GYNAECOLOGISCHE EN
UROLOGISCHE AANDOENIGEN
CONTINENTIE EN INCONTINENTIE

VOORKOMEN VAN BEKKENBODEMDISFUNCTIE: INCONTINENTIE

 Geen getallen op examen, weten of het veel/weinig is
 Komt voor op alle leeftijden, meer vrouwen, jonger lagere prevalentie, ouder hogere prevalentie
 Prevalentie??
o Geen eenduidigheid over definitie: wel over incontinentie maar welke soort wordt niet altijd
definieert
o Schaamte over het probleem
o Onderzoeksmethode: Hoeveelheid? Hoe verlies meten?
o Grote groep heeft weinig psychosociale problemen: geen consultatie (gebruiken inlegkruisje)
o Kleinere groep: sociale isolatie (willen nergens naartoe als ze niet zeker zijn dat ze ten alle
tijden naar het toilet kunnen gaan)
o Staat in de top van chronische aandoeningen
 Definitie: iedere vorm van onvrijwillig urineverlies
 Mannen: prostaatkanker  bij wegname meer kans
 Verouderde bevolking  stijgende incidentie

ANATOMIE VAN NIEREN, BLAAS EN URETHRA

Hogere urinewegen: nieren  urethers = afvoerwegen van nieren naar blaas


NIEREN
 Re nier lager dan li door lever
 Functies
o Afvalstoffen uit het bloed verwijderen  filtersysteem
 Bloed constant houden zodat lichaam goed kan functioneren
 Ureum (komt vrij bij verwerking eiwitten) en creatinine (uit spieren) = afvalstoffen
o Vocht en zoutbalans regelen
 Lichaam 2/3 water  hoeveelheid moet constant zijn = waterhuishouding
 Ook via ademhaling, zweten en stoelgang
o Hormonen aanmaken
 Renine: regelen bloeddruk
 Erytropoëtine: stimulatie rode erytrocyten (epo)  meer O2 rond kunnen brengen
 Hormoon: vitamine D omzetten in werkzame stof  lichaam nodig om kalk in botten
te kunnen opnemen = bekende werking op botmechanisme (2/3 via zon, rest via
voeding)


URETHERS
 Functie: transport


1

,  Dichtgedrukt als blaas samentrekt  éénrichtingverkeer: anti-reflux mechanisme
o Als dit wel gebeurt kan druk in nieren te hoog worden  littekenweefsel +bacterieën

Lagere urinewegen: blaas + urethra (plaskanaal)


BLAAS
 Functie: reservoir (in rust)
 Niet somatisch bezenuwt: we kunnen ze niet rechtstreeks contraheren
 Ligging: klein bekken, achter os pubis, onder peritoneum
 Vorm en positie afhankelijk van
o Leeftijd
o Graad van blaasvulling
o Komvormig, afgeplat
 Eigenschappen
o In dorsale blaaswand: trigonum = stuk dat niet samentrekt
 Blaashals
o Plaatselijke contractie van gladde spiervezels, uitlopers detrusor
o Werking
 Tijdens vulling gesloten
 Bij samentrekken: open  trechter
 Belangrijk voor de incontinentie bij de vrouw!
o 3 lagen (niet op examen)
 Blaaswand
o 3 lagen (niet op examen)
 Cystoscopie (kijken of er infecties zijn, …)


URETHRA
 = plasbuis
 Myo-epitheliale buis
 Gladde spieren, behalve op plaats waar ze doorheen bekkenbodem gaan
 Ligging vrouw
o 2/3 in abdominale ruimte
o Loopt naar voor, caudaalwaarts tussen de kleine schaamlippen
 Ligging man
o Langer dan penislengte
o Diameter breder dan bij vrouw
 Urethrascopie
 Urethrawand
o Mucosa en submucosa: atrofie tijdens menopauze  minder waterdicht
o Glad spierweefsel: inwendige longitudinale + uitwendige circulaire laag
o Adventia: bindweefsel lateraal en ventraal, dorsaal versmolten met vaginawand




ANATOMIE EN FUNCTIE VAN DE BEKKENBODEMSPIEREN

 Spieren vormen een kom
 Begrenzing: os pubis, tuber isch, os coxis
 Bezenuwing: N. Pudendus

2

,  Urogenitale & anale deel: lijn bij tuber




FUNCTIES
 Steunfunctie
 Sluitfunctie/regeling mictie + defecatie (plassen + stoelgang) + passage baby
 Seksuele functie


SPIERTYPES
 Slow twitch: type 1 = rode tonische vezels
o Blijvende constante electrofysiologische activiteit (bv bij rechtstaan slow twicht geactiveerd
als ondersteuning voor organen)  ondersteunen
o Langdurige submaximale contracties
o Statisch
 Fast twitch: type 2 = witte fasische vezels
o Kort/krachtig (bv hoesten, anders kans op incontinentie als deze niet geactiveerd worden)
 Verhouding
o 2/3 slow twitch
o 1/3 fast twitch
o Verandert in loop van leeftijd


BEKKENBODEM
 Optimaal functioneren = goed functioneren van de uitscheidingsorganen
o Afsluiten vs ontspannen
 Oppervlakkig plan
o M. Sfincter Ani Externus
o M. Bulbocavernosus
o M. Ischiocavernosus
o M. Transversus Perinei Superficialis
 Middenplan: diafragma urogenitale
o M. Sfincter Urethrae Externus
o M. Transversus Perinei Profundus
 Het diepe plan: diafragma pelvis
o M. Levator Ani
o M. Coccygeus


SPIEREN VAN HET OPPERVLAKKIGE PLAN
M. Sfincter Ani Externus

 Ellips rond anaal kanaal
 Centrum tendineum = pezige structuur  aanhechtingsplaats veel bekkenbodemspieren
o Verstrekt steunfunctie
o Bij contractie: inwaarts beweging
 Vezels lopen vooraan naar CT uit, achteraan naar staartbeen
 Functie: sluit en openingsfunctie



3

, M. Bulbocavernosus

 Vrouw
o Li en re spier
o Sfincterachtige vagina omsluiting
o O: CT
o I: dorsale clitoriswand + lig. Suspensorium clitoridis
o F: sluiten, seksueel
 Man
o Penis: 3 zwellichamen
 1 corpus spongiosum: urethra loopt erdoor, aan onderzijde penis verdikking (bulbus)
 2 corpora cavernosa
o Verloop: bedekt bulbus penis
o O: perineael raphe achter urethra (is een op litteken gelijkend lijntje dat op de huid ontstaat
wanneer 2 helften van een orgaan aan elkaar groeien)
o I: corpus cavernosum, deel loopt uit naar corpus spongiosum en faschiale structuur
o F: urinair, seksueel

M. Ischiocavernosus

 O: mediale zijde tuber ischiadicum + ramus ossis ischii
 I:
o M: bedekt prox uiteinden corpus cavernosa
o V: loopt voorwaarts naar crus clitoris
 F: seksueel

M. Transversus Superficialis

 O: mediale zijde tuber ischiadicum
 I: CT
 F: stabiliseren CT


SEKSUELE FUNCTIESTOORNISSEN
 Genitopelviene pijn/penetratiestoornis
o Vaginisme/dyspareunie: “vaginakramp”
o Belangrijkste diagnostisch criterium = aanwezigheid recurrerende of persistente
onwillekeurige samentrekking van musculatuur in buitenste 1/3 vagina dat interfereert met
geslachtsgemeenschap (M. Bulbocavernosus)
 Impotentie (man)
 Ejaculatio praecox (man): te snel orgasme


SPIEREN MIDDENPLAN: DIAFRAGMA UROGENITALE
M. Sfincter Urethrae Externus



4
$5.43
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
LauraHouv Universiteit Antwerpen
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
27
Miembro desde
5 año
Número de seguidores
26
Documentos
14
Última venta
1 año hace

4.0

1 reseñas

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes